Vandaag heb ik een extra lang artikel voor jullie geschreven over het gedicht over Beowulf om jullie een beetje te vermaken in deze tijd. Het thema ‘mythes en legendes’ hebben jullie zelf gekozen op mijn topic (
klik). Ik hoop dat dit bevalt!
Beowulf is een heroïsch episch gedicht uit (waarschijnlijk) de 10e eeuw na Christus. Epische poëzie houdt in dat het een gedicht is dat een verhaal vertelt. In dit geval gaat het over de legende van ‘Beowulf’, een held van de Gauten (een volk uit het gebied dat nu het zuiden van Zweden is). Beowulf redt de koning van de Denen van het monster Grendel en zijn moeder. Het gedicht bestaat uit ongeveer 3200 regels met een allitererende versvorm, ook wel beginrijm genoemd. Hierbij zijn de beginmedeklinkers gelijk van twee of meer woorden binnen een versregel of uitdrukking.
Oorsprong De datum waarop Beowulf gemaakt is, is niet bekend. De enige datum die ‘vaststaat’ is de datum waarop het manuscript is gemaakt, wat tussen 975 en 1025 na Christus is gedaan. Dit is nog altijd een schatting, aangezien er in die tijd nog geen bibliotheken waren in Engeland. Deze schatting is gebaseerd op het handschrift waarin het manuscript is geschreven. In het originele manuscript had dit gedicht nog geen titel. Pas in de 19e eeuw is de naam Beowulf gegeven aan het gedicht.
Het manuscript is overgenomen van het origineel door twee schriftgeleerden. De eerste schreef tot en met de helft van de 1939ste regel. Hij probeerde de spelling van het gedicht algemeen/regulier te maken, waarbij dialect werd vermeden zodat iedereen het zou begrijpen. De tweede geleerde schreef de 1939ste regel af en schreef alles hierna. Hij lette hierbij minder op het verbeteren van de taal. Hij kopieerde vooral de oorspronkelijke tekst, waardoor verschillende dialecten bleven bestaan. Dit maakt het gedicht ook belangrijk voor het onderzoeken van de culturele ontwikkeling in die tijd. Zoals ik net al noemde, staat er niet vast wanneer dit gedicht is gemaakt of door wie het is bedacht.
Er heerst twijfel of het gedicht eerst mondeling werd overgebracht door generaties of dat het bijna direct werd opgeschreven. Sommige mensen denken dat het gedicht mondeling werd overgebracht doordat het verhaal duidelijk uit drie delen bestaat. Wellicht waren dit vroeger drie verhalen die werden verteld door generaties van Germaanse en heidense stammen. Deze opbouw en een held in de hoofdrol zijn kenmerken die vaker bij verhalen van deze stammen voorkwamen. Aan de andere kant is er een groep mensen die gelooft dat het gedicht is opgeschreven om de Latijnse taal te leren, omdat er al gebruik is gemaakt van rijmschema’s. In dit geval zou het een monnik zijn die hiermee geoefend heeft, waardoor het gedicht ook een Christelijke oorsprong zou hebben. Een derde groep denkt dat het verhaal zowel een Germaans-heidense als Christelijke oorsprong heeft.
Beowulf is geschreven in het Oudengels (of Angelsaksisch) en is ook het vroegste voorbeeld van een Europees epos dat geschreven is in de volkstaal. Er zijn vier grote codices, gebonden boeken uit de late Oudheid of Middeleeuwen, bewaard gebleven van de Oudengelse literatuur. Een daarvan is de Nowell Codex, het boek waar Beowulf en het gedicht ‘Judith’ instaan. Dit geeft al aan hoe belangrijk het verhaal Beowulf is geweest om de Oudengelse taal te analyseren en vertalen. Men schat dat het verhaal 10% van de huidige bronnen met Angelsaksische literatuur betreft. Tevens is Beowulf een van de meest vertaalde werken uit de Oudengelse literatuur.
Vanaf de vijfde eeuw na Christus drongen Angelen, Saksen, Gauten en Juten (volkeren uit het huidige Duitsland, Noord-Nederland, Zuid-Zweden en Denemarken) Britannië binnen en vestigden zich daar. Zij namen Germaanse talen mee naar deze eilanden en dit verving het Latijn wat daarvoor in Britannië werd gesproken. Op het vasteland in Europa werd in deze tijd nog wel Latijn gesproken. De talen van de Angelen, Saksen, Gauten en Juten samen ontwikkelden zich tot het Oudengels. In het begin werd deze taal alleen mondeling overgebracht en opgeschreven als inscripties in rotsen, maar rond de zesde eeuw na Christus werd de taal meer en meer ook geschreven. Omdat de Oudengelse taal dus zijn oorsprong vindt bij de Germaanse volkeren, is het niet gek dat Beowulf een verhaal is over een Germaanse held. Deze cultuur werd meegebracht naar Britannië.
In het verhaal worden ook delen en gewoontes van het rijk van Hrothgar beschreven, maar hieronder verlicht ik alleen de belangrijkste slagen en tevens de hoofdlijn van het verhaal.
De eerste slag
Aan het begin van het verhaal wordt de grote hal Heorot van Hrothgar, de koning van de Denen, beschreven. De grote hal was gebouwd voor koning Hrothgar, zijn vrouw en zijn soldaten. Er werd gegeten, feest gevierd en gezongen door hen in deze hal. Het monster Grendel haatte het geluid van plezier en dit feestvieren stond hem niet aan. Hij viel de hal aan en doodde hierbij een heleboel soldaten terwijl ze sliepen. Vervolgens bleef hij de hal bezet houden en kon niemand er meer in zonder gedood te worden. Grendel was een trolachtig monster wat ik zelf een beetje vind lijken op een weerwolf, qua uiterlijk en gedrag (zie hierboven een afbeelding). Het monster zou een afstammeling zijn van de Bijbelse Kain, tevens de eerste moordenaar.
Beowulf, een jonge soldaat uit Gautland hoort hiervan en verlaat zijn land met een aantal andere mannen om Hrothgar te helpen. Ze reizen naar de hal Heorot en blijven hier de nacht. Grendel zou namelijk ’s nachts toeslaan. Beowulf ziet zichzelf als een gelijke van Grendel en wil daarom zelf niet vechten met een wapen. Als Grendel ’s nachts toeslaat en op Beowulf afgaat, proberen de mannen van Beowulf hem te helpen met hun zwaarden. De zwaarden komen echter niet door de huid van Grendel en daarom moet er iets anders gebeuren. Beowulf raapt al zijn krachten bij elkaar en trekt dan met zijn blote handen de arm van Grendel van zijn lichaam. Grendel rent naar huis, maar sterft daar (iets dat het volk op dat moment nog niet weet). Beowulf stelt de arm tentoon in Heorot als overwinning.
De tweede slag
Grendels moeder is woedend door het tentoonstellen van de arm en wil revanche. De volgende nacht, wanneer koning Hrothgar en zijn soldaten weer slapen in Heorot, vermoordt Grendels moeder de trouwste soldaat van koning Hrothgar. Beowulf was die nacht niet in Heorot, omdat aan de held een speciale slaapplek gegeven was.
De volgende dag volgen koning Hrothgar, Beowulf en hun mannen Grendels moeder naar haar hol onder een meer. Wanneer ze daar zijn aangekomen, krijgt Beowulf het zwaard Hrunting van een van de soldaten van koning Hrotgar die eerder had geprobeerd Grendel te verslaan. Beowulf zwemt met het zwaard naar de bodem van het meer, waar hij een grot vindt. In het meer zitten watermonsters hem dwars, maar die worden gestoord door Grendels moeder die Beowulf de grot in trekt.
Het zwaard Hrunting kan Grendels moeder helaas geen schrammetje aandoen en daardoor lijkt Beowulf te verliezen. Beowulfs harnas zorgt ervoor dat hij het volhoudt en hij rent de grot verder in. In het diepste van het hol ziet Beowulf een enorm zwaard dat is gemaakt voor reuzen. Hij trekt het van de muur en weet hiermee Grendels moeder te onthoofden. In het hol komt hij ook Grendels lichaam nog tegen. Ook deze onthoofdt Beowulf. Het bloed zorgt ervoor dat enkel het handvat van het zwaard overblijft. Beowulf zwemt weer naar boven met het handvat van het zwaard en het hoofd van Grendel. Hier wordt hij blij onthaalt door alle soldaten en hij wordt nog lang geëerd door het koninkrijk.
De laatste slag
Beowulf keert terug naar huis met een opgeheven hoofd en wordt hier een aantal jaar later koning van zijn mensen. Vijftig jaar na de tweede slag steelt een slaaf een Gouden beker van het hol van een draak in Earnanæs. De draak wordt hierdoor boos en verbrandt alles wat hij tegenkomt.
Beowulf en zijn soldaten gaan op weg naar de draak om deze te verslaan. Beowulf denkt dat hij het wel alleen aankan, maar dit blijkt niet zo te zijn. Hij trekt zich terug in de bossen van Earnanæs. Wiglaf, een van de soldaten van Beowulf komt hem helpen en samen verslaan ze de draak. Helaas was Beowulf zodanig gewond geraakt door het gevecht dat hij het niet overleefde. Wiglaf gaf de schuld hiervan aan de andere soldaten die niet met hun held mee vochten. (Het kan natuurlijk niet door de hoogmoed van de held zelf komen)
Ter ere van Beowulf werd een grafheuvel gebouwd die zichtbaar was vanaf de zee.
Het gedicht is gebaseerd op waargebeurde feiten, maar in zijn geheel is het wat overdreven. Het is een verslag van historische gebeurtenissen met versieringen en aanpassingen, wat we tegenwoordig zouden beschrijven als ‘een legende’. Het gedicht is in dezelfde periode geschreven als de Ilias die ook historische gebeurtenissen op een legendarische/overdreven manier beschrijft.
Het gedicht is zowel geschreven voor de entertainment als om de herinnering van de cultuur te behouden en vast te leggen. Bij het vastleggen werd meer gedacht aan de entertainment en het beschrijven van de grootheid van hun volk dan aan de historische accuraatheid, maar toch zitten er een aantal onderdelen in die echt gebeurd zijn.
Veel van de karakters in het gedicht hebben echt bestaan, zo was bijvoorbeeld Hrothgar een koning die echt geleefd heeft in de zesde eeuw na Christus. Van hem en zijn vrouw zijn verschillende schilderingen gemaakt. Alle gebieden en volkeren die in het verhaal genoemd worden hebben ook echt bestaan en zo geheten. Grendel en de draak zijn mythische wezens en hebben natuurlijk niet echt bestaan, de specifieke slagen zijn dus ook verzonnen. Maar aangezien de karakters in het verhaal echt bestaan hebben en er een angst heerste voor oorlog in die tijd, hebben ze waarschijnlijk dit verhaal gemaakt ter ere van de soldaten in het land en om te laten zien dat ze onoverwinnelijk zijn.