Zeegras lijkt niet zo'n bijzonder onderwerp. Gras kennen we immers allemaal en het is overal in Nederland, maar zeegras is een stuk specialer dan gras op het land. Het is de enige vaatplant die in Noordwest-Europa onder water groeit, het zorgt voor veel opname van CO2 en het is heel belangrijk voor de biodiversiteit. Vandaag ga ik jullie meer uitleggen over dit speciale gras.
Wat is zeegras? Zeegras is zoals ik net al schreef een vaatplant. Vaatplanten zijn planten met een transportsysteem erin om bijvoorbeeld water en voedingsstoffen van de wortels naar de bladeren te krijgen. De meeste waterplanten nemen voedingsstoffen direct op uit het water, maar zeegras haalt het uit de grond. Het zijn landplanten die zich hebben aangepast aan het leven onderwater en hebben daarom nog steeds veel eigenschappen die planten hebben die op het land leven. Zo halen ze dus voeding uit de bodem, en ze hebben bloemen, pollen en zaden.
Welke soorten zijn er? Er bestaan meer dan vijftig soorten zeegras, maar langs de wateren van Nederland en België kennen we maar twee soorten: klein zeegras (Zostera noltii) en groot zeegras (Zostera marina). Zoals de naam al zegt, is klein zeegras kleiner dan groot zeegras. Klein zeegras wordt niet langer dan 25cm en de bladeren van groot zeegras kunnen wel 1 meter lang worden. Verder groeit het op verschillende plekken. Klein zeegras groeit in de zone tussen laag- en hoogwater, waar het droog kan vallen. Groot zeegras groeit dieper, vanaf de zogeheten laagwaterlijn tot een diepte van 50 meter, waar het nooit droog staat. Hierdoor moet klein zeegras dus beter bestand zijn tegen wisselingen in temperatuur en zoutgehalte dan groot zeegras.
Daling van de hoeveelheid zeegras Vroeger, rond 1930, kwam zeegras in Nederland in grote hoeveelheden voor. Er waren grote grasvelden in de Zuiderzee, het werden de wierwaarden genoemd. Groot zeegras werd toen veelvuldig verhandeld en gebruikt als bouwmateriaal voor dijken en als vulling in matrassen of kussens. Tegenwoordig groeit het zeegras in Nederland enkel nog in de delta bij de Oosterschelde, de Eems en in de Waddenzee. Veel onderzoekers pleiten voor een betere bescherming van de zeegrassen en er wordt in heel Europa nieuw zeegras gekweekt (waar dit mogelijk is).
De reden dat er veel zeegras verdwenen is na 1930, is een wierziekte in 1932. Het zeegras begon zich te herstellen rond 1940. Als de mens hier niet doorheen was gegaan, was het waarschijnlijk nu in grotere hoeveelheden terug gegroeid. Echter zorgde bijvoorbeeld de aanleg van de afsluitdijk voor de verdwijning van heel veel zeegras en zo heeft de mens er helaas een negatieve invloed op (gehad).
Waarom bescherming van zeegrassen? Er zijn twee grote redenen om zeegras te beschermen: het slaat veel CO2 op en het zorgt voor een grote biodiversiteit. Zeegras wordt vergeleken met koraal wanneer het gaat over het milieu. Zeegras kan per vierkante kilometer tot zo'n 83.000 ton CO2 opslaan. Om jullie een beeld te geven: een gemiddeld bos kan tot 30.000 ton CO2 opslaan. Onderzoekers schatten dat het zeegras verantwoordelijk is voor tien procent van al het koolstof dat in Oceanen wordt opgeslagen. Zeegras is dus heel goed voor het milieu, aangezien het de lucht filtert van CO2.
Verder hebben veel dieren profijt van zeegras. Het wordt gegeten door veel watervogels en ook jonge vissen kunnen erg goed schuilen in het gras. Daarnaast hebben onderzoekers een relatie gevonden tussen de kwaliteit van het leven van schelpdieren en zeegras. Ze zetten potten met zeegras met en zonder schelpdieren neer en maten toen hoe goed het gras groeide en de schelpdieren leefden. Het zeegras groeide beter in de potten met schelpdieren erbij, maar ook de schelpdieren deden het beter in combinatie met het zeegras dan zonder. De plant gaf zuurstof aan de schelpdieren en de bacteriën in de schelpdieren zorgden voor de verwijdering van zwavel in het water (een stof waar zeegras niet goed tegen kan). Je kunt je dus goed voorstellen dat zeegras van groot belang is voor dieren en mensen.