Empirisme is één van de vele verschillende filosofische kennisleerstheorieën. Deze specifieke stroming stelt dat de voornaamste bron van kennis de "waarneming" is. Dit betekent dat jij alleen dingen kan weten die te waarnemen zijn met je zintuigen. Het wordt ook wel gezien als het tegenovergestelde van het rationalisme, wat stelt dat de rede en het denkvermogen van de mens de voornaamste bronnen van de kennis zijn.
De meest bekende empiristische filosoof is de Britse John Locke (1632-1704). Hij stelde ieder mens als een "tabula rasa" geboren werd, ofwel, als een "leeg blad". Het begint met een leeg verstand, maar dit wordt door de tijd heen gevuld met ervaringen en indrukken die de mens meemaakt. Omdat je dan eerst dingen moet meemaken of waarnemen voordat je kennis kan krijgen, ziet Locke het empirisme als de basisgrond van alle kennis. Zonder waarneming kan je niets weten.
In het empirisme bestaan ook "ideeën" (ideas). Deze ideeën representeren wat een object voorstelt. Ze komen direct overeen met wat de geest denkt dat ze vertegenwoordigen. Dit noemen we ook wel "primaire kwaliteiten". Voorbeelden hiervan zijn; vorm, grootte, lengte en aantallen. Naast deze heb je ook "secundaire kwaliteiten". Deze kwaliteiten kunnen per persoon verschillen. Voorbeelden hiervan zijn; kleur, geur en smaak. Volg je het nog?
Om het allemaal nog nét wat moeilijker te maken heb je ook nog enkelvoudige en samengestelde ideeën. Een enkelvoudig idee is iets zoals "geel". Deze eigenschap is maar één ding en heeft meestal geen object eraan gerelateerd. Een samengesteld idee is iets dat bestaat uit meerdere ideeën. Zo bestaat een appel bijvoorbeeld uit de ideeën: rond, rood en sappig.
Dat was wel genoeg filosofie voor vandaag! Als je nog vragen hebt over alles wat hier zojuist is verteld, aarzel dan niet om een vraag te stellen in de reacties. Ook als je meer van dit soort artikelen wilt zien, laat het dan weten!