Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
9 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Apostasy and Cerdenda
Anoniem
Landelijke ster



Haar gedachten vloeide allemaal door elkaar heen. De pijn liet haar hoofd duizelen. Het leek wel alsof de pijl een soort verwarrende werking op haar had. Het kon niet alleen de pijn zijn waardoor ze verward was geraakt. Ze had vaker wonden gehad, niet heel vaak maar toch wel een paar keer, toen kon ze makkelijk doorgaan met wat ze aan het doen was. Uiteindelijk moest ze in Apostasy voor jezelf zorgen en kon je er niet op rekenen dat iemand anders je zou verzorgen, dat zou alleen maar zwakte uitstralen. Onmiddellijk (haha) schoten er herinneringen door haar hoofd, als pijlen die opnieuw in haar rug werden geschoten. Celeste die haar met haar wond hielp die ze had opgelopen door de vechtpartijen in Apostasy. Dat was de enige keer dat ze ooit hulp had toegestaan. Waarschijnlijk omdat ze stiekem wel genoot van Celeste's aanrakingen. Die nacht hadden ze samen knus in Leya's tent gelegen nadat Celeste haar wond had verzorgd. 
Weer schoot de pijn opnieuw door haar rug heen en ze kromp ineen. Nu was de pijn erger dan eerst, ze wilde de pijn niet ondragelijk noemen want dat zou betekenen dat ze zwak was. Ze wilde de pijn niet de overhand geven maar het gebeurde toch. Met een kleine bons was ze op de koude grond van de tunnel gevallen. Ze zat echter nog recht op alleen haar benen hadden het begeven. De pijn schoot nu door haar hele lichaam heen, ze kreunde zachtjes. Ze wilde zelf lopen en niet gedragen worden door het beest van Celeste. Niet omdat ze het beest verafschuwde, ze vond het prachtig. Maar gewoon omdat ze niet gedragen wilde worden. Dan zou ze zich nog zwakker voelde dan ze al deed nu ze zo als een hulpeloze welp op de grond zat. 
Er rolde een vermoeide zucht over haar lippen. Het koste haar al haar moeite om dat ene woord uit te spreken maar ze wist dat ze het toch moest doen. Het was nodig als ze hier ooit uit wilde komen. "Oké," fluisterde ze. 
Account verwijderd




Meestal werd ze duizelig door de twee verschillende beelden die ze zag, maar vandaag viel het mee. Voor zo ver ze kon kijken, was er nog geen uitgang te zien. Een zucht gleed over haar lippen, op het tempo van Leya zou het ook alleen maar langer duren. Ze wilde niet zeggen dat de vrouw hen ophield, maar het zou toch een stuk sneller gaan als ze er hetzelfde tempo in hadden gehad als voordat Leya geraakt was. Dat zou ze nooit hardop uitspreken, ze was niet gek. Die pijl had in haar rug kunnen belanden als Leya niet bovenop haar gesprongen was.
Toen ze een kleine bons, schrok ze. Ze keek direct opzij, om vervolgens Leya op de grond te zien. Nog bij bewustzijn, dat wel. Ze haalde ietwat gefrustreerd een hand door haar haar, hoe was ze nu van plan mee te lopen als ze niet meer kon lopen? Het antwoord kwam echter al snel. Leya wilde niet meer lopen. Het beest stopte met lopen en gromde, waardoor zij even fronste. Soms was het maar onhandig dat het wezen een geheel eigen wil, op deze manier hadden ze een soort mentale discussie voor ze een besluit namen. Het beest was het er niet mee eens, maar daar kon ze voor nu even niets aan veranderen. Er zaten zo zijn nadelen aan het delen van zicht, gehoor en ook gevoelens, het beest wist ook wel dat dezelfde vrouw haar dagen aan verdriet gebracht had. Dat was overigens niet Leya's schuld, Leya was niet degene geweest die was vertrokken. Dat was zij. Ze had ook geen andere optie gezien, ze kon haar leven daar niet langer voortzetten.
Uiteindelijk gaf het beest het op en zakte het een beetje door zijn poten. Ze knikte even. Ze hurkte bij Leya en trok haar zo voorzichtig als ze kon omhoog. Leya was niet direct zwaar, maar ze was zwaarder dan zij was. Daar gaf ze niet aan toe. 
'Sorry.' mompelde ze, voor ze Leya met behulp van de kop van het beest op zijn rug zette. Het hield er niet van als er iemand bovenop hem zat, maar daar had zij niets mee te maken. Ze raakte zijn kop even zachtjes aan en glimlachte toen, waarna ze naar Leya keek. 
'Ik ga je vooruit sturen, Ley. Ik denk niet dat je redt als je op mijn tempo de uitgang moet vinden.' zei ze. Ze wachtte geen antwoord af, tegenspraak was zinloos. Ze knikte even en keek toe hoe het beest uit haar zicht verdween. Ze stopte met lopen, ze kon zich niet focussen op het beeld als ze liep. Haar gave zou hoe dan ook weer terugkeren, dus was het sowieso zinloos voor haar om te lopen. Ze ging op de koude grond zitten en keek toe hoe de twee verder en verder van haar verwijderd raakten.
Anoniem
Landelijke ster



Alles gebeurde in een soort waas. Van het ene op het andere moment zat Leya bovenop het grote beest. Dat snel wegrende, naar de uitgang. Ze maakte zich vreselijk veel zorgen, om Celeste en om de pods die ze misschien wel nog tegemoet zouden kunnen komen. Echter bleek dat niet het geval te zijn en zag ze binnen de kortste keren een doorgang. Het beest gromde even en sprong toen de stenen deur in. Leya beschermde haar gezicht met haar handen. Dat was echter niet nodig, het leek wel of het beest de deur helemaal niet aan had geraakt. Toen ze weer in de buitenlucht was vulde haar longen zich met de frisse lucht. De geur van de bomen en het gras. Ze voelde zich weer helemaal één met de natuur en het leek wel of haar pijn voor even weg was.
Het beest zakte door zijn poten, een gebaar dat Leya af moest stappen. Ze gehoorzaamde en zakte langzaam van het beest af. Toen draaide ze zich nog even naar het beest toe en gaf het een klopje op zijn kop. "Dankje," fluisterde ze. Ze wist dat Celeste dit ook zou horen. Het beest en Celeste waren nauw verbonden. Dat wist ze maar al te goed uit verschillende gevechten die ze samen gevochten hadden. 
Het beest gromde even, ze wist niet of het een goedkeurende grom was, ze gokte er maar op. En daarna draaide het zich om, om vervolgens weer door de stenen deur van de tunnel te verdwijnen, op weg naar Celeste. 
Leya keek om zich heen en nam haar omgeving in haar op. Ze was aan de rand van het bos, precies waar het dorp lag. Een dorp waar ze al eerder een aanslag hadden gepleegd. Het was donker buiten, ze hadden vast lang in de tunnel gezeten. Maar wat was er nu eigenlijk gebeurd? Ze kon zich het oorverdovende geluid van de vliegtuigen nog herinneren. En het geschreeuw. Er moest iets zijn gebeurd, de mensen hadden hun aangevallen. Dat kon niet anders. Echter zag alles er wel heel vredig uit. Het dorp was leeg, iedereen zat binnen en het bos leek onaangeraakt. Maar dat hoefde niet te betekenen dat dat verder in het bos ook het geval was. Ze betwijfelde het feit dat Apostasy en Cerdenda aangevallen waren. Door dat geschreeuw kon het niet anders. Ze maakte zich plotseling zorgen, zorgen om Lorraine die ze in het kamp had achtergelaten. Ze wilde teruggaan naar Apostasy maar ze kon amper lopen zonder pijn en ze kon niet weggaan zonder nog iets tegen Celeste te zeggen. Ze wist niet wat ze nog tegen haar wilde zeggen. Ze wist alleen dat dit niet de laatste keer kon zijn dat ze haar zou zien. Dat kon ze niet aan, niet alweer. 
Account verwijderd




Tot haar grote opluchting duurde het niet lang voor ze iets anders zag dan duisternis en grijze muren. Ze had geen idee van de tunnels en hoewel ze wist dat haar gave Leya zou beschermen voor alles wat er komen ging, was het toch een veiliger idee als dat niet nodig was. Ze kon de frisse lucht bijna in haar eigen longen voelen, maar voor haar zou het nog even duren voor ze het ook daadwerkelijk zou voelen. Ze liet haar vingers door haar haren glijden, haar haar zat in de war en zat aan elkaar geklit met het bloed van Leya. Charmant. Ze schudde haar hoofd even, alsof dat haar wat uitmaakte. Leya was tegenwoordig met Lorraine en hoewel zij met niemand was, kon ze ook niet zeggen dat ze ongelukkig was. Ze was blij voor Leya dat ze iemand gevonden had en dat ze zo'n machtige positie gekregen had, want macht was altijd belangrijk voor haar geweest.
Ze knikte toen Leya haar bedankte, hoewel Leya daar niets van zou zien of merken. Het was gewoon een automatisme. Alles wat tegen het beest gezegd werd, hoorde zij ook. Alles wat het voelde, voelde zij ook. Dat was niet altijd even fijn. Je kon je voorstellen dat het enorme wezen erg intimiderend was, waardoor het vaak het middelpunt van de aandacht was. Dat was het ook in een gevecht. Het werd zelden verwond, maar als het verwond werd, voelde zij het ook. Onbewust ging haar hand over haar ribben, ze had al meerdere malen gevoeld hoe het was om met een paar gebroken ribben rond te lopen. Het woog echter niet op tegen de pijn die het beest veroorzaakte.
Na een minuut of tien was het beest weer terug en met gemak trok ze zich omhoog. Het werd vermoeid, ze kon het voelen. Ze liet haar vingers even over zijn oren gaan en een lichte glimlach verscheen op haar gezicht toen het naar de uitgang rende. Ze was blij met haar gave als het buiten haar lichaam was, maar niet als het in haar opgesloten zat.
Toen ze de uitgang bereikte, gleed ze van de rug van het beest en landde ze op haar voeten. Dit had ze al vaker gedaan. Ze hadden de rand van het bos bereikt. Vertwijfeld keek ze rond, niet zeker over wat ze wilden doen. Als Leya niet gewond geweest was, hadden ze in een schuur kunnen overnachten. Maar Leya moest terug. Het beest gromde, maar zakte wel opnieuw door zijn knieën. 
'Nog een kwartiertje volhouden.' zei ze, voor ze zich opnieuw omhoog trok en haar arm uitstak naar Leya. Ze zou morgen wel zo suf als wat zijn, maar daar kon ze nu even niets aan veranderen. Het kostte haar veel energie om haar gave te gebruiken, maar ze konden geen uren door de bossen wandelen.
Anoniem
Landelijke ster



Het liefst had ze hier nog even gestaan, precies hier aan de rand van het bos, waar alles er nog vredig bij lag. Ze was zelden bang voor wat komen ging maar nu was ze dat wel. Ze wist niet hoe ze Apostasy en Cerdenda zouden aantreffen maar er stonden veel mogelijkheden open. En eigenlijk wilde ze de waarheid nog niet weten, ze was er gewoon niet klaar voor. Niet in deze staat in ieder geval. Hoe erg ze Cerdenda ook haatte, uiteindelijk waren de mensen de échte vijand. Uiteindelijk zouden ze elkaar wel moeten helpen. Alleen hun verschillen waren veel te groot. Cerdenda en Apostasy zouden nooit in één kamp samen kunnen leven. Dat wist ze ook wel. Cerdenda en Apostasy waren twee uiterste van elkaar. Net zoals Leya en Celeste waren. En net zoals de twee kampen was dat vroeger allemaal heel anders geweest. Heel vroeger waren Apostasy en Cerdenda geen gescheiden kampen maar één kamp. Vroeger waren Leya en Celeste geen tegenpolen, ze waren een ondoordringbare muur. En nu waren ze vreemde van elkaar. 
Leya liet zich langzaam zakken op het gras en liet haar handen door de grassprieten heen glijden. Op dit moment had ze gewild dat ze een andere gave had, dat ze zichzelf kon helen. Het enige wat ze kon doen m de pijn te verzachten was met haar handen door het gras gaan. Dat gaf haar rust en daardoor kon ze de pijn een beetje vergeten. Er rolde een zucht over haar lippen. 
Even later verscheen Celeste in de buitenlucht achter op de rug van het beest. Celeste had haar arm naar Leya uitgestoken. Ze wist wel wat ze van haar vroeg en toch twijfelde ze even. Ze vroeg zich af waar ze heen zouden gaan, ze konden sowieso niet naar Apostasy. Als ze daar aan zou komen met Celeste, zou ze hoogstwaarschijnlijk verbannen worden uit het kamp. Het was niet toegestaan om met iemand uit Cerdenda om te gaan en al helemaal niet als die persoon een overloper was. Ze besefte dat Cerdenda de enige optie was om heen te gaan, hoe erg ze er ook tegenop zag. Ze hoopte maar dat niemand erachter zou komen want dan werd ze net zo goed verbannen. En dan vroeg ze zich ook nog af of er wel nog iets over was van de twee kampen. 
Ze slikte even en pakte toen Celeste's hand. 
Account verwijderd




Nog geen seconde had ze over de kampen gedacht. Ze wilde het ook niet, maar langzaamaan kwamen ze steeds dichterbij en ze kon het niet langer mijden. Ze dacht aan Dane, waardoor ze een lichte paniek door haar lichaam voelde glijden. Als Dane het niet gered had, wist ze niet wat ze moest doen. Dane en zij brachten uren met elkaar door, ze konden urenlang praten en ook van elkaars aanwezigheid genieten in stilte. 
Het duurde even, maar uiteindelijk nam Leya dan toch haar besluit. Ze begreep haar overweging, ze kon Leya niet naar Apostasy brengen en het zou al helemaal geen feest worden als iemand uit Apostasy zou zien dat ze opnieuw tijd met haar door was gaan brengen. Niet nadat zij overgelopen was. Een zucht gleed over haar lippen, hun levens waren een puinhoop. Het hare in elk geval wel. Ze wist niet eens zeker of ze dit een leven kon noemen, opgesloten in een kamp, gedoemd tot het opruimen van de troep van een ander. 
Ze trok Leya omhoog en niet veel later vertrokken ze. Ze wilde geen tijd verspillen. Hoe langer ze erover deden thuis te komen, hoe groter de kans dat Leya te veel bloed verloor. Het beest had haar haast echter ook door en het kostte hem nog geen kwartier. Ze stopten echter aan de rand van het kamp, net voordat ze tussen de bomen tevoorschijn zouden komen. Ze hoorde zo veel dat ze niet zeker wist wat ze nu precies hoorde. Ze begreep echter wel de bedoeling van het beest en ze liet haarzelf van het beest glijden, waarna ze rustig wachtte tot Leya volgde. Haar huid begon te gloeien en nog geen tien seconden later was het beest verdwenen. Ze zouden opvallen als ze met het beest het kamp in kwamen. 
'Oliver zal je genezen, maar alle pijn die jij voelt, zal hij ook voelen. Ik weet dat jij niet het dankbare type bent, maar heb respect voor hem.' waarschuwde ze de vrouw. Cerdenda was anders dan Apostasy, ze zouden hen helpen, maar andersom was dat niet zo. Ze zouden Apostasy niet vertellen dat Leya bij hen geweest was, ze hadden nooit geprobeerd Apostasy naar beneden te halen. 
Toen ze het kamp in liepen, moest ze toch even slikken. Tenten waren aan flarden geschoten, overal stonden mensen samen en ze kon de bloed op het gras zien. Ze beet op de binnenkant van haar wang, de smaak van bloed verspreidde zich al snel in haar mond.
'Celeste!' de oh zo herkenbare stem deed haar direct opkijken. Ze kon het niet helpen dat ze hem direct onderzocht op de donkere rode vlekken, maar hij leek ongedeerd. Dane gebaarde naar de mannen waar hij bij stond dat ze Leya moesten helpen en vloog haar vervolgens om de hals. Ze klopte even tegen zijn borstkas, waarna ze zich uit zijn armen werkte.
'Leya moet naar Oliver, ik weet niet hoe lang ze nog bij bewustzijn kan zijn.' zei ze, waarna de mannen kort naar Leya keken en toen knikten. Leya wilde niet geholpen worden, dat wist ze wel, maar ze vertrouwde er niet langer op dat ze overeind kon blijven. Eén van de mannen verdween kort, waarna ze de man al snel weer terug zou komen, met Oliver. Hij leek vermoeid en gepijnigd, maar desondanks was het nog altijd dezelfde vriendelijke man met de typische surferlook. Ze leunde vermoeid tegen Dane aan. Dat was het voordeel aan mannen, ze waren groot, breed en sterk en ze vertrouwde erop dat ze haar gewicht met gemak konden dragen.
Anoniem
Landelijke ster



Voordat ze er erg in had waren ze al bij Cerdenda aangekomen. Ze was er nog nooit geweest, in Cerdenda. Stiekem had ze er wel een beeld van maar dat zou vast en zeker niet de waarheid zijn. In haar beeld van Cerdenda waren alle tenten wit, was de grond bezaaid met bloemen en zong iedereen de hele dag liedjes. Het klonk allemaal heel vredig, moest ze toegeven. Dat was ook wat je associeerde met Cerdenda. Ze moest even slikken, eigenlijk had ze wel wat behoefte aan vrede. Vrede in haar hoofd en in haar hart. In Apostasy was er nooit vrede. Er was altijd wel iets. Dan was er weer de chaos over een nieuwe aanslag die ze zouden plegen, iedereen was dan in rep en roer. En dan was er ook constant die strijd om macht en aanzien. Er waren dan om de paar minuten gevechten, iedereen moest zich constant bewijzen. Ze moest toegeven dat ze er moe van werd, moe van haar leven Apostasy. 
Ze volgde Celeste's voorbeeld en liet zichzelf van het beest zakken. Het beest gromde even en verdween toen als sneeuw voor de zon. Celeste's lichaam begon te gloeien en daarna was de tatoeage weer duidelijk zichtbaar op de rug van de vrouw. Leya had Celeste's tatoeage altijd al prachtig gevonden. Ook had ze zich verbaasd over de manier waarop Celeste haar gave gekregen had. Alleen door die tatoeage. Leya kon zich niet voorstellen hoe het was om met de mensen te leven, er een te zijn zelfs. Zo lang dat ze zich kon herinneren had ze haar gave en was ze nooit een 'normaal' mens geweest. 
Leya luisterde naar de waarschuwing van Celeste. Ze wilde antwoord geven, ze wilde zeggen dat ze best dankbaar kon zijn maar dat het haar eel moeite kostte. Altijd als ze iemand moest bedanken om de hulp waar ze niet om had gevraagd of juist wel, moest ze haar trots inslikken. Ze haatte het om hulp nodig te hebben en het te krijgen, iemand bedanken om zijn hulp hoorde daar ook bij. Maar nu was ze praktisch hierheen gekomen voor hulp, dus ze zou die Oliver wel moeten bedanken. Er alleen aan denken kostte haar al veel moeite. Maar ze kon niet anders, haar rug deed te veel pijn en zo kon ze nooit een dag overleven in Apostasy. Ze zou zwak worden genoemd en misschien zou Lorraine haar niet eens meer willen aan kijken. De gedachte liet haar duizelen. 
Toen ze het kamp in liepen, keek Leya haar ogen uit. Eigenlijk zag het kamp er bijna hetzelfde uit als in Apostasy. De tenten waren hetzelfde en de grond was niet bezaaid met bloemetjes. In tegendeel, het gras was bezaaid met bloed. Ook zag ze dat verschillende tenten op instorten stonden of gaten hadden. Veel mensen stonden bij elkaar, het leek wel of ze huilden. Ze kon zich alleen nog maar meer afvragen hoe erg de schade dan wel niet in Cerdenda zou zijn. Het was duidelijk een aanslag geweest en de mensen weten dondergoed dat Cerdenda niet hun vijand is maar Apostasy.
Ze slikt even en keek toen op toen iemand Celeste's naam riep. Het was een roep van ontlading, opluchting. Het moest iemand zijn geweest die veel om Celeste gaf. Er liep een man op Celeste af, hij omhelsde haar en was duidelijk blij om haar terug te zien. Leya slikte even, ze zou de jongen wat aandoen als ze niet gewond was. Er was iets aan de jongen wat haar niet aanstond. Misschien was het een soort jaloezie. Maar waarom zou je jaloers zijn? Celeste was verdergegaan met haar leven hier in Cerdenda. Maar onder tussen had ze Leya daar net wel uitgehoord over haar relatie met Lorraine. Waarom zou ze daar in geïnteresseerd zijn terwijl ze zelf ook duidelijk een relatie had? Met een man. 
Om Leya heen stonden een aantal mannen. Ze keken haar allemaal ietwat bezorgd aan. Eigenlijk had ze zin om iets te schreeuwen. Dat ze hun ogen moesten thuis houden en zich met hun eigen zaken moesten bemoeien. Maar ze wist dat Celeste dat niet bepaald op prijs zou stellen. En op de een of andere manier hield dat haar tegen.
Even later verscheen er een man. Hij had ietwat lange blonde lokken en een baardje. Ze bekeek hem even van top tot teen en nam hem in zich op. De man oogde haar met dezelfde blik. "Zal ik jou eens even oplappen?" zei hij vervolgens met een grijns. Leya wilde hem een mep verkopen. Oplappen? Ze was toch geen zielige zwerfkat. Ze beet op haar lip en deed moeite om het niet uit te schreeuwen. De pijn verergerde naar mate dat zij zichzelf gefrustreerde maakte. "Ten eerste," begon ze met moeite, "ik ben geen zwerfkat, je hoeft me niet op te lappen zoals jij het zegt." Even keek ze over haar schouder naar Celeste die tegen de man aanleunde. Het deed haar bloed koken en toch probeerde ze rustig te blijven. "Maar ik zou best wel van de pijn in mijn rug af willen," mompelde ze. De man glimlachte aan hem, het leek hem allemaal niet veel uit te maken wat ze zojuist had gezegd. "Prima, loop maar met mij mee." 
Account verwijderd




Ze had niet de tijd gehad om zich echt zorgen te maken, hoewel ze wel even paniek gevoeld had. Ze gaf veel om Dane, maar ze gaf ook om de rest hier. Sommigen had ze nooit gesproken, maar dat betekende niet dat hun lot haar niets kon schelen. Het liefst zag ze ze allemaal gelukkig en gezond. Toch voelde ze opluchting dat Dane bij haar was. Het was de invloed van Dane, met zijn gave was het onmogelijk om je slecht te voelen. Nou ja, zo lang hij daar invloed op uit wilde oefenen. 
Leya voelde zich niet gemakkelijk, het was duidelijk. Toch greep ze niet in, de mannen zaten niet aan haar en ze bekeken haar alleen maar met een bezorgde blik. Begrijpelijk, als je al het bloed op haar shirt zag zitten. Ze had een behoorlijke wond. Ze sloeg haar armen over elkaar en glimlachte even toen Dane zijn arm om haar middel liet glijden om haar overeind te houden. De vermoeidheid begon toe te slaan en ze had er moeite mee haar ogen open te houden.
'Leya.' mompelde ze toen Leya over de zwerfkat begon. Ze hoorde blij te zijn dat iemand haar wilde helpen, want in Apostasy zou ze toch zeker niemand vinden die het zou doen. Ze zou sowieso een probleem hebben in Apostasy, ze zou als zwak gezien worden. Dat wilde ze Leya niet aandoen, Leya en zwakte gingen niet samen.
'Succes.' ze wist niet zeker of ze dat tegen Oliver of Leya zei. Het genezen was pijnloos, maar voor Leya was het waarschijnlijk al een hele marteling dat ze iemand uit Cerdenda haar liet helpen. Wat ook betekende dat ze ook niet de liefste zou zijn. Oliver zou het wel aankunnen, maar een pretje was het niet. Ze sloot haar ogen en gaapte, ze hoorde Dane lachen. Dane leek altijd zo vrolijk, ze had nooit begrepen hoe hij dat voor elkaar kreeg. Zelfs nu het hele kamp kapotgeschoten was en ze mensen verloren hadden, leek hij nog in de kleinste dingen geluk te zien.
'Ik denk dat ik er wel vanuit mag gaan dat dat dé Leya is?' vroeg Dane. Ze maakte een instemmend geluid. Ze was te vermoeid om er echt iets over te zeggen. Dane was de enige die van Leya wist en ze had het eigenlijk helemaal niet willen vertellen, maar het was er gewoon eens uitgeflapt. Ze hadden het er eens over gehad en daarna nooit meer, Dane had gezworen er met niemand over te praten en ze was er zeker van dat hij dat ook niet gedaan had. Hij had er wel een hoop grappen over gemaakt die avond, maar zo erg had ze het niet gevonden. 
'Jouw tent is nog intact. Nou ja, de paar gaten die erin zaten heb ik dichtgeplakt. Maar verder intact.' ze reageerde er niet echt op, ze wilde alleen maar een bed. De tent kon haar niet zo veel schelen. 
'Hoeveel mensen hebben we verloren?' ze opende haar ogen en keek op naar Dane. Hij was hier de hele dag geweest, maar zij niet. Zij had de hele dag met Leya doorgebracht in koude, donkere tunnels. Hij leek in zijn hoofd even te tellen.
'Twaalf.' vertelde hij haar. Ze knikte. Morgen zou ze wel vragen wie het geweest waren, maar nu wilde ze er niet over nadenken. Dane en Oliver waren er nog en de rest sprak ze slechts als ze ze toevallig zag, het had nu geen prioriteit.
Anoniem
Landelijke ster



Terwijl ze met de man door het kamp mee liep, keek ze goed rond. Ze had verwacht dat mensen haar zouden aanstaren maar dat was niet het geval. De mensen hier en Cerdenda keken haar niet raar aan, ze waren enkel en alleen bezig met het herstellen van hun kamp. Veel mensen waren gewond en werden geholpen door anderen. Ook de tenten werd gerepareerd. Zoiets zou ze waarschijnlijk nooit in Apostasy aantreffen. Als er nog iets over zou zijn van Apostasy. Ze moest er niet aan denken maar het gebeurde zonder dat ze er erg in had. In Apostasy hielpen ze elkaar niet en na zo'n aanval zoals deze zouden ze dat wel moeten doen. Anders zou meer dan de helft het niet overleven, dat wist ze wel zeker. Aan de ene kant was ze opgelucht dat ze nog niet naar Apostasy was geweest, ze wist echter wel dat ze ooit weer zou moeten terugkeren. 
De hele tijd hadden Leya en de man geruisloos naast elkaar gelopen totdat ze ergens achter in het kamp aan kwamen. Het was daar rustiger als in de rest van het kamp. Het luchtte haar op dat ze hier niet de hele tijd omringd was door andere mensen van Cerdenda. Ze keek de man met grote ogen aan, afwachtend wat hij zou zeggen of doen. Hij beantwoordde haar blik met een grijns. "Ik zal je alleen helpen meer niet, dan ben je vrij om te gaan," zei hij op een rustige toon. Hij haalde een hand door zijn blonde lokken en gebaarde dat Leya op de boomstronk moest gaan zitten. Zonder iets te zeggen gehoorzaamde Leya de man. Het had geen zin om er iets tegen in te brengen, dat wist zij ook wel. "Oké, je moet wel even je hemd uit trekken, want zo kan ik niet bij de wond," zei de man. Leya keek hem aan en kneep haar ogen tot spleetjes. "Oké." Ze draaide zich om zodat alleen haar rug zichtbaar was voor de man en deed toen in een snelle beweging haar hemd uit. De koude avond wind liet haar rillen, ze voelde dat ze kippenvel kreeg. Ze had nooit problemen met het uit doen van haar kleren maar toch voelde de koude wind op haar blote lichaam altijd even vreemd. De man legde zijn handen zachtjes op haar rug net rond haar wond. Er kroop weer een rilling over haar lichaam heen. Onwillekeurig moest ze denken aan de keren dat Celeste haar rug had gestreeld. Ze stopte de gedachte snel weg. 
De man begon steeds sneller te ademen naarmate de pijn in Leya's rug verdween. Het was een opluchting. Ze voelde de wond als het ware sluiten en ze voelde haar lichaam herstellen. Het was een bijna euforisch gevoel. Het duurde een aantal minuten voordat de man klaar was. Uiteindelijk haalde hij zijn handen van haar rug af en weer kroop er een rilling over Leya's lichaam. Deze keer van opluchting, dat ze nu volledig verlost was van de pijn. Ze deed snel haar hemd weer aan en draaide zich naar de man toe. Aan zijn gezicht te zien had het hem veel moeite gekost. Ze wist dat ze hem moest bedanken. "Bedankt," zei ze met moeite. De man glimlachte even. "Hoe heet je eigenlijk?" vroeg hij toen. "Leya," antwoordde ze waarna ze opstond van de boomstronk waar ze nog steeds op zat. "Ik ben Oliver," zei de man toen. "Ken je Celeste goed?" vroeg ze toen. Het was eruit voor ze er erg in had. De vraag rolde opeens over haar lippen, alsof ze geen controle had gehad over haar mond en haar gedachten. "Dat zou je kunnen zeggen ja," antwoordde Oliver haar vraag met een grijns. Leya slikte even, weer een man in Celeste's leven die haar goed kende. Ze dacht even dat ze misselijk werd. 
Account verwijderd




Ze vertrouwde iedereen in Cerdenda. Ze maakte zich niet druk over Leya en Oliver, de vrouw was in prima handen bij de man. Ze kende Oliver goed. Dane had zich vanaf het begin over haar ontfermd, maar op een of andere manier was Oliver er altijd op de achtergrond geweest. Het was een vriendelijke en behulpzame man, maar iedereen wist dat hij zo zijn problemen had. Het was bijna sneu om hem rond te zien lopen op zijn slechte dagen. Hij had op die dagen enorme wallen onder zijn ogen en had vaak niet eens de energie om met hen te praten. Niemand wist waar hij het zo moeilijk mee had, maar voor iedereen was duidelijk dat er iets was.
'Je hebt slaap nodig, Cel.' ze knikte. Ze had slaap nodig. En een douche. Ze was vies en ontiegelijk vermoeid. Aan haar gave zaten over het algemeen meer nadelen dan dat er voordelen aan zaten. Het beest was krachtig en het zou haar in elke situatie beschermen, maar ze raakte er ontzettend vermoeid van en na een uur had ze het toch vaak al wel gehad. Al helemaal als ze zo veel dingen voelde als vandaag. 
'Ik wil Leya nog zien voor ze gaat.' mompelde ze. De vorige keer was ze weggegaan zonder iets te zeggen en ze had zich wel degelijk schuldig gevoeld, dat wilde ze haarzelf niet aandoen. Ze betwijfelde of dat Leya nog terug zou komen om afscheid van haar te nemen, maar ze wilde in elk geval zeker weten dat het deze keer niet haar schuld was. Ze zou wachten en naar bed gaan als ze wist dat Leya weg was. Ze ging er niet vanuit dat de vrouw hier zou blijven, ze was genezen en ze had een hekel aan hen, ze had geen reden om te blijven.
'Staat jouw tent nog?' ze keek opnieuw naar Dane. Dane sliep regelmatig bij haar, maar lang niet altijd. Ze wilde wel dat Dane een soort dak boven zijn hoofd had, ze zou hem niet in een gescheurde tent laten slapen. Meestal sliep hij alleen bij haar om haar te kalmeren, ze voelde zich op haar gemak bij de vrolijke man.
'We hebben hem al gerepareerd, geen zorgen.' ze knikte. Ze vroeg niet of hij vanavond bij haar wilde slapen, vanavond wilde ze alleen zijn. Het was vreemd om Leya weer te zien. Ze had zo vaak naast Leya gelegen dat het onnatuurlijk voelde om naast Dane te gaan liggen. Vreemd, maar ze kon er niets aan doen. Ze stapte bij Dane weg en ging op de grond zitten, staan kostte haar te veel energie. Ze leunde tegen een boomstronk en gaapte. Het kon niet lang meer duren, toch? Oliver had over het algemeen niet zo heel lang nodig, maar een paar minuten. Hoewel ze niet wist waar de twee heen gegaan waren, kon het toch niet zo heel ver zijn. Haar tent was niet ver, ze kon in twee minuten in haar bed zijn. Vanavond zou ze niet gaan douchen, daar had ze geen puf meer voor. Morgen zou ze zichzelf ervoor vervloeken. 
Anoniem
Landelijke ster



Eigenlijk wilde ze meer te weten komen over het leven van Celeste in Cerdenda. En dan vooral de mannen met wie ze sliep want tot nu toe bleken het allemaal mannen te zijn die betrekking tot haar hadden. Leya slikte even en bleef Oliver onderzoekend aan te kijken. Was hij het soort man waar Celeste op zou vallen? Ze wist het niet. Het was sowieso raar om Celeste in te beelden met iemand anders, een man. Ze wist ook wel dat hun levens allebei door waren gegaan na het vertrek van Celeste maar toch maakte het feit dat ze nu hier in Cerdenda stond, alles een beetje meer werkelijk. 
"Slaapt Celeste met jou, of met die andere man?" vroeg ze vervolgens aan Oliver. Haar nieuwsgierigheid had de boven hand, ze kon het niet meer inhouden, ze moest het allemaal weten. Haar hart ging te keer, het leek wel alsof haar lichaam gewoon niet meer wist wat hij met haar aan moest. Ze zou deze man toch nooit meer hoeven te zien dus wat maakte het ook allemaal uit. Oliver begon te lachen, het was geen bespottende lach, meer een lach die haar toe lachte. "Nee met mij niet. En ik denk dat je met die andere man Dane bedoeld." Hij haalde weer een hand door zijn haar en keek Leya met een grijns aan. Ze kon al raden wat hij ging zeggen. Zijn lichaamstaal verklaarde alles. "Ja met Dane slaapt ze wel." 
Leya dacht dat ze misselijk werd, alwéér. Ze kreeg buikpijn van de zin die Oliver zojuist had uitgesproken. Ze moest hier weg ze kon hier niet meer blijven. Maar eigenlijk wilde ze ook niet terug naar Apostasy, ze wilde vandaag niet nóg meer waarheid onder ogen komen. Ze kon het vandaag allemaal even niet meer aan. En ze haatte het dat ze zich zo voelde, het maakte haar zwak en ze had er een hekel aan. Ze beet hard op haar lip, ze proefde bloed. 
"Oké," zei ze alleen. Ze nam de man nog eens goed in haar op en draaide zich toen om. Eigenlijk twijfelde ze nog, ze kon nu vertrekken of ze kon nog terug naar Celeste lopen om haar gedag te zeggen. Het was een moeilijke keuze. 
Account verwijderd




Het duurde lang. Normaal gesproken was zij niet de meest ongeduldige, maar nu kon het haar niet snel genoeg gaan. Ze leunde met haar kin op haar hand en duwde haar ogen open elke keer dat ze dicht dreigden te vallen. Oliver was ook nog niet terug, dus in elk geval had ze nog geen idee of dat Leya terug zou komen om afscheid van haar te nemen of dat zij deze keer de persoon zou zijn die zou vertrekken zonder iets te zeggen. Ze wilde deze keer graag afscheid nemen. Na vandaag zou ze Leya waarschijnlijk niet opnieuw zien. In elk geval niet voor een paar maanden. En zelfs als ze de vrouw zou zien, was dat waarschijnlijk tijdens een aanslag of ergens in het voorbijgaan. Ze zouden niet praten. Het idee stond haar niet aan, ze voelde zich weer net als dat ze zich gevoeld had nadat ze vertrokken was. Het enige sprankje hoop dat ze gehad dat, was toen al snel verdwenen. Leya volgde haar niet en na een week had ze het idee ook helemaal opgegeven. 
'Ik kan Leya ook gewoon naar jouw tent sturen als ze terugkomt?' stelde Dane voor. Ze twijfelde. Ze vertrouwde Dane en ze betwijfelde niet of dat hij haar de weg zou wijzen naar haar tent, maar de kans dat ze in slaap zou vallen in de tussentijd was groot. Leya had haar vaak zien slapen, maar het was niet mogelijk voor haar om afscheid te nemen als ze sliep. Ze schudde haar hoofd, dat zou ze niet doen. 
De kans was groot dat Leya niet terugkwam, dat ze terug naar Lorraine ging en zou doen alsof ze nooit in Cerdenda geweest was. Leya beweerde dat Lorraine en zij niets hadden, maar ze geloofde haar niet. Leya en zij hadden technisch gezien ook niets gehad, maar dat betekende niet dat ze de nachten niet samen doorbrachten. Ze kende de vrouw langer dan vandaag, er was iets gaande tussen de twee. Ze kon het niet helpen dat ze dat niet leuk vond. Hypocriet was het eigenlijk, dat ze het niet leuk vond dat Leya met een ander was terwijl zij elkaar niet eens meer zagen en sproken. Terwijl zij ook met Dane sliep. Automatisch gleed haar blik naar de man, de altijd vrolijke Dane. Ze had altijd gewenst dat ze gevoelens voor hem ontwikkelde, maar het gebeurde niet. Dane was de meest vrolijke en lieve man die ze ooit ontmoet had en toch kreeg ze het niet voor elkaar om verliefd op hem te worden. Het zou zo veel gemakkelijker zijn als ze dat wel had, als hij dat ook voor haar had, maar dat was niet zo. Ze zouden niet samenblijven, kinderen krijgen en gelukkig zijn, want hoewel ze van elkaar hielden, was het niet genoeg.
Anoniem
Landelijke ster



De nacht was nog jong en toch voelde het alsof ze de hele nacht op was geweest. Vandaag was een bijzonder uitputtende dag geweest, zonder dat ze dat had verwacht. De dag had een aparte wending gehad. Vanochtend was ze nog in de veronderstelling dat ze een rustige dag zou hebben, ze zou wat met haar gave oefenen en wat bij het water zitten. En dan zou s' avonds het feest zijn. Ze had er erg tegenop gezien, ze hield niet zo van feesten. Er waren ook zelden feesten in Apostasy, alleen wanneer ze een buitengewoon goede aanslag hadden gepleegd. Deze feesten waren dan ook geen normale feesten, zoals Leya ze wel eens in het dorp had gezien. Nee, de feesten in Apostasy waren bruut. De nacht kon lang duren en er waren geen regels. Iedereen was dronken en zocht gevechten met iedereen. Iedereen sliep bij iemand anders in de tent, of ja slapen deden ze niet. En vervolgens speelde ze ook rare spellen, gevaarlijke spellen vooral. Er was geen muziek, alleen maar het geroep van de op hol geslaagde mensen in Apostasy. Voor Leya had het hele feest geen doel. Het was nutteloos en doelloos. Dus was het niks voor haar. Ze deed alles met een doel voor ogen en plezier hebben, zoals ze dat in Apostasy noemde, was nooit haar doel geweest.
"Wil je nog terug naar Celeste? Ik kan je wel even naar haar brengen," onderbrak Oliver Leya's gedachten. Ze had niet eens meer in de gaten gehad dat hij er nog stond. Ze schudde een korte nee en liep toen naar de kant waar ze vandaan was gekomen. Ze kon niet weggaan zonder Celeste nog te spreken. Celeste had haar weliswaar ook zonder te zeggen verlaten en het zou zoete wraak zijn om nu hetzelfde bij haar te doen maar Leya kon niet. Het leek wel alsof ze daartoe niet in staat was. Ze wilde en kón er niet aandenken om zonder haar nog te zien weg te gaan. Ze moest rillen bij de gedachten dat ze Celeste nooit meer zou zien. Dat ze haar nooit meer zou spreken, dat het nu echt het einde was. Ze kon het niet aan. Ze kon het niet loslaten. 
Met een diepe zucht liep ze verder het kamp in, het was donker dus daar had ze geluk mee gehad, veel mensen merkte haar niet eens op. In het donker kon je Leya haast niet zien, ze had het te danken aan haar donkere huidskleur en haar haren, die zo zwart waren als de donkere nacht. 
Nadat ze een tijdje door het kamp had gelopen, zonder dat ze maar een spoor van Celeste had gezien, moest ze eraan geloven dat ze verdwaald was. Het kamp was groter dan ze dacht en ze kon haar weg zo in het donker niet vinden. Ze keek verdwaald om zich heen. "Godsamme," fluisterde ze gefrustreerd. Soms kon haar eigenwijsheid haar best in de weg staan.
Account verwijderd




Toen ze Oliver verderop zag verschijnen, zonk de moed haar al snel in de schoenen. Leya volgde de man niet, Leya was terug naar waar ze vandaan kwam. Onbewust beet ze op haar lip, maar daar stopte ze al gauw mee toen ze voelde hoe hard ze eigenlijk beet. Ze kwam overeind, klaar om naar haar tent te gaan. Ze had geen behoefte aan Dane vanavond, soms had ze behoefte aan haar eigen gevoelens. Dane maakte alles gemakkelijk, maar ze hoorde niet te vergeten hoe haar eigen gevoelens voelden. 
'Ik hoop dat ze niet te vervelend was?' vroeg Celeste, toen Oliver zich bij haar en Dane voegde. Oliver keek haar met een grijns aan, waardoor ze zich ergens een beetje ongemakkelijk voelde. Als Oliver zo keek, had hij daar ongetwijfeld een reden voor. 
'Ik weet niet wat jij vandaag met haar gedaan hebt, maar ze was opvallend geïnteresseerd in je bed partners. Ik denk niet dat ze het leuk vindt dat je het met Dane doet.' het was maar goed dat het donker was, want anders had Oliver zeker gezien dat haar wangen rood kleurden. Dane kon haar ongemak voelen, dus ze deed niet haar best het voor hem te verbergen. Normaal gesproken vond ze het niet erg als mensen het hardop uitspraken, maar ze voelde zich er toch niet helemaal gemakkelijk bij dat Leya het wist.
'Anyway, ze loopt hier nog ergens rond. Ze liep terug het kamp in, maar ze weigerde mijn hulp natuurlijk.' ze knikte. Misschien was Leya dan toch niet weggegaan. Ze nam niet eens de tijd om afscheid te nemen, maar verliet de twee direct. Ze haastte zich door het kamp, Leya kon overal zijn. Het was maar goed dat ze altijd op Leya gelet had, want dat had ze nu wel nodig. Het was donker en Leya was lastig te zien in het donker. Ze had haar echter al zo vaak in het donker gezien dat ze precies wist hoe ze haar kon herkennen. Het kostte haar ook nog geen tien minuten om de vrouw te vinden. Even twijfelde ze of ze zomaar op haar af moest lopen, maar dat ze daarover twijfelde was eigenlijk te stom voor woorden. Ze haalde een hand door haar haar en voegde zich toen bij Leya.
'Ik dacht dat je meteen zou vertrekken naar Apostasy.' zei ze, waarna ze opzij keek om naar de vrouw te kunnen kijken. Het was zo logisch geweest als ze vertrokken was, dat het haar verraste dat ze het niet gedaan had. Wat ongemakkelijk keek ze voor zich uit. Ze wist dat ze zich moest verontschuldigen, maar het was wat ongemakkelijk voor haar. Leya wilde haar verontschuldigingen waarschijnlijk helemaal niet horen.
'Het spijt me dat ik weggegaan ben zonder iets te zeggen, Ley. Je zit er waarschijnlijk helemaal niet op te wachten, maar ik wil het gezegd hebben voor je weggaat en ik je niet nog eens zie.' mompelde ze, waarna ze stopte met lopen. Het was eruit, ze had het gehad.
Anoniem
Landelijke ster



Het leek wel uren te duren voordat ze uiteindelijk een bekende stem hoorde. Meteen draaide Leya zich om naar waar de stem vandaan kwam. Ze had Celeste's stem natuurlijk uit duizenden herkend, evenals haar gedaante in het maanlicht. Het maanlicht had Celeste's haar altijd doen oplichten. Vroeger had ze het als een hint gezien van de natuur. Een hint dat Celeste de vrouw was van wie ze kon gaan houden, de vrouw met wie ze misschien wel oud kon worden. De gedachten deden haar nu duizelen. Vroeger had ze er wel eens van gedroomd, maar dat was toen alles nog koek en ei was. Dat was toen Celeste haar niet had verlaten, haar gebroken had. Diezelfde vrouw, waar ze nu zo veel herinneringen aan had, diezelfde vrouw, bood haar excuses aan haar aan. Het maanlicht en de woorden die Celeste zojuist had uitgesproken lieten haar duizelen. Ze slikte even, ze wist niet wat ze moest zeggen. Tegelijkertijd wilde ze ook zó veel zeggen dat haar hersenen het allemaal niet konden bevatten. Ondanks dat ze kippenvel had, had ze het niet koud. De nacht was kouder geworden en haar hemd verhulde haar bovenlichaam amper. En toch had ze zich van binnen nog nooit zo warm gevoeld. 
De woorden die ze vervolgens uitsprak verbaasde haar. "Ik vergeef het je." Haar stem klonk krachtiger dan het eerder had geklonken. Het was een opluchting. Het was alsof er een last van haar schouders afviel, voor het eerst in haar hele leven had ze iemand vergeven. "Ik kan niet boos op je blijven Leste," zei ze vervolgens. Iedereen had Celeste altijd Cel genoemd maar Leya had een hekel aan die afkorting. Het deed haar denken aan de cel van een gevangenis. Dus had ze haar altijd Leste genoemd. Het leek wel eeuwen geleden dat ze die koosnaam had uitgesproken. "Ik zou willen dat je terug kon komen," fluisterde ze vervolgens. Ze voelde zich op dit moment zo zwak dat ze zichzelf niet eens meer herkende. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste