Pythagoras, geboren op het Griekse eiland Samos, werd geboren in het tweede deel van de zesde eeuw voor Christus. Zijn exacte geboortedatum is tot op heden niet geweten. Hij was een Griekse filosoof en wiskundige, die heel wat onderzoek deed naar de wiskunde die er tot dan gekend was. We kennen hem vooral van de stelling van Pythagoras, maar eigenlijk deed hij veel meer dan dat.
Tijdens zijn leven kreeg hij heel wat lessen in de psychologie en de poëzie. In zijn tijd kon je wel spreken dat hij een goede opleiding kreeg en daarnaast ook een goede opvoeding. Hij maakte dan ook veel reizen naar voornamelijk Egypte en Mesopotamië, een deel van het huidige Irak en Syrië. Hier studeerde hij samen met lokale priesters.
Pythagoras was een filosoof en had zo zijn eigen trekjes. Zo had hij een speciaal dieet: hij at geen vlees en peulvruchten, omdat hij geloofde in reïncarnatie. Zo geloofde hij dat je kan terug komen als een dier of plant.
Rond het jaar 530 voor Christus, richtte Pythagoras een school op. Deze werd ook wel "de school van Pythagoras" genoemd. Dit deed hij in de Italiaanse stad Crotone, gelegen in het zuiden. Later richtte hij ook scholen op in andere steden, nabij de eerste school. Iets wat heel bijzonder was voor de toen tijdige sociale toestand, is dat Pythagoras voor gelijkheid koos tussen man en vrouw. Dit werd eerder haast nergens gezien.
In deze school ontstond zijn wereldbekende stelling van Pythagoras. Het is dus lang niet zeker dat hij deze helemaal alleen uitvond. De stelling vertelt dat bij een rechthoekige driehoek de som van de kwadraten van de rechthoekszijden gelijk zijn aan het kwadraat van de schuine zijde. Volgens sommige bronnen, was Pythagoras zo blij op het moment dat hij dit ontdekte, dat hij offers bracht aan de goden.
Eerst dacht Pythagoras dat alles was opgebouwd uit de verhouding van getallen, maar dit moest hij zichzelf toch tegenspreken. Zo vond hij de irrationale getallen uit. Dit zijn getallen die niet kunnen geschreven worden als het quotiënt van twee gehele getallen. Dit zorgde dan ook voor een serieuze vooruitgang in de wiskunde.
Volgens sommige bronnen zou Pythagoras ook de grondlegger geweest zijn van de stelling dat in een driehoek de som van de hoeken 180 graden is.
Na de inbreng van Pythagoras heeft de meetkunde meer aandacht gekregen dan de algebra, die hij onderzocht. Pas in de zeventiende eeuw nam de algebra weer de bovenhand door het intrede van René Descartes.