Ik werd zo rustig wakker, wel met het argwanende idee dat ik weer naar de slager moest, maar toch. Op mijn gemak trok ik mijn rode, door oma gekochte jurk aan en ging zo zacht mogelijk richting de eettafel om een broodje met het laatste restje ham te maken. Met het broodje in mijn hand liep ik terug naar mijn kamer.
Ook deze week kwam ze weer precies om zeven over elf. Mijn moeder, ze weet dat ik het eng vind, ze weet dat ik het haat, en toch doet ze het iedere keer weer. Week na week, iedere dinsdag om zeven over elf in de ochtend krijg ik steeds dezelfde opdracht van haar toegewezen. 'Ecila, alleen wat ham en een lamsbout. En je weet het, niets meer, niets minder.' Hoe beleefd ik het ook vraag, er is geen mogelijkheid om een week niet te gaan, of dat mijn vader gaat. Ik mag zelfs niet later op de dag gaan zodat de zoon van de slager weg is, omdat dan zogenaamd de beste lamsbouten weg zijn.
Bij de slager was het net zoals altijd, het lijkt wel of dit moment iedere week herhaald wordt. Als ik binnenloop kijkt de zoon van de slager mij heel eng, boos en toch een beetje bang aan, net zoals altijd, zonder ook maar één woord te zeggen. Het duurde nog geen tien minuten of ik stond alweer buiten met de bestelling.
Weer onderweg naar huis liep ik langs de oude vrouw die op de hoek woont, ook zij kijkt mij altijd heel eng aan. Ze doet het ook naar niemand anders, alleen als ik in mijn eentje langsloop. Het raarste was nog, dat haar kat, die ik in mijn gedachte toch echt op haar schoot zag zitten, mij uit het niets aanviel. Mijn jurk zat vol scheuren en mijn gezicht vol met krassen. Voordat ik naar mijn ouders ging, besloot ik eerst naar oma te gaan, misschien kon zij mij helpen. Ik vertelde haar het hele verhaal, en ook oma dacht dat ze de kat binnen zag zitten. Ik voel me verward, ik weet het niet meer, maar het is mooi voor vandaag.
Tot morgen lief dagboek, hopelijk met betere verhalen.
Liefs,
Ecila
Lief dagboek, 25-10-1487
Ik voel me raar, ik ben in de war, er is zoveel gebeurd vandaag. Ik weet niet waar ik moet beginnen. De slager, zijn zoon, het vrouwtje met haar kat... En dat allemaal in één uur tijd.