Nuts schreef:
krijgt van mij een weekje manager cadeau, gewoon omdat het kan. De vragen gaan over taal, want ik houd van taal. Liefs.
1. Juist of onjuist?
A. Hannah vroeg aan de buurvrouw wiens tas was gestolen of zij haar naar het politiebureau moest brengen om aangifte te doen.
B. De architect heeft een nieuwe bouwtekening gemaakt, maar ik heb haar nog niet kunnen bestuderen.
C. "Pap, bel jij even de verzekering. We moeten de auto nog verzekeren voor schade."
D. De blauwe plek op haar huid kleur als de Melkweg; een ronde plek van wit, paars en blauw.
Je hoeft alleen maar te zeggen of ze juist of onjuist zijn, dus je hoeft niks te verbeteren of iets dergelijks.