De stad is ouder dan de legende, maar dat maakt hem niet midden bekend. We beginnen tijdens de Trojaanse Oorlog in de twaalfde of dertiende eeuw voor Christus. Aeneas en zijn zoon ontvluchten de brandende stad Troje en geven daarmee gehoor aan de oproep van Venus, de moeder van Aeneas. Ze heeft hem opgedragen om samen met zijn zoon een nieuw rijk te stichten, nu Troje gevallen is. Aeneas en zijn zoon zwierven rond op zee voor jaren en jaren tot ze aankwamen in Carthago. Aeneas werd op slag verliefd op Dido, de koningin. Dit echter tot onvrede van zijn moeder en opnieuw gaf hij gehoor aan de oproep van de godin van de liefde. Aeneas en zijn zoon vertrokken uit Carthago en Dido pleegde zelfmoord. Daarna zwierven ze nog lang rond tot ze uiteindelijk aankwamen bij de Tiber. Ze voeren die rivier op en stichtten de stad Lavinium, vernoemd naar de nieuwe vrouw van Aeneas. Veertien generaties leefden daar, maar het was nog geen rijk. Iemand uit het nageslacht van Aeneas kreeg een dochter genaamd Rhea Silvia. Ze was een Vestaalse maagd, maar werd uiteindelijk verleid door de oorlogsgod Mars en raakte zwanger van hem. Ze wist een tweeling te baren, maar ontsnapte zelf niet aan haar eigen dood. Vestaalse maagden dienden namelijk hun hele leven maagd te blijven. De koning die aan de macht was kon het echter niet over zijn hart verkrijgen om de tweeling zelf te doden dus beval hij het een van zijn soldaten het te doen. Ook de soldaat kon het niet en daarom legde hij de tweeling in een rieten mandje in de rivier. In dit mandje werd de tweeling gevonden door een wolvin die hen zoogde tot ze werden gevonden door een herder. De man voedde de jongens op alsof het zijn eigen zonen waren en kregen de namen Romulus en Remus. Eenmaal volwassen vertrokken ze samen naar de zeven heuvelen bij de Tiber en stichtten daar een stad. De stad was naamloos en om te weten hoe deze moest heten en of hij wel op de juiste plek was gebouwd besloten ze samen om te wachten tot ze een goddelijk teken kregen. Elk ging op zijn eigen heuvel staan en wachtte daar op het teken van de goden. Voor Remus kwam dit als eerste, hij zag zes gieren en vond dit het teken van de goden. Volgens hem moest de stad Reme genoemd worden. Romulus kwam later naar beneden, maar hij had twaalf gieren gezien. In zijn ogen moest de stad Rome heten. Er ontstond een ruzie tussen de broers over wie koning mocht worden en de stad mocht vernoemen. In hun ruzie zou hij over de muur zijn gesprongen die Romulus gemaakt had en zou hebben geroepen dat het kleine muurtje niemand kon beschermen. In zijn woede sloeg Romulus zijn broer dood en nu er niemand meer was om aan zijn positie te twijfelen, werd de stad Rome genoemd en werd Romulus de eerste koning.
Wat is er dan eigenlijk echt gebeurd?
Volgens archeologen waren er kleine nederzettingen van Latijnen te vinden in de tiende eeuw voor Christus, op de Palatijn en de Esquilijn, twee van de zeven heuvels van Rome in de landstreek Latium. In de achtste eeuw voor Christus kwamen er nieuwe nederzettingen op de Palantinus, Esquilinus en op de Caelius. De bewoners van de nederzettingen op de Palatijn richtten het bondgenootschap Roma Quadrata op en werden zo sterker op militair vlak. Verder bouwden ze een omwalling om de heuvel heen. In de zesde eeuw voor Christus kwamen er nog meer nederzettingen op de drie heuvels en vielen de Etrusken uiteindelijk Rome binnen. Rome was op dat moment nog niet de grote stad die we nu kennen, maar enkel de nederzettingen van wat losse bewoners. Ze verenigden die nederzettingen op de heuvels tot een stad. Het Forum ontstond door het moerassige dal aan de voet van de Palatinus droog te leggen en op de Capitolunusheuvel bouwden de Etrusken een burcht. Uiteindelijk brak in de vierde eeuw voor Christus de laatste fase aan. De stad breidde zich verder uit over de andere vier heuvels, waar tot dan toe nog geen nederzettingen waren. Het kreeg steeds meer de vorm van een stad doordat er een muur omheen gebouwd werd. Vanaf dat moment groeide Rome uit tot de machtigste stad in de oudheid.
Maar waar komt dan deze legende vandaan?
Het was keizer Augustus die opdracht had gegeven aan de schrijvers Vergilius en Livius om het verhaal over het ontstaan van Rome te maken. Die twee verhalen werden de Ab urbe condita en de Aeneis en zoals jullie hebben gelezen, lag de nadruk op de goddelijke oorsprong van de stad. Deze legende is echter oorspronkelijk afkomstig van de Romeinse schrijver Marcus Terentius Varro die leefde rond de eerste eeuw voor Christus. De stad zou oorspronkelijk op 21 april 753 voor Christius zijn gesticht. Hij heeft de basis gelegd en de twee mannen hebben er de heldendicht over geschreven die jullie aan de linkerkant hebben kunnen lezen.