Als vrouw kunnen studeren en kiesrecht hebben, tegenwoordig is dit standaard, maar in de tijd van Aletta Jacobs was dit anders. Door haar inspanningen zijn de vrouwenrechten voor goed veranderd en plukken we daar nu nog steeds de vruchten van.
Aletta Jacobs werd op 9 februari 1854 geboren in Sappermeer. Ze was het achtste kind van een joods gezin. Haar vader, Abraham Jacobs, was arts en dit inspireerde Aletta om ook arts te willen worden. Ze was zeer leergierig en een jonge damesschool was dan ook niet wat haar interesseerde. In die tijd was het echter niet mogelijk voor vrouwen om aan een universiteit te studeren. Hierdoor kreeg Aletta thuis veel les. In deze periode leerde ze Levy Ali Cohen kennen, een vriend van haar vader, die haar het advies gaf om het apothekersexamen te doen. Die haalde ze in juli 1870.
Dit was ondanks het feit dat ze slaagde voor het examen niet de richting die ze op wilde. Haar passie voor de geneeskundestudie was nog steeds vurig aanwezig en ze bedacht een plan om te kunnen studeren. Ze schreef een brief naar minister-president Thorbecke, waarin ze vroeg om toegelaten te worden tot de Rijksuniversiteit Groningen. Thorbecke had nog maar kort te leven en dit is één van de laatste beslissingen die hij maakte. Hij zorgde ervoor dat ze mocht studeren en examens kon maken. Door deze beslissing begon Aletta in 1872 aan de studie geneeskunde en was ze de eerste officiële vrouwelijke student. Op 3 april 1878 was ze de eerste vrouw die afstudeerde en ook meteen de eerste vrouwelijke arts in Nederland. In 1879 promoveerde ze, waarna ze naar Londen vertrok. Hier kon ze namelijk meelopen in een ziekenhuis, wat in Nederland niet mogelijk was. In dit ziekenhuis had ze vel contact met vrouwelijke artsen van de London School of Medicine for Women.
Deze vrouwen zorgde ervoor dat Aletta zich ging bezighouden met vrouwenrechten. Zo vond ze dat het vrouwenkiesrecht ingevoerd moest worden en dat bij vrouwengeneeskunde ook goed gekeken moest worden naar geboortebeperkingen. Dit was namelijk een belangrijke oorzaak van de problemen die heersten in de negentiende eeuw. Ook behandelde ze in het bijzonder veel vrouwen van de laagste sociale klassen in Amsterdam.
In 1883 begon Aletta zich actief in te zetten voor het vrouwenkiesrecht. Zo wilde ze op de kieslijst van de gemeente Amsterdam komen te staan, maar zonder resultaat. Ondanks het feit dat nergens in de wet stond dat vrouwen niet op de kieslijst konden komen en ze voldeed aan de overige eisen, werd ze driemaal afgewezen. Uiteindelijk kwam er zelfs een wetswijziging waardoor enkel mannen verkiesbaar waren. Ondanks deze tegenslag werd ze voorzitter van de vereniging voor Vrouwenkiesrecht in 1903 tot de invoering van het recht in 1917.
Aletta heeft in haar leven nog mee mogen maken dat het vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. Ze werd echter nooit verkozen tot volksvertegenwoordiger tot haar grote teleurstelling. Ze overleed toen ze 75 jaar oud was in 1929. In Groningen staat een beeld van haar voor het Harmoniecomplex van de Rijksuniversiteit Groningen en is de Aletta Jacobshal naar haar vernoemd, een hal waar veel studenten colleges en examens hebben.