ladybambi schreef:
Drew merkte wel dat Zeta genoot van hoe ze de macht over hem kreeg. Logisch, hij was een koppige engel die zichzelf niet gemakkelijk overgaf en nu wist ze de sleutel om de macht over hem te krijgen. Het had een bijna hypnotiserende effect, haar aanraking. Hij vond het daardoor ook niet erg dat ze naar voren kwam en haar schaduwhanden verder liet gaan op zijn vleugels, al waren die handen wel ijskoud en duister. Door die handen werden de veren die de handen aanraakten langzaam lichtgrijs, maar dat kon hij niet zien en zich ook nu niet druk oveer maken.
Drew opende zijn ogen toen ze zijn wang streelde, om vervolgens verder te gaan op zijn borst en zijn shirt kapotscheurde. Met een vreemde blik keek Drew haar aan. Deels smekend en verlangend naar meer, maar deels ook met afkeer. Zijn verstand wilde dat het stopte. Het ging te ver, zeker voor een engel. Zijn lichaam en demonenkant wilden meer.
Een zachte, genietende kreun verliet zijn lippen toen Zeta hem zachtjes in zijn nek beet en krassen op zijn borst maakte. "Meer" verliet kreunend zijn lippen, maar de stem die zijn lippen verliet, leek niet op de zijne. Het had een demonische okdertoon, geen engel ondertoon.
Al snel ging Zeta helemaal los op hem en voelde hij zich vreemd. Een klein beetje demon leek in hem los te komen, terwijl ze bezig was. Normaal zou hij hiervan walgen. Zeta nam hem zojuist zijn belangrijkste bezit af en hij kon er niets aan doen. Zijn reinheid. Dit was de grootste schande die een engel kon overkomen. Toch interesseerde dit hem nu niet. Zijn lichaam wilde meer. Zijn demonendeel hoopte dat het niet zou stoppen. Op deze manier, terwijl zijn engeldeel zich zwak voelde, kon de demonkant makkelijk naar boven komen.
Helaas voor de demonkant hield Zeta al naar een paar minuten op. Zodra ze stopte, trok de demonkant zich weer terug en werd hij weer echt engel, waarmee de walging ook echt over hem heen ging. Hij liet zich maar in zijn boeien hangen. Als een zwak hoopje, een lappenpop. Met zijn gezicht naar beneden en ogen gesloten. De krassen op zijn gespierde bovenlichaam wilde hij niet zien.
Hij hoorde de demon die de wacht hield naar Zeta toe lopen en voor haar neerknielen. "Is er iets wat ik voor je kan doen Zeta?" Vroeg de demon vervolgens, maar Drew keek niet op.