Bali is een eiland van Indonesië die eigenlijk totaal niet op de andere eilanden lijkt. Dit komt omdat het hindoeïsme op Bali een hele grote rol heeft. Daarnaast is Bali een van de grootste toeristische trekpleisters van Indonesië. Op het eiland zijn mooie stranden, uitgaansgelegenheden, tempels, monumenten en een groot winkelcentra. Op Bali is een luxe badplaats genaamd Seminyak. In deze plaats komen altijd veel toeristen, niet alleen omdat het een luxe badplaats is maar ook omdat er veel beachclubs zijn te vinden. Langs de noordkust zijn er dolfijnen te vinden, dit is dus een mooie plek voor toeristen om te duiken en te snorkelen.
Op Bali zijn er veel rijstterrassen. Dit zijn eigenlijk hele grote rijstvelden. De rijstvelden zien er altijd tropisch en knalgroen uit. De rijstterrassen van Jatiluwih staan op de Wereld Erfgoedlijst van Unesco. Om het stukje toerisme tegemoet te komen, heeft Bali een aantal schommels gemaakt die zicht hebben op de palmen en rijstvelden.
Bali staat niet alleen bekend om haar rijstvelden, maar ook om de mooie watervallen. De bekendste watervallen zijn, Gitgit, Aling Aling en Sekumpul. Door de tijd heen zijn er ook wat minder bekende watervallen ontdekt zoals Tibumana en Jembong. Omdat de watervallen uniek zijn, kost het ook geld om ze te bezoeken. Ook bij de watervallen komen de schommels weer terug.
Door straks op het plaatje hier rechts te klikken, ontdek je waarom er eigenlijk zoveel tempels op Bali staan. Bali heeft tien hele grote tempels en daarnaast ook nog een aantal kleinere tempels. Die tempels zijn er om hun goden te eren.
Balinezen leven onder het mom van ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugde’. Dit merk je al snel als je in de buurt van een tempel komt. Vrouwen in sierlijke kleding trommelen op trommels en dansen erbij. Ze nodigen je uit om deel te nemen aan een ceremonie. Op Bali worden de meerdere goden die het hindoeïsme heeft echt geëerd. Dit door middel van altaren, wierook, tempels en gamelanmuziek.
Het hindoeïsme heeft een aantal belangrijke goden: Brahma (de schepper), Vishnu (oppergod), Ganesha (beschermgod), Shiva (heerser van de hemel) en Garuda (zonnegod. Op Bali is kunst heel belangrijk binnen de religie. Dit is onder andere terug te zien in de verschillende standbeelden, schilderijen en posters. De kleuren van de belangrijkste goden zijn rood, wit en zwart, dit is ook terug te vinden in geweven armbandjes die veel Balinezen dragen en verkopen. Deze kleuren zorgen ervoor dat je lichaam niet beïnvloed wordt door negatieve gedachten.
Op het eiland staat ook de Mount Agung en dat is de heiligste vulkaan. Alle Balinezen slapen met hun hoofd richting de berg. Volgens hen leven er namelijk goden op bergen en vulkanen en die zorgen ervoor dat mensen de juiste keuzes maken.
In het hindoeïsme gelooft men in reïncarnatie, dit betekent dat je opnieuw geboren wordt. Balinezen denken dat je terugkeert als een nieuw familielid, niet als een dier of een plant. Het gedrag voor de dood speelt hier een belangrijke rol in. Was je een goed mens? Dan kom je met een beloning terug.
Om terug te keren naar de hoofdtekst, klik je op het plaatje links!