De verboden stad, onder de Chinese burgers ook wel bekend als Gugong (Keizerlijk Paleis) is een populaire toeristische attractie in China. Hij bevindt zich in de Chinese hoofdstad Peking en werd gebouwd als thuisplaats voor de Chinese keizers uit de Ming en Qing-Dynastie. De verboden stad zelf werd gebouwd op bevel van keizer Yongle en was klaar in het jaar 1420. In totaal hebben meer dan een miljoen arbeiders aan de verboden stad gewerkt.
De stad In het jaar 1406 begon de Chinese keizer Yongle met het bouwen van de verboden stad. De bouw zou tot 1420 duren, met als doel om een nieuwe verblijfplaats te worden voor de huidige keizer. De verboden stad zou dan ook een vervanging worden van het keizerlijke paleis in de voormalige hoofdstad Nanjing. In het begin werd het veel gebruikt als het winterverblijf, maar later werd de verboden stad meer dan 500 jaar de thuisbasis van de Chinese keizers. Een plek voor ceremonies en het politieke centrum van de Chinese regering. De stad zelf is ruim 72 hectare groot en staat sinds 1987 op de werelderfgoedlijst. Hier staat het bekend als de grootste verzameling bewaard gebleven houten constructies ter wereld. Niet alleen staat het bekend als de grootste verzameling houten constructies, met zijn geschatte waarde van 70 miljard dollar is het ook het meest waardevolle paleis ter wereld. Ondanks dat het bekend staat als het grootste paleis, zijn er andere Chinese keizerlijke woonplaatsen die groter zijn. Denk bijvoorbeeld aan Zhongnanhai, die ten westen van de verboden stad ligt en ruim 6,1 kilometer is. Zoals eerder vermeld is het inmiddels een toeristische attractie. In 2019 waren er meer dan 19 miljoen bezoekers.
Gebouwen In totaal zijn er in de verboden stad 980 gebouwen, die samen ruim 8886 kamers hebben. De gebouwen zijn gemaakt in de traditionele Chinese architectuur en heeft een grote invloed gehad op de Oost-Azië cultuur en architecturale ontwikkeling. De stad zelf is verdeeld in twee hoven. Het binnenhof en het buitenhof. In het binnenhof zijn de paleizen te vinden. Denk hierbij aan de Qian Qing Gon en Kun Ning Gong, maar ook zes kleine paleizen. In het buitenhof zijn voornamelijk paviljoenen te vinden. Hier hield de regerende keizer vaak zijn belangrijke besprekingen. Als één van de laatste gebouwen werd de Hemeltempel gemaakt. In deze tempel werden vaak de gebeden tot de hemel gehouden. Er werd geloofd dat dit voor een goede oogst zorgde.
De gebouwen zelf zijn omringt door veel symboliek. Zo hebben bijna alle daken van de stad gele dakpannen, de kleur van de keizer. Alleen de bibliotheek van letterkunde Diepgang had zwarte tegels. Dit omdat zwart werd verbonden aan water. Er werd dan ook geloofd dat de zwarte tegels brand voorkwamen. Andere gebouwen die een andere kleur dakpannen hadden, waren de verblijven van de kroonprins. De verblijven van de kroonprins hebben groene tegels. Dit omdat groen verbonden is aan hout en dus de groei van het keizerrijk.
Bewoners In totaal hebben er vierentwintig keizers met hun families in de verboden stad gewoond. Van 1420 tot 1924. In het binnenhof woonden de keizer en zijn familie zelf, waar in de buitenhof de hofhouding woonde. De hofhouding bestond uit paleiswachten, eunuchs (gecastreerde politici) en concubines. In totaal woonden er meer dan duizend mensen in de stad, hoewel het voor het gewone volk verboden was de stad te betreden.
Keizerlijke stad De Keizerlijke stad is een plek dat de verboden stad omringt. Net als de Verboden Stad mochten ook hier geen burgers komen. De stad werd dan ook omringt door stadsmuren. In de Keizerlijke stad waren onder meer een bakkerij te vinden, maar ook een naaiatelier, wapenzaal en de stallen. De dokters die de castratie van de politici uitvoerden woonden ook in de Keizerlijke stad. Dankzij de keizerlijke stad waren de Verboden Stad en zijn bewoners volledig zelfvoorzienend.