schreef:
"Gewoon, omdat ik het wel kon gebruiken," lachte Mila een beetje triestig naar Lev toen ze hem losliet en het had enorm opgelucht dat ze beide met een diepe ademhaling plots even alles konden loslaten. Haar wang die tegen hem aan had gelegen gloeide een beetje en ze haalde vluchtig een hand door haar haren en schraapte haar keel.
"Als jij buiten kijkt, ga ik binnen al spullen zoeken?" stelde ze voor en stapte zelf al naar binnen toe en sloot de deur achter zich voor Lev kon antwoorden. Onzeker over wat ze daar zou aantreffen.
Mila stond alleen in de inkomhal. Het was er muisstil op het fluisteren van de wind na. Hoewel het niet bijster koud was in de ruimte, verspreidde er zich kippenvel over haar hele lichaam. De rilling begon in haar ruggengraat en baande zich een weg naar de toppen en tenen van haar vingers. Mila had het gevoel dat zowel zij als Lev de doos met Schrödingers kat ontweken. Zolang ze de doos niet openden, was de kat zowel levend als dood. Als ze de keuze maakten om de doos te openen, zou het universum een keuze maken, want niets kon zowel levend als dood tegelijk zijn. Natuurlijk werden vampieren hierbij buiten beschouwing gelaten als de kwantumfysicus zijn theorie opstelde. Mila had het gevoel dat ze op dat moment op het punt stond de doos te openen en een blik op de kat, of in dit geval eerder wolf te werpen. Al gaf haar lichaam haar aan dat ze daarvoor niet per se een keuze moest maken om dat te weten te komen. Er hing een onheilspellende geur die haar een ongemakkelijk gevoel bezorgde.
Op dat moment maakte ze een keuze, waarvan ze wist dat deze keuze niet om haar eigenbelang ging, maar om Lev te beschermen. Als zij het beeld zou moeten ondergaan, zou ze het ooit een plaats kunnen geven daar was ze van overtuigd. Of een zoon het beeld van zijn vermoordde vader ooit te boven zou komen, dat betwijfelde ze. Muisstil en met een bang hart zette Mila de eerste stappen richting de onheilspellende geur die steeds sterker werd. Haar hart bonsde zo hard dat ze bijna niet anders meer hoorde dan haar ritmische en gehaaste hartslag, het werd met elke stap erger en uiteindelijk voelde het alsof haar hart zou losscheuren uit haar borstkas. Voor het eerst in tijden was haar hoofd leeg. Traag slikte ze toen ze haar hand om de deurklink heen legde die fris onder haar vingers aanvoelde en ze merkte hoe droog en plakkerig haar mond geworden was. Haar zintuigen leken hyper gefocust op het minste beetje geluid en het gonzen van haar hart stond geen seconde stil, het geluid was zo intens dat het haar hele hoofd vulde en bijna de walgelijke geur wegdreef uit haar gedachten. Met een slome beweging duwde ze de deurklink naar beneden en wachtte heel even af. Misschien zou de snauwende, boze stem van Akrit haar elk moment iets toeschreeuwen. Helaas, zelfs als ze een minuut in stilte bleef staan, wat eerder een eeuwigheid leek, was nog steeds het stille ruisen van de wind en Levs voorzichtige voetstappen in de verte het enige wat ze hoorde.
Wat er achter de deur schuilhield, daar had ze onderweg naar hier niet over nagedacht. Op geen enkel moment had ze zich durven voor de geest halen wat ze zou aantreffen en zelfs dan zou ze niet voorbereid zijn op de werkelijkheid. Het tafereel dat zich voor haar afspeelde was iets dat ze in haar ergste nachtmerries niet had kunnen voorspellen. Een walm van rottend vlees kwam op haar af, erger dan ze zich ooit had kunnen inbeelden. Haar hand voelde nat van het zweet toen ze die tegen haar mond en neus aandrukte om de geur buiten te houden en haar eten binnen te houden en niet alleen begonnen haar handen te zweten, het brak over haar hele lichaam uit. Zo benauwd kreeg ze het.
Eenmaal de misselijkmakende, walgelijke geur houdbaar was, hadden haar ogen ook de kost gekregen. Het leek alsof de kamer opnieuw geschilderd was met een donkerrode, bijna bruine kleur die in spatten tot aan het plafond reikte. Zo overwelmd door de aanblik van de gruwelijke scène, viel haar hoofd eerst in haar nek waardoor ze alleen naar het plafond kon turen en even de moed bijeen moest rapen om haar blik weer te laten zakken. Op het eerste zicht was er geen Akrit te zien, maar deze geur kon niet alleen van het bloed komen. Nu pas zag ze dat het bloedspoor niet alleen van hem kon zijn, want het leek alsof er iets de deur uit gesleept was, waarschijnlijk niet 'iets', maar 'iemand'. De rode vegen waren haar in haar overweldigende situatie nog niet eens opgevallen. Na het bloed op de planken buiten te hebben gezien, had ze bewust haar blik niet meer naar de grond gericht. Heel even overviel haar het gevoel dat Akrit zich hier een weg uit had kunnen vechten en dit niet zijn bloed was, maar dat van de aanvallers. Helaas bleek het een hoogstwaarschijnlijke combinatie van de twee te zijn.
Na een poging om diep in te ademen zodat ze het lef had de deuropening door te stappen, die gestaakt werd door de geur die verried dat er iets in ontbinding was, haalde ze haperend adem en voelde hoe haar hand trilde voor haar mond. Die trilling bleef niet alleen bij haar handen, het was een gevoel dat zich door heel haar lichaam baande en zich bij haar bonzende hart voegde. Het tapijt kraakte onder haar eerste voetstap en haar blik hield ze strak op haar voeten gericht waar het gedroogde bloed op het tapijt langzaam krakte onder de druk van haar lichaam.
Traag en nog steeds met haar ene hand krampachtig tegen haar gezicht en de andere aan de deurklink geklauwd, durfde ze nauwelijks haar blik op te tillen. Een verloren schoen kwam als eerste in haar blikveld, dat bevestigde haar vermoedens dat Akrit niet zonder slag of stoot ten onder was gegaan, want er leek nog een ledemaat in vast te zitten. Het koude zweet werd alleen erger door die aanblik en toen ze haar hoofd opzij draaide en daar het silhouet van een wolf aantrof, braken de dammen pas echt. Haar mond werd nat van de tranen die over haar wangen gleden en zich een weg baanden tot onder haar hand, over haar kin en op de grond.
Meer dan dit kon ze niet aan, ze hoefde ook niet meer te zien om te weten wat Akrits tragische lot was geworden. Details waren haar teveel op dit moment en hoewel ze hem ongetwijfeld niet zo kon laten liggen, kon ze nu even niet denken aan wat hierop zou volgen. Muisstil zette ze een stap naar achter, met de deurklink nog steeds verkrampt in haar andere hand. De deur volgde automatisch en toen die tegen de deurpost tikte, hurkte ze neer om tranen met tuiten te huilen en haar beide handen voor haar gezicht te slaan. Geen enkel geluid durfde ze te lossen, bang om Lev te lokken en hem dit aan te laten treffen. Hier wou ze hem voor behoeden, kostte wat het kost, maar het leek haar haast onbestaande dat dat zou lukken. De intense geur, haar vertroebelde zicht en de hevige gevoelens die dit opwekte, maakten het onmogelijk om helder te denken over deze situatie en wat ze nu moest doen. Niemand kon hier ooit op voorbereid zijn en zij was alleszins geen uitzondering op de regel.
Met veel moeite forceerde ze zichzelf om recht te staan en zichzelf onder controle te houden. Dit wou ze Lev besparen en hoe dan ook kon ze niets meer aan het feit veranderen dat Akrit omgekomen was en dat dit voor eeuwig op haar netvlies gebrand zou staan. Druk veegde ze tranen weg en ditmaal stapte ze zonder enige terughoudendheid de kamer opnieuw in. Met een klap viel de deur achter haar dicht en een gevangen gevoel overviel haar. Gehaast trok ze de knisperende dekens van het bed af en zonder haar blik te focussen op Akrit gooide ze die over hem heen. Het hielp een beetje, al voelde ze zich nog altijd enorm misselijk en afschuwelijk bang. Dat ze zich niet goed voelde, was een understatement. Toen ze met grote passen de kamer uitbeende en de deur achter zich dichttrok, kwam ze oog in oog te staan met Lev en daar stond ze met een mond vol tanden... Aan haar bleke gezicht, rode ogen en trillende lichaam hoefde ze geen woorden te voegen over de situatie. Met haar hand op de klink trok ze de deur harder dicht, ook al was die al in het slot gevallen.
"Niet gaan kijken." Dat was het enige wat ze hem nu kon meegeven en ze hoopte dat hij gewoon zich omdraaide, zijn spullen pakte en hier verder geen bevestiging over hoefde.
@Paran0id