Welkom bij het nieuwe artikel op het Nieuws Van De Dag wat vandaag helemaal in het teken staat van duiken!
Wanneer het duiken precies begonnen is, is onbekend. Echter zijn er in de tijd van de Grieken en Egyptenaren wel verwijzingen te vinden naar onderwateractiviteiten, maar deze stonden vooral in verband met oorlogen en bamboestokken dienden als snorkel om te kunnen ademen. Na de oudheid zakte de interesse naar de wereld onder water enorm tot in de veertiende eeuw. Tijdens de renaissance schreef Leonardo Da Vinci over enkele apparaten die gebruikt werden om onder water kunstmatig adem te kunnen halen. Niet veel later in de zeventiende-eeuw, bestudeerde Robert Boyle en Edme Mariotte de effecten van water op het menselijk lichaam en wat er zou gebeuren als deze steeds verder de diepte in ging. De echte ontwikkeling vond pas plaats in de negentiende eeuw. De broers Deane maakten een duikpak met helm. Er was echter een groot nadeel, de duiker was afhankelijk van een zuurstofpomp aan de oppervlakte. Niet veel later werd het eerste ‘Scuba’ (Self-Contained Underwater Breathing Apparatus) uitgevonden door Benoit Rouquayrol en Auguste Denayrouze, hiermee konden ze een half uur onderwater blijven en tot een diepte van dertig meter duiken.
Zoals al eerder geschreven is duiken niet zonder gevaren en hieronder worden de belangrijkste punten beschreven:
-Caissonziekte: Stikstof lost beter op naarmate de druk wordt opgevoerd (dalen) waardoor er meer stikstof oplost in het bloed. Wanneer je weer opstijgt in het water, wordt de druk minder en zo ook de oplosbaarheid. Hierdoor gaat het stikstof niet meer goed uit het bloed en ontstaan er luchtbellen in de aderen wat de bloedtoevoer vermoeilijkt. Deze ziekte heeft vier stadia en deze variëren van luchtbellen onder de huid die jeuk veroorzaken, tot de zogeheten ‘Chokes’ waarbij de luchtbellen in de slagaders van hart en/of longen zitten en dit vaak een ademstilstand tot gevolg heeft en niet veel later ook de dood.
-Onder- en overdruk verwondingen: Hierboven is het al een beetje uitgelegd; als je stijgt neemt de druk af en als je daalt neemt de druk toe. Wanneer je te snel daalt worden alle lucht houdende plekken in je lichaam samengedrukt, met als grootste voorbeeld de longen. Tijdens het dalen is goed doorademen enorm belangrijk, wanneer je dit niet doen kunnen je longen samengeperst worden en wordt het ademen zeer ernstig vermoeilijkt. Ook op plekken zoals je oren en een gevulde kies kan er pijn worden ervaren. Bij het opstijgen wordt de druk op deze plekken groter en is het van belang dat de lucht kan ontsnappen.
-Stikstofnarcose: De precieze oorzaak is niet helemaal bekend, maar er wordt vanuit gegaan dat wanneer de druk het hoogst is en de stikstof goed kan oplossen in het bloed, het problemen gaat veroorzaken in het weefsel rond de zenuwen. Dit is een vetachtig weefsel dat veel zuurstof bevat, als dit verwisseld wordt met stikstof, gaat de mens anders reageren. Het gedrag dat dan vertoond wordt, wordt vergeleken met iemand die dronken is. Er wordt niet meer helder nagedacht, een overdreven enthousiasme, gevoel van veiligheid en een slecht beoordelingsvermogen zijn de grootste gevaren. Hierdoor maakt de duiker meestal een verkeerde beslissingen welke de dood tot gevolg kunnen hebben.
-Zuurstofvergiftiging: De verhoudingen van stoffen in de tank moeten goed zijn. Zit hier te veel zuurstof in dan loop je kans op een zuurstofvergiftiging, omdat deze dan alle andere belangrijke stoffen in het lichaam, zoals koolstof verdrijven. De duiker krijgt vaak stuiptrekkingen en een extreme vorm van angst, waardoor er vaak te snel naar het oppervlakte gestegen wordt. Het gevaarlijkste hierbij zijn dus ook de onder- en overdruk verwondingen.
Ook zijn er enkele technieken die apart benoemd worden, omdat hier meer kennis en ervaring voor nodig is. Alle technische duiken hebben een gezamenlijk kenmerk en dat is dat er geen mogelijkheid bestaat om tijdens de duik direct naar het oppervlak op te stijgen.
-Nachtduiken: Natuurlijk is het onderwaterleven enorm anders, andere dieren laten zichzelf zien, de ongewervelden en kreeften gaan op jacht. Verder is er nog een verschil in de apparatuur die je meeneemt. Wanneer je overdag maar één lamp meeneemt, moet je er ‘snachts twee meenemen voor het geval er eentje uitvalt. Hier worden geen handgebaren gebruikt om signalen te geven, maar geseind met de lamp.
-Diepduiken: De grens voor recreatief duiken ligt op veertig meter, tot deze diepte kan veilig gedoken worden. Wie dieper gaat dan dit, heeft vaak meer apparatuur nodig. Denk hierbij aan een tweede zuurstoffles. Als de druk hoger wordt verbruik je meer zuurstof. Verder loop je een steeds groter risico om zuurstofvergiftiging en stikstofnarcose te krijgen.
-Grotduiken: Niet direct naar het oppervlakte kunnen en verdwalen zijn bij grotduiken het grootste probleem. Daarom wordt er vaak gebruik gemaakt van een lijnverbinding (duiker zit vast aan een touw) met iemand die bij de ingang blijft. Grotten kunnen tunnels hebben van enkele kilometers lang en ook bij dit soort duiken worden er meerdere zuurstofflessen meegenomen.
-Wrakduiken: Ook hier is weer sprake van niet meteen kunnen opstijgen, maar ook het slechte zicht door opwaaiend stof en scherp uitstekende metalen vormen een gevaar.
-Ijsduiken: Bij deze technische duik wordt er onder een laag ijs gedoken waarbij gebruik gemaakt wordt van een lijnverbinding, omdat vanuit het water het wak niet tot nauwelijks terug te vinden is. Hier worden geen handgebaren gebruikt om signalen te geven, maar rukjes aan het touw.
Om te duiken is een bepaalde duikuitrusting nodig, hieronder staat een bescheiden rijtje:
- Zuurstoffles(sen)
- Duikbril of -masker
- Ademautomaat
- Lood
- Manometer
- Dieptemeter
- Duikpak
- Duiklamp
- Duikmes
De opdracht voor deze ronde van BOG was om een artikel te maken die past bij de Zomeractie. Daar hoort onder andere een competitie bij, maar omdat je daar nu natuurlijk niet aan mee kunt doen, is deze weggehaald.