schreef:
In een haastig tempo draafde Julian samen met zijn paard door de bossen, weg van het paleis. Hij moest moeite doen om het paard onder controle te houden, want hij raakte afgeleid bij elk klein geluidje dat hij hoorde. Het paard was nog jong en volgde nog trainingen voordat hij eigenlijk lange stukken door het bos op pad mocht. Toch kon Julian dat niks schelen, hij kon heel goed met de paarden en had geen moeite met het drukke paard waarop hij reed. Integendeel, hij had liever een paard waar hij mee bezig kon dan een van de oudere paarden die je contant moest aansporen om in de galop te blijven, daar zat voor Julian geen uitdaging meer in.
Na een poos nam hij een afslag en reed richting de dichtsbijzijnde stad waar hij enkele families bij langs ging om de envelop te overhandigen. Van jongs af aan kwam hij vaak in de stad, maar hoe ouder hij werd, hoe minder hij hier te vinden was. Toen hij jong was mocht hij hier spelen met vriendjes, die geen moeite hadden met het feit dat hij een bastard son was van de koning. Jonge kinderen denken daar niet over na, zoiets is niet belangrijk. Maar van de ene dag op de andere kwam hij erachter dat hun ouders niet meer wilden dat ze met Julian gingen spelen. Toen begon hij zich te realiseren dat er iets mis was met hem. Dat hij niet hetzelfde was als zijn broertje Eric en zijn zusjes, dat had hij al wel in de gaten. Hij begon vragen te stellen aan zijn vader, die uiteindelijk hem de waarheid vertelde. Hij was een bastard son en de koningin was niet zijn moeder. Dat was in het begin moeilijk te begrijpen voor hem, vooral omdat hij nog zo jong was. Hij vroeg ook wie dan zijn echte moeder was, maar tot op het heden had hij daar nog geen antwoord opgekregen. Hij zou er nog wel achterkomen, maakte hij zichzelf wijs. Dat zei hij natuurlijk niet hardop, het was geen toeval dat elk spoor naar zijn moeder was uitgewist. Het personeel wist van niks, de koningin vroeg hij er uit respect niet naar, en zijn vader wilde er al helemaal geen woord over zeggen. Hij had niet eens antwoord op de vraag of zijn moeder nog wel leefde of niet. Hij zou het antwoord vinden op die vraag, daar geloofde hij tenminste in.
De stadspoord werd direct voor hem geopend toen twee knechten hem zagen aankomen rijden, en het koninklijke embleem op zijn kleding zagen. Ze maakten tegelijk een buiging voor hem, maar Julian besteedde daar weinig aandacht aan. Al die degelijkheid hoefde van hem niet, een echte prins voelde hij zich ook niet, niet als hij thuis was.
Hij reed stapvoets door de smalle straatjes van de stad, een nare geur stroomde zijn neus binnen. Het was nooit fijn om hier langs te komen, de armoede binnen de stadsmuren was niet te missen. Je zag het aan de bedelaars die er broodmager uitzagen, maar ook aan de inwoners die er treurig bijliepen en op de markt voor lage prijzen hun producten probeerden te verkopen. De meeste huizen waren nauw aaneen gebouwd en stonden op instorten, als het uberhaupt al niet een raam mistte. Als hij koning was, dan was armoede het eerste probleem waar hij iets aan zou doen, dacht hij altijd. Helaas was dat allemaal niet zo simpel, dacht hij...
Toen hij de arme wijken was doorkruisd kwam hij in het rijkere gedeelte van de stad, waar grote en vrijstaande huizen stonden, de huizen van de rijke mensen van de stad. Hij doorzocht de enveloppen en leverde ze allemaal persoonlijk af, zodat hij vanavond nog het aantal verwachte gasten kon doorgeven. Het koste dus ook redelijk wat tijd voor hij klaar was en op een rap tempo haastte hij zich de stadsmuren weer uit terwijl hij opweg ging naar de volgende adressen. Hij genoot van de frisse wind en de zon die helder aan de hemel scheen, het was prachtig weer vandaag en daarom vond hij het ook niet zo erg om de uitnodigingen rond te brengen. Hij keek er toch al niet erg naar uit om zich de hele dag op Eric en Abigail te richten, zoals zijn andere familieleden echter wel deden. De komende weken zouden toch alleen maar om het jonge koppel draaien tot de bruiloft achter de rug was. Toch zou alles nooit meer zo worden zoals het was, het was nog niet zeker wanneer de koning afstand zou doen van de troon maar dat moment leek niet meer heel ver weg. Tijd voor verandering was het misschien wel, maar dit kon wel ten koste gaan van Julian. Gelukkig was hij daar op voorbereid, en omdat er juist niks aan te doen was kon hij zich er ook niet heel erg druk om maken.
De tijd leek veel sneller voorbij te gaan dan hij in de gaten had, het begon zelfs al te schemeren op het moment dat Julian weer terug ging naar het paleis. Hij had alle enveloppen afgegeven en vooral veel enthousiaste reacties gehoord. Iedereen was erg nieuwsgierig naar Abigail. Dat was begrijpelijk, ze wilden natuurlijk weten wie de nieuwe koningin van het rijk zou worden. Rustig draafde hij terug naar het paleis, hij was uitgeput en zijn paard ook. Uit eindelijk was het een lange dag geworden en hij had trek. Gelukkig was het paleis al niet ver meer uit het zicht en zou hij in enkele minuten eindelijk weer thuis zijn.
@BeauRathbone