1.    De kudde

Het was volle maan, toen de prachtige kudden Arabieren aan kwam draven. Vooraan de kudde liep een prachtige bruine hengst, hij was de leider van de kudde. Zijn ogen twonkele in het maanlicht. een keer in het jaar kwam deze kudde naar de bergen om nieuwe veulens het leven te schenken. Ik had mijn ouders gesmeekt om te gaan kijken, na heel veel zeuren zijden ze eindelijk ja

We pakte een  huisje bij de bergen, die avond was het zover, we waren het nieuws aan het kijken waar gezecht werd tot mijn schrik dat het gebied waar de kudde leefde was getroffen door een oorlog. Mijn vader zij dat de kans niet groot was dat de kudde nog leefde. Maar opeens toen ik in bed lach hoorde je de voetstappen van de kudde. Je zag de prachtige hengst. Maar opeens… een van de mooiste merries uit de kudde viel neer. Je hoorde een groote klap. Daar lach ze, zo snel als ik kon rende ik naar beneden ik pakte mijn jas en mijn schoenen,  ik gaf mijn ouders zelfs de kans niet eens om te vragen wat ik ging doen. Mijn vader kwam met een boze blik achter me aan gerent maar toen hij de merrie zag trok dat gezicht weg en rende hij ook naar de merrie. Dit is niet goed zij hij,(ik en mijn vader weten heel veel van paarden dus kunnen zien wanneer het goed is of niet) ‘ik ga een docter bellen’ zij mijn vader, ik legde haar hoofd op mijn schoot, opeens begon ze te hinniken  de kudde was weg…