LadyStardust schreef:
'I know... But hey, now we've both got a stupid nickname.' Vrolijk klonken de woorden niet, sterker nog, er leek geen emotie in haar zin te zitten. Haar ogen bleven even bij hem hangen zodra hij de sigaretten en aansteker van haar aannam. Vreemd genoeg was ze blij dat hij het van haar aannam, aangezien het haar liet zien dat hij niet alles aan haar wantrouwde.
Zijn uitleg over het gebouw gaf haar echter nog steds geen idee over waar het nu zou zijn. Ze was niet bekend met deze stad, hell, heel Amerika was voor haar vrijwel onbekend gebied. Ze woonde hier pas een maand of drie voor de uitbraak, wat ervoor zorgde dat ze nig altijd haar accent had, zwaar en onduidelijk voor de meeste Amerikanen. Amerika is nou niet bepaald een fijn land in haar ogen. Met liefde zou ze teruggaan naar Ierland, terug naar haar huis in het noorden van de stad Dublin. Amerika was ingewikkeld, te groot en gevaarlijk. Een land van niets als het aan haar lag. Zo had ze nu bijvoorbeeld geen idee waar ze heen zou moeten. 'I'll help ya get there, just tell me where to go, lad.' Sprak ze, een kleine glimlach vindbaar op haar gelaat. Waarom ze besloot de jongen nog altijd haar hulp aan te bieden bleef zelfs voor haar wat vreemd. Maar ze kon hem gewoon niet zo achterlaten. Tientallen zombies had ze genadeloos terug de dood in geholpen, ongeboeid over de pijn die ze hen veroorzaakte, maar bij hem leek ze anders, het gevoel alsof ze het haarzelf niet zou vergeven als ze hem hier alleen zou laten, alleen om er later achter te komen dat hij dood was, misschien zelfs wel een van de walkers geworden was. Ze kon het gewoon niet.
'Nice to meet ya... But c'mon, hold on to me or somethin', 'cause we gotta get outta here.' Ze stond inmiddels naast hem, toegekeken hoe hij zichzelf overeind hield met behulp van de lantaarnpaal. Opnieuw stak ze haar hand naar hem uit, om aan te geven dat ze hem wilde helpen. Hier blijven staan was immers ook geen geweldig idee. De lijst met gevaren was eindeloos en ze wilde haar einde nog niet tegemoet komen, absoluut niet hier. Toch was ze niet bang voor de dood, dat was ze immers ook nooit geweest. Het was onvermijdelijk, hetgeen wat iedereen gelijk maakte als mens. Angst voor de dood had ze bij anderen ook nooit begrepen, hoe sommige mensen het simpelweg niet konden accepteren. Het was geen prettige gedachte, maar het was het ook zeker niet waard om je druk over te maken. Enkele keren knipperde ze met haar ogen om haarzelf te wekken uit haar gedachten. Opnieuw richtte ze haar ogen op die van Demyan, vragend een wenkbrauw opgetrokken, voornamelijk uit ongeduld.
Never ending the desires of men
It'll never be the same or calm again
In a time of changing hearts
And great unknown
It'll be the damnation and end of us all
'I know... But hey, now we've both got a stupid nickname.' Vrolijk klonken de woorden niet, sterker nog, er leek geen emotie in haar zin te zitten. Haar ogen bleven even bij hem hangen zodra hij de sigaretten en aansteker van haar aannam. Vreemd genoeg was ze blij dat hij het van haar aannam, aangezien het haar liet zien dat hij niet alles aan haar wantrouwde.
Zijn uitleg over het gebouw gaf haar echter nog steds geen idee over waar het nu zou zijn. Ze was niet bekend met deze stad, hell, heel Amerika was voor haar vrijwel onbekend gebied. Ze woonde hier pas een maand of drie voor de uitbraak, wat ervoor zorgde dat ze nig altijd haar accent had, zwaar en onduidelijk voor de meeste Amerikanen. Amerika is nou niet bepaald een fijn land in haar ogen. Met liefde zou ze teruggaan naar Ierland, terug naar haar huis in het noorden van de stad Dublin. Amerika was ingewikkeld, te groot en gevaarlijk. Een land van niets als het aan haar lag. Zo had ze nu bijvoorbeeld geen idee waar ze heen zou moeten. 'I'll help ya get there, just tell me where to go, lad.' Sprak ze, een kleine glimlach vindbaar op haar gelaat. Waarom ze besloot de jongen nog altijd haar hulp aan te bieden bleef zelfs voor haar wat vreemd. Maar ze kon hem gewoon niet zo achterlaten. Tientallen zombies had ze genadeloos terug de dood in geholpen, ongeboeid over de pijn die ze hen veroorzaakte, maar bij hem leek ze anders, het gevoel alsof ze het haarzelf niet zou vergeven als ze hem hier alleen zou laten, alleen om er later achter te komen dat hij dood was, misschien zelfs wel een van de walkers geworden was. Ze kon het gewoon niet.
'Nice to meet ya... But c'mon, hold on to me or somethin', 'cause we gotta get outta here.' Ze stond inmiddels naast hem, toegekeken hoe hij zichzelf overeind hield met behulp van de lantaarnpaal. Opnieuw stak ze haar hand naar hem uit, om aan te geven dat ze hem wilde helpen. Hier blijven staan was immers ook geen geweldig idee. De lijst met gevaren was eindeloos en ze wilde haar einde nog niet tegemoet komen, absoluut niet hier. Toch was ze niet bang voor de dood, dat was ze immers ook nooit geweest. Het was onvermijdelijk, hetgeen wat iedereen gelijk maakte als mens. Angst voor de dood had ze bij anderen ook nooit begrepen, hoe sommige mensen het simpelweg niet konden accepteren. Het was geen prettige gedachte, maar het was het ook zeker niet waard om je druk over te maken. Enkele keren knipperde ze met haar ogen om haarzelf te wekken uit haar gedachten. Opnieuw richtte ze haar ogen op die van Demyan, vragend een wenkbrauw opgetrokken, voornamelijk uit ongeduld.
Never ending the desires of men
It'll never be the same or calm again
In a time of changing hearts
And great unknown
It'll be the damnation and end of us all