in het water zag ik verhaal |
in het water zag ik. inleiding. emma is een meisje dat graag naar het strand gaat. ook deze dag gaat ze weer . maar ze zag iets vreemd in het water. maar wat zag ze nou.. schat, waar ga je heen riep mijn moeder. ik zei van ik ga naar het strand waar anders. ik pakte mijn fiets en ging via de hobbelige weg naar het strand wat dichtbij een stel rotsen lag. eindelijk was ik er . ik zette mijn fiets in de fietsenrek . en liep via het zandpad naar de rotsen waar ik graag zit. klimmend op de smerige en gladde rotsen vond ik eindelijk een redelijk schoon en droog plekje. de golven klotsen tegen de roitswand aan. heerlijk, ik vindt het zo heerlijk om bij het strand te zitten. waarom zit ik altijd in mij zelf te kletsen riep ik letterlijk hardop. toen ik in het water keek . in het water zag ik een zeemeermin. ze had een mooie agua groene staart die ook nog in het water mooi glimt. ze had zover ik kon zien mooie blond\goude haar. ik keek vol bewondering . de zeemeermin kwam omhoog. h..hallo stampelde ik . ik kon het niet geloven. is dat een zeemeermin ? vroeg ik mezelf af. hallo emma zei de zeemmeermin. hoe ..hoe weet zij mijn naam dacht ik. maar ik zei niks en luisterde verder. je dromen zullen uitkomen maar er zal iets verschrikkelijks gebeuren met je famillie . ik kon mijn oren niet geloven . was het goed wat ik hoorde zal er iets verschrikkelijks gebeuren. voordat ik nog wat kon zeggen was de zeemeermin al weg. ik bleef geloof ik een poosje verstijfd zitten. toen pakte ik mijn spullen en klom terug naar het zandpad. toen ik eindelijk bij mijn fiets kwam en de sleutel in het slot deed en open . fietste ik snel terug naar huis. mam je wilt niet geloven wat ik zag in het water schreeuwde ik door het huis zo hard dat zelfs de buren het konden horen. schat, zeemeerminnen bestaan niet . dat zei mijn moeder he terwijl ik het zelf had gezien.maar tja ik ging er maar niet op verder . stampend liep ik de trap op richting mijn kamer en begon de zeemeermin die ik had gezien te tekenen. de volgende dag kwam ik terug. ik klom weer over de smerige rotsen op en keek in het water maar zag helemaal niks. de vorige keer duurde het ook wat langer . dus ik bleef zittend meschien kwam ze weer niet. mmm nja dan blijf ik hier overnachten. ik belden mijn moeder op en ze kwam mijn spullen brengen. maar de hele avond kwam ze maar niet. waarom heb ik die zeemeermin niet haar naam gevraagt? logisch dat doe je niet al je een zeemeermin ziet. of wel? zo zat ik de hele avond daarover te praten in mezelf natuurlijk. de avond ging voorbij maar geen zeemeermin. ik ging maar weer naar huis. toen ik eindelijk thuis was pakte ik m,n lathop en ging info opzoeken. zeemeerminnen dit en dat bla bla bla . staat er dan ook niets nuttigs op internet. ooh wacht hier zeemeerminen komen maar zelden boven als je dan er 1 ziet is dat ook de eerste en de laaste keer in je hele leven. dat was dus duidelijk ze komt niet terug. boef. wat was dat ik maakte dat ik benenden kwam. ik was liever niet gegaan want de hete soep lag op de grond en ik zag me moeder op de grondliggen. schat bel 113. dat deed ik .de ambulance kwam. wat is er gebeurd mevrouw ? zei de ambulancebroeder tegen m,n moeder. ik viel zomaar. paar dagen later bleek het niets ernstig te zijn. ze was gewoon even flauwgevallen. ik en mijn moeder moesten er dagen om lachen. ooka l was het niet om te laggen. mam ik wilde dat ik die zeemeermin nog eens zag zei ik zacht.de volgende dag ging ik weer naar het strand. ze zat rustig toen ze werd onderbroken werd door prescies dezelfde zeemeermin. sorry zei de zeemeermin. waarvoor zei ik. er gaat niks gebeuren met je familie maar je dromen zullen wel uitkomen. oke zei ik voor dat ik haar nog kon vragen wat haar naam is was ze weer weg. goed om te weten dat het fout was van mijn familie. maar van wiens familie dan. naja ik hoef er geen zorgen meer om te maken. dit was het. let niet op m,n spelling |