BeauRathbone schreef:
Abigail beet zachtjes op haar lip, terwijl ze even om zich heen kreeg. De ochtend was nog maar net begonnen, maar de bediende in huize de Montrevie waren al druk in de weer. De dag was aangebroken. De dag waarop de oudste van de hertog van de Montrevie zou vertrekken naar het koninklijk paleis. Abigail was één van de twee bedienden die met Reeva mee zou gaan. Ze wist dat ze daar geluk mee had, maar dat het deels ook bij haar status hoorde. Het meisje behoorde tot het selecte groepje van persoonlijke hofdames. Ze hadden een hogere rang dan de gewone hofdames, maar behoorde tegelijkertijd nog steeds tot het onderste gedeelte van de rangorde. Al mocht het meisje niet klagen. Ze had ook op straat kunnen eindigen. Ze had het aan haar moeder te danken dat dit niet gebeurt was. Abi's moeder werkte ook als hofdame voor familie de Montrevie. Jammer genoeg was de vrouw overleden bij haar geboorte. Waar haar vader in dit plaatje thuishoorde, wist ze niet. Haar vader had ze immers nooit gekend. Al vond het meisje zichzelf niet zielig. Abi had een dak boven haar hoofd en kreeg iedere avond een bord met eten voor haar neus geschoven. Al was het wel hard werken. Het voorbereiden tot de verhuizing begon maanden geleden al, toen het besluit net genomen was. De verhuizing moest zo soepel mogelijk verlopen en om die reden waren de voorbereidingen maanden geleden al begonnen, wat betekende dat ze naast hun gebruikelijke dagelijkse werkzaamheden, nog genoeg te doen hadden, zodat ze vandaag op tijd en zonder problemen naar het paleis konden vertrekken.
Dat betekende dat het meisje lange dagen maakte. Ook vannacht had ze nauwelijks vijf uur slaap gehad, omdat er nog genoeg te doen was. Ze was vannacht tot laat op gebleven, zodat ze er vandaag de vaart in konden zetten. En die zat er inmiddels al weer goed in. De route was helemaal uitgestippeld. Voor nu was het een kwestie van alles in de koetsen te plaatsen, zodat ze vlak na het ontbijt konden vertrekken. Al was Abigail wel enorm nieuwsgierig. Ze was nog nooit buiten deze vier muren geweest. Dienstmeiden kwamen nooit buiten. En al helemaal niet zonder toestemming. Het aantal keer dat ze het ouderlijk huis verlaten heeft, was dan ook op één hand te tellen. Ze was benieuwd naar het paleis. Hoe het er uit zou zien. Hoe groot het daadwerkelijk was. Ze had veel verhalen gehoord. Niet alleen over het paleis, maar ook over de koninklijke familie zelf. Het was niet gebruikelijk dat de bediendes van families veel praatte. Het was hun taak om zo onzichtbaar mogelijk te blijven, maar het voordeel was dat ze daardoor veel te weten kwamen. Velen hebben het niet eens door als er een bediende in de kamer is, waardoor ze ongestoord gesprekken met elkaar aangaan. Roddels gaan op die manier snel de ronde. Zo kwam Abigail ook aan haar benodigde informatie. Al besprak ze die vrijwel alleen met Jasmijn. Het andere dienstmeisje die mee zou gaan naar het paleis. Haar band met het meisje was hecht. Ze hadden vaak dezelfde taken, waardoor ze praktisch gezien met elkaar opgroeide. Dan kwam de band vanzelf.
Het meisje was wel benieuwd naar hoe het zou gaan. Ze had het te doen met Reeva. Het leek haar heel moeilijk om te moeten trouwen met iemand die ze nauwelijks kende. Abigail was er dan ook van op de hoogte dat het meisje hier tegenin was gegaan en dat het niet heel erg geholpen had. Ze had geen keus gehad. Ze zouden hoe dan ook vandaag naar het paleis vertrekken en daar was nog genoeg voor te doen. Of ze dat nu leuk vonden of niet.
Alexander baande zich een weg door de gangen van het paleis. De bediendes waren al vroeg in de weer en hij wist heel goed waarom dit zo was. De dag was aangebroken dat de dochter van hertog van de Montrevie zou arriveren. Een aantal maanden geleden had zijn vader medegedeeld dat zijn jongere broertje, of beter gezegd halfbroertje, uitgehuwelijkt was. Het nieuws verbaasde hem niet. Zijn vader was dol op macht. Hij was nooit tevreden. Hoe machtig ook was. Hoe groot zijn rijk ook mocht zijn. Het kon altijd beter. Dat was zijn motto. Dat hij de dochter van hertog van de Montrevie had gekozen, was een logische keuze in zijn ogen. Hoe stom dit ook mocht klinken. Vanuit vaders oogpunt wist hij heel goed waarom dit meisje gekozen was. Haar vader was een machtig man. Hij had een groot stuk land. Precies waar vader naar op zoek was. Door zijn dochter tot kroonprinses te benoemen had hij er een groot stuk land en een sterke bondgenoot bij. Daar deed de man het weliswaar voor. Ondanks dat hij er misschien niet helemaal mee eens was, kon hij het goed met de man vinden. Hij was vrijer opgevoed dan zijn jongere broer, maar dat kwam puur door het feit dat ze beide andere moeders hadden. Hij stond dan ook bekend als de bastard son van de koning. De koningin kon hem om die reden ook niet uitstaan en probeerde hem overal zo veel mogelijk buiten te houden. Al leek zijn vader zich daar weinig van aan te trekken. Hij behandelde Alexander en Logan als gelijke en daar had de jongen geen enkele problemen mee. Een kleine grijns verscheen er rond zijn lippen, terwijl hij kort zijn hoofd schudde. Hij begroette wat bediende, wiens paden hij kruiste.
Hij zou er even op uit gedaan. Daar had hij goed de tijd voor en hij wilde de gespannen sfeer die er in het paleis hing even ontwijken. Hij werd er gek van, als hij heel eerlijk mocht zijn. Hij zou een stukje gaan rijden. Dat deed Alexander wel vaker. Zeker op mooie dagen zoals deze. Daarbij moest hij toch wachten tot Reeva gearriveerd zou zijn en dat kon nog wel even duren. Dan kon hij er makkelijk even tussenuit. Er was niemand die hem tegen zou houden. De koningin zag hem het liefst de gehele dag niet. Alsof hij de hertog toch nog op andere gedachten zou kunnen brengen met zijn aanwezigheid. Gelukkig dacht zijn vader daar anders over. Die wilde hem er liever wel bij hebben en naar hem zou hij ook gehoorzamen. Hij stak zijn handen in de zakken van zijn zakken en liep het paleis uit. Hij was blij dat hij niet gebonden was aan de muren van het paleis en dat hij kon gaan en staan waar hij wilde. Hij zou anders helemaal gek worden. Zacht beet de jongen op zijn lip en kon het niet laten om even om zich heen te kijken. Het was echt een prachtige dag. Op een rustig tempo liep de jongen naar de stallen, waar hij opzoek ging naar zijn favoriete paard. Hij hield ervan om op haar te rijden. De route die hij af zou leggen had hij al uitgestippeld en hij wist dat hij ruim op tijd weer terug zou zijn. Hij wist dat zijn vader niet van laatkomers hield. Afspraak was afspraak, dus wist Alexander dat hij niet een al te groot risico moest nemen en maar een klein rondje kon gaan rijden. Al vond hij het niet al te erg. Hij kon in ieder geval even naar buiten. Weg van alles. Zijn gedachten laten gaan en zich nergens zorgen over maken.
Hij haalde het paard van stal en maakte haar gereed voor het ritje dat hij zou willen maken. Normaal gesproken was dit de taak van de bediendes, maar hij wilde ze liever niet te veel lastig vallen met taken die hij gemakkelijk zelf uit zou kunnen voeren. Dat vond hij belachelijk, als was hij met die gedachtes in de minderheid. Al trok hij er zich vrij weinig van aan. Hij trok altijd al graag zijn eigen pad, al ging dat tegen de menigte in. Hij was een verstandig persoon, maar had wel zijn eigen mening. Het kon het soms wat conflicten opleveren, maar dat hoorde nu eenmaal bij het leven. Hij zat er niet zo heel erg mee.
@GhostBC