Een dag zonder auto's, het zal voor jullie onmogelijk zijn om voor te stellen. Tegenwoordig zijn we er zo aan gewend dat we soms vergeten dat men vroeger te paard overal naartoe ging.
De eerste autovrije zondagen in Nederland waren in oktober en november van 1939. De overheid had een verbod ingesteld op autorijden op zon- en feestdagen, dit wegens de mobilisatie van het leger en het benzinetekort in Duitsland en Frankrijk. In die tijd werd er een verdeelsysteem ontwikkeld, zodat iedereen evenveel kans had op de schaarse benzine en zo kon halverwege november het verbod weer opgeheven worden.
Ook in 1946, 1956 en 1974 zijn er veel autovrije dagen geweest wegens het tekort aan benzine. Echter was Nederland te eigenwijs voor het nut van zo'n autovrije zondag. Men ging dan maar zaterdagavond rijden om ergens te komen en kwam op zondagavond terug, zo nam het benzinegebruik helemaal niet af. Enkel de mensen die toch echt op zondag moesten reizen, haalden hun paard uit stal of pakten hun fiets uit de schuur. Op 6 januari 1974 is dan ook de laatste officiële autovrije dag geweest.
Sinds 1973 hebben milieuorganisaties gepleit voor een vrijwillige autovrije zondag, hiermee wilden zij bewustwording kweken van de schaarste van benzine en de drukte in de stad door auto's. In een aantal Europese steden, zoals Brussel, Utrecht en Amsterdam werd de binnenstad afgesloten voor auto's op een vaste zondag in september. Tegenwoordig doen we daar alleen niet meer aan, want het levert meer irritatie en protest op dan bewustwording, wat het oorspronkelijke doel was. Het is nu enkel nog een vrijwillige actie van een aantal groepen mensen.