Sinds mei dit jaar (2022) is er een nieuw soort quiz programma op de televisie (RTL 4), namelijk de 1% quiz. Wat deze quiz uniek maakt tegenover bestaande quizzen, is dat het geen feitelijke kennis test, maar logisch nadenken. Vandaag ga ik jullie iets meer vertellen over de quiz en wat nou het verschil is tussen kennis testen en de vragen in deze quiz.
Hoe werkt het programma? Voor iedere aflevering heeft er een representatief publieksonderzoek plaatsgevonden, waarbij willekeurige Nederlanders vragen moesten beantwoorden. Deze vragen zijn gerangschikt over hoeveel procent van de Nederlanders de vragen goed had en zo vormen ze de basis van het programma.
Het programma begint immers met een vraag die 90% van de deelnemers van het publieksonderzoek goed had en zo worden de vragen steeds moeilijker totdat de 1% vraag gespeeld wordt, die dus maar één procent van de mensen uit het onderzoek goed had. De show begint met honderd deelnemers en wanneer iemand een vraag fout beantwoordt, valt deze persoon af. De mensen die nog steeds in de race zijn wanneer de 1% vraag gespeeld wordt, maken kans op maximaal vijftigduizend euro als ze deze vraag goed beantwoorden.
Voor iedere vraag heb je dertig seconden de tijd om een antwoord in te toetsen en als kijker tevens dertig seconden om het voor jezelf te bedenken. De presentator, Tijl Beckand, maakt wel nog grapjes tijdens deze nadenktijd wat kan zorgen voor een extra moeilijkheidsgraad.
Voorbeeldvragen van deze quiz kan je vinden bij de competitie van vandaag, waar ik jullie uitdaag om ook een aantal vragen te beantwoorden en in te sturen. Echter hebben jullie hierbij alle tijd om na te denken, waar dit in de echte quiz dus niet zo is.
Wetenschappelijk onderbouwd - verschil met andere quizzen De meeste quizzen testen, zoals ik hierboven al noemde, feitelijke kennis die men over de jaren heen vergaart. Wetenschappelijk gezien, testen deze quizzen de 'crystallized intelligence'. De crystallized intelligence of gekristalliseerde intelligentie verwijst namelijk naar de ophoping van kennis, feiten en vaardigheden die gedurende het leven worden geleerd door iemand. Een voorbeeld daarvan is dat iemand weet wanneer zijn moeder geboren is. Daar tegenover staat in de wetenschap de 'fluid intelligence'.
De fluid intelligence of vloeibare intelligentie verwijst naar de vaardigheid om flexibel te beredeneren en naar probleemoplossend vermogen. Een voorbeeld daarvan is dat iemand uit kan rekenen hoe oud zijn moeder is als hij weet wanneer deze geboren is. Bij deze quiz moet je vaak ook het antwoord vinden in de vraag of logisch nadenken en daarom wordt hier de fluid intelligence getest van de deelnemers.
Dit is een interessante tabel van PsychCentral.com die de grootste verschillen tussen de twee soorten intelligentie goed weergeeft.
Raymond B. Cattell is de eerste die sprak over deze vormen van intelligentie in 1940 en breidde zijn theorieën heirover uit tot 1942. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen deze vormen van intelligentie, want het leert ons begrijpen hoe onze hersenen werken en waar het ook mis kan gaan bij verschillende ziektes.