The Notre-Dame, ook wel bekend als de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal is een katholieke kathedraal die zich bevindt in de Franse hoofdstad Parijs, waar hij op het kleine eiland La Cité bij de Seine staat. De Kathedraal zelf is gebouwd ter ere van de heilige maagd Maria. De Kathedraal is gebouwd tussen 1163 en 1345, waarna hij gerestaureerd is in 1845 en staat sinds 1991 op de werelderfgoedlijst.

De bouw.
De bouw van de Notre-Dame werd bevolen door Bisschop Mauritius van Sully. Van Sully was de bisschop van Parijs tussen 1160 en 1196. Om The Notre-Dame te bouwen, gaf Van Sully het bevel om een andere kathedraal met de grond gelijk te maken. Dit was de Sint-Stefanuskathedraal. Deze kathedraal stond sinds de vierde eeuw vlak voor de locatie waar nu The Notre-Dame staat. Het is onzeker wie de eerste steen heeft gelegd, maar het gerucht gaat dat het of Paus Alexander de derde of Bisschop van Sully op 24 maart 1163 was.

De bouw van het belangrijkste deel, het koor waar de diensten werden gehouden, was voltooid op 19 mei 1182. Dit gedeelte wordt vaak als eerste gebouwd zodat de kerkdiensten gehouden kunnen worden, maar ze nog altijd verder kunnen bouwen aan de rest. Tegen 1260 was de bouw bijna klaar, maar door verschillende aanpassingen dankzij de revolutie werkzaamheden en de verschillende overheersende meningen duurde het nog tot 1345 voor de kathedraal echt klaar was.

Franse Revolutie
Tijdens de Franse Revolutie, 1789 tot 1799, stond The Notre-Dame bekend onder een andere naam, namelijk Tempel van de Rede. Gedurende deze tijd heeft The Notre-Dame veel schade geleden. Zo werden er ontzettend veel kunstwerken gestolen en vernield. Onder deze kunstwerken waren ook zo’n 28 beelden van Koningen van Juda. Deze beelden stonden op de westgevel en werden gedurende de Franse Revolutie onthoofd. De beelden zelf zijn onthoofd omdat de mensen dachten dat het beelden van de Franse koningen waren. Pas vanaf 1801 werd de Notre-Dame weer als heilige mis gebruikt. Dit nadat Paus Pius VII en Napoleon op 15 juli het Concordaat tekenden.

Brand
Gedurende de middag van 15 april 2019 werd Parijs opgeschrikt door een grote brand bij de Notre-Dame. Rookwolken waren door bijna de hele stad te zien en de brand richtte grote schade aan. Zo zijn de torenspits en het dak ingestort en zijn ook veel persoonlijke spullen in de kathedraal beschadigd. Waarschijnlijk begon brand gedurende de mis rond 18:20, toen het brandalarm afging, maar werd pas gezien rond 18:51. Hoewel de brandweer zich haastte om de schade te beperken, kregen ze de brand niet onder controle. Meer dan vierhonderd leden van de brandweer waren bezig om de brand onder controle te krijgen. Iets wat pas na ongeveer negen uur blussen gelukt is. Na onderzoek is gebleken dat onvoorzichtigheid tijdens de renovatiewerkzaamheden die bezig waren de oorzaak van de brand is. Ondanks dat er een mis bezig was, zijn er geen dodelijke gewonden gevallen. In totaal zijn er drie gewonden gevallen, waarvan 1 brandweer en twee politieagenten. In de nacht van 15 op 16 april kondigde president Emmanuel Macron al aan dat ze van plan zijn om de Kathedraal te herbouwen. Direct werd er een campagne opgesteld om geld in te zamelen. Verschillende bedrijven gaven aan om aan de campagne te doneren. In totaal werd er meer dan € 800 miljoen euro in de eerste 24 uur beloofd door verschillende bedrijven, instellingen en mensen. Ondanks dit grote bedrag was er op 14 juli nog maar € 80 miljoen ingezameld. Het plan was om de Kathedraal binnen vier jaar te herstellen, zodat hij voor de Olympische Spelen in 2024 klaar is. Architecten daarin tegen schatten dat het twintig tot veertig jaar kan duren voor de Kathedraal weer is hersteld.