|
Blog
|
Never alone competitie 2 |
Nuna riep haar vosje, voordat de ijsbeer weer naar hun toe zou komen. 'Gelukkig,
daar zijn we aan ontsnapt.' Ze wist dat het beestje geen antwoord zou geven, maar toch moest ze iets zeggen. Ze keek omlaag om de witte vacht aan te raken. De ogen van de vos staarden haar aan toen ze stopte met aaien. 'Het is goed zo, ik kan niet heel de dag door gaan.' Ze glimlachte toen het witte beestje koppig zijn kop weg draaide. Een enorme windvlaag beukte tegen Nuna op. Ze kon nog net haar vosje pakken, voordat deze meegenomen werd door de harde wind. Ze liep tegen de wind in, dit was bepaald niet makkelijk. Nuna was bijna bij een berg aangekomen. Het vosje had ze nog steeds stevig tegen zich aangeklemd. Ze stapte snel door en begon haar weg naar boven, de berg op. Haar ene voet stond nog op de grond, voordat ze haar andere voet in de besneeuwde berg zette, deed ze het vosje onder haar jas en ze zorgde ervoor dat hij nog adem kon halen. Ze zette haar rechtervoet in de sneeuw op de berg en zocht naar houvast. Toen ze die vond, deed ze dit hetzelfde met haar linkervoet, die kwam nu los van de grond. Zo deed ze dit een paar keer. Haar beide voeten staken in de berg, toen het weer begon te waaien. De lieve kraaloogjes van de vos keken haar verwachtingsvol aan. Ze liet een glimlach ontsnappen. Plots vloog haar capuchon af, door de harde windvlaag. Haar zwarte, korte haar vloog nu wild door de lucht. Ze hoorde gekraak onder zich. Opeens zakte ze een stuk weg en ze gleed ongeveer een meter naar beneden. Ze probeerde een uitsteeksel te vinden om zich aan vast te houden, maar die vond ze niet. Ze gleed nog verder weg en toen viel ze. Nuna merkte niet dat ze een heleboel sneeuw met zich meenam. Hard kwam ze op de grond terecht, dicht bij de berg. Gelukkig had de sneeuw een deel van haar klap opgevangen. Toch voelde ze een pijnscheut door haar schouder gaan. Het piepende geluid van het vosje zorgde ervoor dat ze zich op haar rug draaide, voor zover dat ging. Het witte ding glipte uit haar jas. Toen gebeurde het: er kwam een dikke laag sneeuw op de twee terecht. In eerste instantie kreeg ze geen lucht, totdat ze wat sneeuw rondom zich heen had weggegraven. Ze hapte naar lucht en voelde de zuurstof diep in haar lichaam verdwijnen. Het enigste wat ze zag, was wit. Sneeuw. Ze raakte in paniek en probeerde te schreeuwen, maar daardoor kreeg ze alleen maar sneeuw naar binnen. Ze hoestte en gelukkig kon ze weer ademhalen. Nuna wist niet hoe lang ze daar nu gelegen had, maar plots scheen er een fel licht in haar gezicht. Het was dat van de zon, er zat een gat in de sneeuw en ze kon er uit. Toen ze weer op beide voeten stond, merkte ze pas hoe koud ze het had. Voor haar stonden een stuk of zes husky's. Ze blaften toen ze zagen dat Nuna hun aankeek. Naast de honden lag haar vosje. Zeker was hij aan de sneeuw ontkomen en had hij deze honden voor haar gehaald. 'Gaat het met je?' Ze draaide zich om en er stond een man, met de capuchon over zijn hoofd getrokken. Achter hem stond een slee, de banden lagen los. De honden waren dus van hem. 'Wil je met mij mee rijden? Ik ga langs de berg.' Nuna knikte, ze bukte en gaf het witte knuffelbeest een dikke pakkert. Dat had hij wel verdiend. |