schreef:
'Gelukkig niet.' De kerk had hem nooit zo getrokken. Hij vond dat geld aftroggelden van mensen die het zelf ook nodig hadden en dat omdat ze dan zogenaamd een goed mens waren en in de hemel zouden belanden. Wat een onzin. Voor sommige mensen bood het misschien een uitweg, maar voor hem was er toch geen uitweg. Hij bestudeerde Lily en luisterde naar de woorden die uit haar mond gleden. Wilde hij zijn leven beteren? Nee, eigenlijk niet. Dat hij hier zat, was alleen maar omdat hij beloofd had. Misschien wilde hij dan toch iets verbeteren. Een frons verscheen op zijn gezicht toen ze zich verontschuldigde, maar hij ging er niet op in.
'Misschien wens ik dat inderdaad wel,' zei hij, zonder haar echt aan te kijken. Met vrouwen praten ging hem over het algemeen wel goed af, hoewel hij niet begreep wat ze in hem zagen. Het was niet alsof hij lief was. Op een of andere manier gingen ze voor de types die hen niet goed zouden behandelen. Vreemd.
Kort keek hij naar Lily voordat hij in de zaal in liep. Ze was iets korter dan hij was, maar niet veel. Ze had lange dreads en ogen die niet te missen waren. Ze was waarschijnlijk alles wat hij niet was. Hij schudde zijn hoofd en keek de zaal door, er zaten al aardig wat mensen. Hij zakte wat onderuit op zijn stoel en sloeg zijn arme over elkaar, het zou vast zo weer voorbij zijn.
Een man van middelbare leeftijd kwam de zaal in lopen. Hij herkende de man van de folder, Oliver Marrek. Meer wist hij niet. Hij hield zijn hoofd iets schuin terwijl de man naar voren liep en een microfoon pakte. De folder had gezegd dat hij dit opgebouwd had, dus waarschijnlijk zouden ze ook nog een saaie inleiding krijgen.
'Toen ik twintig was, werd de vrouw met wie ik ging trouwen, vermoord. Ik was bij haar sinds mijn dertiende en wat ooit kalverliefde was, was omgeslagen in echte liefde. We kwamen uit de kroeg en van het ene op het andere moment was ze weg, dood. Mijn wereld stortte compleet in. Ik ging bij een bende, want dat was de enige manier om met mijn woede en machteloosheid om te kunnen gaan. Ik ben beschoten, in elkaar geslagen en gebruikt, maar wonderbaarlijk genoeg overleefde ik het drie jaar lang. Dat was tot ik zag dat ik niet beter was dan de man die mijn verloofde vermoord had. Ik moordde ook, ik heb ook families verscheurd. Ik denk dat ik daar mijn hele leven spijt van zal hebben. Ik vluchtte naar het instituut, waar jullie ook allemaal welkom zijn, en kwam daar mijn huidige vrouw tegen. Niet alleen kreeg ik de kans om opnieuw gelukkig te worden, maar ook kreeg ik de kans om goed te maken wat ik gedaan had,' zei de man. Oké, misschien was de inleiding niet zo dom als hij gedacht had. Hij bestudeerde de man, er lag meer achter hem dan hij had gedacht.
'Ik weet dat jullie geen oplossing zien, maar een bende zal ook niet de oplossing zijn. Ik kan dat weten. En niet alleen ik, maar ook alle anderen die hier spreken. Ik kan jullie niet verplichten te blijven, maar ik raad je aan om dat wel te doen.' De zaal was verrassend genoeg stil.