Bij vloeistoffen kun je onderscheid maken tussen twee 'soorten'. Er zijn newtoniaanse vloeistoffen en niet-newtoniaanse vloeistoffen.
Water is een voorbeeld van een newtoniaanse vloeistof. Hoe sneller je je hand door het water haalt, hoe meer weerstand het geeft. Natuurlijk zit er wel nog wat verschil in hoeveel weerstand je krijgt als je van vloeistof verandert. Zo is vla ook een newtoniaanse vloeistof, maar als je daar je hand door haalt dan heb je meer weerstand dan bij water.
Newton heeft bij deze newtoniaanse vloeistoffen een wet gemaakt in de vorm van een formule, dit heet de viscositeitswet.
Maar er zijn ook vloeistoffen die zich niet volgens deze wet gedragen. Als je dan je hand door de vloeistof haalt dan lijkt het ineens een vaste stof of het wordt juist nog vloeibaarder. Dit zijn niet-newtoniaanse vloeistoffen. Er is niet heel veel over bekend en ik zal jullie niet vervelen met allerlei natuur- en scheikundige dingen, ik zal het kort houden.
Bij dilatante vloeistoffen kun je je hand er langzaam in laten zakken en dan lijkt het een vloeistof, maar als je je hand snel wilt bewegen dan lijkt de stof vast. Een bekend voorbeeld hiervan is oobleck, een water en maïzena mengsel. Het is makkelijk zelf te maken en op het internet kun je er ook overal filmpjes van vinden.
Bij pseudoplastische vloeistoffen gebeurt het tegenovergestelde en wordt de vloeistof juist vloeibaarder als je er druk op uitoefent. Ketchup is een voorbeeld hiervan. Als je niet al te goedkope ketchup hebt waar heel veel water door zit dan komt de ketchup er niet heel makkelijk uit als je de fles op de kop houdt. Als je dan met de fles gaat schudden komt het er makkelijker uit.
Hieronder staat een filmpje hoe je zelf oobleck kunt maken. Als je nog nieuwsgierig bent naar meer kun je altijd op YouTube nog meer opzoeken.