Dauntless schreef:
"Wel de manier waarop je me kan helpen is door onmiddellijk het water in te komen." Zijn woorden waren meer een aansporing dan een bevel. "Nu heb je eens de kans om wat te ontspannen. Eenmaal we in de andere koninkrijken zijn wordt dat anders, dan is het van het ene bal naar het andere, relaties onderhouden, dag in dag uit fris verschijnen en je beste beentje voorzetten. Daarbij van dichterbij kan je veel beter op me letten toch?"
Ze daalden af naar de kerkers van het paleis. De sfeer hier was grimmig, vocht droop langs de wanden, de gevangenen smeekten om hulp of riepen haar schunnige dingen toe wanneer ze passeerde. Ze moest zelfs een keer wegspringen voor een rat die net voor haar voeten wegrende. Dat haar broer zichzelf zo lang in leven had weten te houden op een plaats al deze. Toen ze hem zag, zo verzwakt, verwond. Emoties namen de bovenhand in haar. Zonder dat ze er zelf was aan kon doen, stroomden de tranen over haar wangen. Ze wilde naar haar broers cel rennen, maar werd tegengehouden door twee sterke handen die haar stevig vastgrepen. Een van de wachters die de wacht hield bij de gevangenen trok haar naar achteren. Ze had het geweten. Ze wist dat Nathaniel zo'n stoot zou uithalen. Het was niet daarom dat ze huilde, meer van opluchting. Haar broer leefde nog, hief zijn hoofd op en wierp de prins een schertsende glimlach toe. "Je praat met weinig kennis jongen. Je beseft niet wat je in huis hebt gehaald. Mijn zus is een macht die niet te onderschatten valt. Je zou niet eens één nacht met haar overleven." Een spottende lach zette zijn woorden kracht bij. Ida voelde zich gesterkt door zijn woorden. Ori had gelijk als Nathan dacht dat hij haar kon krijgen en dat ze nog maagd was. Ha, dit volk had zeker andere waarden dan dat van hen. Toch merkte ze een miniem sprankje angst. Ze was hier in het hol van de leeuw, wat als ze niet kon ontsnappen? Wat als ze in net zo'n cel als haar broer zou eindigen? Nee, ze had een plan. Zelfs zonder vrede zou ze ontsnappen en haar broer die zou met haar meegaan, al moest ze het hele paleis plantbranden.