Saturn schreef:
Luna begon nog dieper te twijfelen. Ze dacht aan wat Kattey gezegd had: “Wat ben jij toch een lafaard.” De woorden bleven in Luna’s hoofd dollen. “Ik ga bewijzen dat ik geen lafaard ben” Mompelde ze. Ze liep toch door, Kattey huilend achterlatend.
Daar was Kattey dan, moederziel alleen. Ze wist niet at ze moest doen. Had ze nou maar niet tegen Luna gelogen! Ze trok aan haar been maar ze kwam niet los. “Luna! Luna het spijt me!” Schreeuwde Kattey. Ze begon nog harder te huilen. “Help me asjeblieft!” Katteys verdriet veranderde in boosheid. Ze trok keihard aan haar been, en opeens klikte de val los. “Het is gelukt!” Zei Kattey blij. “En nu Luna zoeken”
Luna was gauw doorgerend. Ze was eigenlijk doodsbang, maar ze liet niks merken. “Ik zal nooit toegeven!” Schreeuwde ze. Luna rende door, totdat er een nieuw bord tevoorschijn kwam; VLIEGENDE MESSEN. Ze schoot eerst in de lach, maar daarna werd ze toch bang. Heel voorzichtig liep ze door. Opeens schoot er een mes VLAK voor Luna’s neus voorbij. Luna begon keihard te gillen. Zo hard als ze kon rende ze naar een boom. Ze ging er snel achter zitten en begon te huilen. “Ik ben zo bang” Snikte Luna.
Kattey rende snel maar voorzichtig langs alle vallen. “Luna! Luna waar ben je!?” Schreeuwde ze. Kattey rende, en rende. Het kon haar niet meer schelen wat er gebeurde, ze moest en zal Luna vinden. Ze kwam bij het messenveld. Voorzichtig sloop Kattey door het veld heen. “Luna” Fluisterde ze in de hoop dat Luna het hoorde. Opeens hoorde ze zacht gesnik.
Luna hoorde voetstappen, maar ze durfte niet te kijken. Straks was het een monster die haar komt vermoorden? Toen de voetstappen dichterbij kwamen, rolde Luna zich op in een balletje. “Laat me met rust, asjeblieft” Piepte ze. “Ik zal je nooit iets aandoen” Hoorde ze iemand zacht zeggen. Luna opende heel voorzichtig een oog. “Kattey?” Vroeg ze voorzichtig. Ze opende ook haar andere oog. “Kattey!” Schreeuwde ze.
Kattey gaf Luna meteen een knuffel. “Het spijt me zo erg dat ik je achterliet” Zei Luna zacht. “Het geeft niet” Zei Kattey. Ze ging naast Luna zitten. Opeens kreeg Kattey het idee dat ze naar beneden zakte. “Huh?” Zei ze en ze stond op. “Er zit een gat in de boom?” Zei Luna verbaast. Kattey keek ernaar. “Dit is een teken” Zei ze. “Hoe bedoel je?” Vroeg Luna en ze keek Kattey bang aan. “We moeten erin springen” Luna keek naar het gat. “Echt niet!” “We moeten wel! We kunnen hier niet lang blijven neem ik aan” Zei Kattey serieus. Heel voorzichtig klom ze in het gat.
“Wacht op mij!” Zei Luna toch maar. Ze moest wel, anders zou ze waarschijnlijk doodgaan. Ze klom toch voorzichtig in het gat.
Langzaam openden Luna en Kattey hun ogen. Ze keken elkaar aan. Waren ze terug? Snel stonden ze op. Ze stonden midden in Katteys achtertuin. “We zijn terug!” Zei Luna blij. “Ik zal je nooit meer in de steek laten” Zei ze en ze gaf Kattey een knuffel. “Ik vergeef je” Zei Kattey.