Niemand hier zal zich de winterspelen van 1988 nog herinneren. Maar toch zijn de Winterspelen van 1988 de geschiedenisboeken in gegaan en memorabel geworden. Niet doordat er veel nieuwe records waren, maar vooral door enkele nieuwkomers in de Olympische sport. En misschien weten jullie zelf wel waarover ik het heb, omdat er over beide nieuwkomers films zijn gemaakt.
Het is 1988 en de Winterspelen vinden plaats in Calgary, Canada. Het is vandaag precies 33 jaar geleden dat deze begonnen. Er deden 1423 sporters mee voor 57 landen. Het was het jaar dat Nederlandse schaatser Yvonne van Gennip de medaillespiegel leidde met 3 gewonnen gouden medailles. Verder was het tot dan toe het duurste Olympische evenement, maar dat leidde er uiteindelijk wel toe dat Canada tot de top van de Olympische wintersporten kwam.
Waar Jamaicanen goed in zijn? Snel rennen en reggae. Wat je denkt dat überhaupt niet kan in Jamaica? Bobsleeën. Toch zou je het daar fout hebben. Jamaica, met z'n witte stranden en felblauw water, is uiteraard niet geschikt voor het uitoefenen van wintersporten.
Toch kwam daar in 1987 iemand met een knap staaltje logica: als de Jamaicanen zo goed kunnen rennen, moet bobsleeën toch ook wel kunnen? En met die logica ging het Jamaicaanse Olympische comité aan de slag, op zoek naar atleten. Dit resulteerde uiteindelijk in een team van drie vrijwilligers: Dudley Stokes, Devon Harris en Michael White. Later kwam hier nog Casewell Allen bij. Het team ging trainen en zo kwamen ze uiteindelijk ook terecht in de Amerikaanse media, door hun unieke verhaal.
Uiteindelijk was het in Calgary in 1988 waar Dudley Stokes en Michael White de eerste Jamaicaanse winter olympiërs werden. Ze behaalden niet de beste scores en eindigen uiteindelijk met het tweepersoonsteam op de 30e plaats, van de 41.
Toen het Amerikaanse ijshockeyteam uitviel, ging de Amerikaanse tv zich focussen op het vierpersoons Jamaicaanse bobsleeteam. Ze waren als team niet succesvol en eindigen in de verschillende rondes vaak ergens achteraan. Wel kregen ze hierdoor nog meer bekendheid.
In 1993 werd er van hun verhaal de alom bekende film Cool Runnings gemaakt. Deze werd maar losjes gebaseerd op het team en hun spelers, maar zorgt er nu tegenwoordig voor dat het verhaal van de Jamaicanen bekend blijft.
Een ander onsuccesvol sporter die een grote legacy achterliet, is Eddie Edwards, ook wel bekend onder zijn bijnaam Eddie the Eagle.
Edwards werd geboren als Michael Edwards in Groot Brittannië, en kreeg zijn bijnaam Eddie van zijn vrienden. Hij skiede al, maar veranderde zijn specialiteit in schansspringen toen er geen andere Britse sporters waren die meededen aan deze Olympische sport. Eddie begon te oefenen in Lake Placid onder begeleiding van twee coaches. Hij was eigenlijk te zwaar, had geen financiering, geen goede kleding en kon slecht zien. Dit resulteerde erin dat zijn schansspringen ook niet succesvol was.
Edwards deed mee aan de 70 meter schans en de 90 meter schans, tijdens de Olympische spelen in Calgary. Hij werd beide keren laatste. Ondanks dat hij niet succesvol was in het schansspringen, gingen de mensen wel van hem houden. Hij werd een mediapersoonlijkheid en verscheen in verschillende talkshows. De bijnaam Eddie the Eagle kreeg hij tijdens de spelen, en hij bleef bekend onder deze naam.
Omdat de regels tijdens zijn deelname soepel waren, kwam er na afloop van de spelen een speciale regel: de Eddie the Eagle regel. Dit maakte de eisen strikter waardoor nooit meer iemand met zo weinig ervaring als Edwards mee kon doen aan de Olympische sport.
Ook over Eddie Edwards werd een film gemaakt. Deze verscheen in 2017 met Taron Egerton in de hoofdrol en Hugh Jackman als zijn trainer. De film is echter maar losjes gebaseerd op het leven van Eddie the Eagle.