schreef: Eleonore's ademhaling was onregelmatig wanneer ze sliep. De vele nachtmerries die haar tijdens de nachten bezochten zorgden ervoor dat de late uren onrustig waren voor haar. Sommige waren erger dan de andere, maar meestal gingen ze over haar broer die ze vreselijk mistte. Hoewel ze hem al vier jaar niet had gezien, mistte ze hem nog steeds. Op zeventienjarige leeftijd was het de laatste keer dat ze hem zag. Jacob was haar tweelingbroer en al altijd had ze een sterke band met hem gehad, totdat hij de verkeerde kant opging. Wanneer de hormonen bij hem begonnen te werken begon hij zich tegen de ouders op te zetten. Zijn gevloek en geschreeuw vulde bijna elke dag de huis, net als het gehuil van haar moeder. De twee mannen in het huis hadden haast elke dag ruzie, aangezien Jacob meerdere malen slechte dingen had gedaan. Het perfecte imago van de familie Rousseau was compleet verdwenen door haar broer. Haar vader vond het natuurlijk vreselijk, aangezien de familie al eeuwen als rijk en perfect werd gezien. Mensen kregen een andere mening over het gezin wanneer de politie meerdere malen voor de deur kwam. Ze had haar enkele minuten jongere broer gesmeekt om met haar te praten, maar dat deed hij niet. Het enigste wat hij deed was de deur hard voor haar neus dichtslaan, alsof het hem niks uitmaakte wat ze te zeggen had. Die dag zou ze nooit vergeten en dat werd ook de dag waarop alles erger werd. Het huis werd vaker gevuld met de geur van marihuana en rook, wat natuurlijk niet mocht van de ouders. De ruzies werden heftiger, maar toch leek Jacob niet te luisteren. Integendeel. Uiteindelijk was hij degene die besloot om uit huis te gaan en de gezin te verlaten. Zijn tweelingzus had daarmee de grootste pijn, die ze nog steeds met zich meedroeg. Dezelfde avond had ze hem gesmeekt om te blijven. Zo stil mogelijk, aangezien ze haar ouders niet wilde wakker maken. Toch was dat de laatste gesprek die ze met haar tweelingbroer had. De twee-eiige tweeling was uiteindelijk uit elkaar gegaan, door de keuze die haar broer had gemaakt. Ze probeerde hem vaker te vinden, maar dat lukte niet. Hij wiste zijn sporen uit en dat maakte hem onvindbaar. Tot nu toe wist ze niet waar hij was en wat hij deed, maar ze hoopte het beste voor hem.
'Pourquoi fais-tu ça, huh?', vroeg Eleonore haar broer. Het gesnurk van haar ouders kon ze horen door de deur, maar dat maakte niks uit. Hetgeen waar ze op gefocust was, wat haar broer. De gang was donker en ook al waren haar pupillen aan de donker gewend, ze kon haar broertje niet volledig zien. De zwarte kleding die hij droeg zorgden ervoor dat hij gecamoufleerd werd in het donker. Zijn rood-bruine haren waren nog wel duidelijk te zien onder het capuchon die hij over zijn hoofd had gelegd. Dezelfde karamelkleurige ogen als die van haar staarden haar aan, haast bedroefd om het feit dat iemand hem had gezien. 'Parce que j'ai besoin, soeur', was zijn antwoord. Haar tanden zette ze in haar onderlip, hard erop gebeten om haar tranen tegen te houden. Ze wilde niet dat hij wegging. Hoewel hij de laatste tijd slechte dingen had gedaan, wist ze dat het gemis haar niet goed zou doen. Haar strenge ouders zouden haar daarbij niet kunnen helpen, aangezien ze meestal bezig waren met werk en de reputatie van hun familie. Haar ogen had ze op de grond gericht wanneer haar zicht verslechterd werd door haar tranen. 'Ça ira', fluisterde hij. Zijn blik had ze niet meer op haar gevoeld wanneer hij zijn hoofd omdraaide en langs haar liep. De tranen liepen over haar wangen, daarmee een natte, zoute spoor achterlatend. Ze had zich zijn richting opgedraaid, waarna ze hem zag weglopen. Snel liep ze achter hem aan en pakte ze zijn arm stevig beet. Zijn vreemde gezichtsuitdrukking kon ze herkennen wanneer hij haar aankeek. Hoewel de tranen over haar wangen liepen, maakte het haar niks uit. Haar nagels had ze zachtjes in zijn lichte huid gedrukt, hopend dat hij van gedachte zou gaan veranderen. 'Vous devez rester. Vous ne pouvez pas me le faire!', haar stem kraakte wanneer ze tegen hem praatte. Wanneer hij slikte kon ze zijn adamsappel op en neer zien gaan. 'Ne me rend pas trop difficile, Eleonore', siste hij. Hij trok zijn arm uit haar greep, niet meer omgekeken naar zijn zus. 'Dites-leur qu'ils n'ont pas besoin d'attendre moi', was het laatste wat hij zei. Hij had het over hun ouders. Hoewel ze hem terug wilde roepen kon ze het niet. De tranen namen haar stem compleet weg. Binnen enkele minuten hoorde ze de deur dichtslaan, waarna ze huilend op de grond zakte. De houten planken voelden koud aan tegenover haar blote benen wanneer ze haar hand voor haar mond sloeg. Tranen maakten haar huid nat, maar dat was haar minste zorg. Haar broer was weg en dat had ze toegelaten. Een krakende deur deed haar niet opkijken. 'Eleonore? Qu'est-ce que tu fais?', hoorde ze de zware stem van haar vader. 'Vous n'avez pas besoin de l'attendre, papa. Il est parti', haar gehuil was te horen door het hele huis. Ongecontroleerd stroomden de tranen langs haar huid, terwijl ze piepend adem haalde. Er leek geen stop te zijn aan de handelingen wanneer haar vader wegliep om de politie te bellen. Voor het eerst in haar leven voelde ze zich verlaten en alleen.
(ELEONORE) Waarom doe je dit, huh? (JACOB) Omdat ik het moet, zus. (JACOB) Het komt goed met je. (ELEONORE) Je moet blijven. Je kan me dit niet aandoen! (JACOB) Maak het niet moeilijk voor me. (JACOB) Zeg tegen hun dat ze niet op mij moeten wachten. (DORIAN) Eleonore? Wat doe je? (ELEONORE) Je hoeft niet op hem te wachten, papa. Hij is weg.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Rondneuzend door de objecten die netjes ingedeeld waren op haar bureau, zocht Sebastian naar meer informatie. Nu hij er toch eenmaal was, was hij niet alleen nieuwsgierig of er dingen waren die ze verbergde, maar ook naar haar achtergrond. Hij kwam in de laden tijdschriften, leesboeken, vellen papieren en veel andere dingen tegen, maar spijtig vond hij niet exact naar waar hij opzoek was. De klok die boven het bureau bevond tikte ritmisch waar Sebastian zich niets van aantrok, en wees met de lange wijzer naar het cijfer twaalf. De kleine verzette zich net op de 2, en dat betekende dat hij al ongeveer zo twee uur in de ''andere wereld'' zag. Zelf begreep hij er ook niet niet veel van, maar was wel dom genoeg om niet eerst door te lezen voordat hij de rune activeerde. Wat hij niet wist, toen hij the Book of runes voor de eerste keer gebruikte, is dat het niet alleen maar draaide om de ontsnappingspoging voor te bereiden. Namelijk, er zat nog iets aan vast. Ieder lid uit de familie Campbell, maar ook nog veel andere families hadden er één, Sebastian nu dus ook. Misschien op een wat vervroegde leeftijd, maar het was er. De meeste familieleden kregen er pas een rond hun dertigste, om hun jonge jaren nog mee te maken zoals dat hoorde. Na dertig jaar, moest je het boek wel activeren. Gebruiken hoefde niet meteen, maar net zoals het gegaan is met elk familielied uit de bloedlijn: op je dertigste word je ook een vampier, net zoals de rest. Sebastian's moeder had hem verteld dat ze nooit zou liegen tegen hem, maar toch is er één leugen die ze hem wijs gemaakt heeft. ''Alle verhalen die je gehoord hebt over monsters, over nachtmerries en legendes, fluisterend rond kampvuren...alle verhalen zijn niet waar. Dus wees niet bang voor het onmogelijke, liefje. Mama zal er altijd zijn om je te beschermen.'' fluisterde ze in zijn oor. Het was een warme zomernacht waarop zij hem da vertelde, toen hij niet in slaap kon vallen. Lucina kwam naast Sebastian op bed zitten om met hem te praten. Op dat moment had zijn vader nachtdienst, want destijds werkte hij namelijk nog bij een legerbasis. Genoeg tijd hadden de twee zeker voor elkaar om samen te zijn. Zijn moeder is altijd goed voor hem geweest, heeft hem met al de liefde opgevoed die zij hem schenken kon, maar is toch als slagtoffer uitgekozen om te overlijden. Maar vlak nadat hij zijn ouders betrapte, op dezelfde dag dat zijn vader weer thuis kwam, waren beloftes veranderd in leugens in zijn ogen. Daar trof hij zijn vader aan, als het ware ''slokkend'' uit zijn moeder's pols. Zijn vader heeft hem toen uitgelegd, dat hij dat later ook zou worden, net zoals hun. Want er omheendraaien zal verdacht zijn, en ze wisten beide dat hun zoon niet meer een kind van 5 jaar was. Moeilijk kon hij het zich beseffen, terwijl er veel gemixte gevoelens door hem heen gingen. Een tijdje daarna heeft hij er eigenlijk niet meer echt aan gedacht, tot de dag van vandaag. Sebastian begon zich wat duizelig in zijn hoofd te voelen tijdens de zoektocht naar meer clue's, hij kwam op het idee om een glas water voor zichzelf in de keuken in te schenken, dus liep hij daar ook heen. Terwijl hij een wandeling naar de keuken nam, begon hij zich eigenlijk te beseffen wat er aan de hand was. Een duidelijke mening had hij er niet echt over, maar veel gemengde gevoelens, net als op het moment toen zijn ouders hem vertelden wat er gebeuren zou. Vertelde fantasy-verhalen werden werkelijkheid. Een kleine opening tussen de gesloten gordijnen zorgde er voor dat er een straal maanlicht naar binnen scheen door het raam. De volle maan was helder deze nacht, wat de duistere hemel overheersend invulde. Met zijn donkere ogen viel wendde hij zijn blik al gauw op het licht, terwijl er als reactie een pijnscheut door zijn lichaam schoot. Een ongecontroleerde kreun vanuit zijn keel kwam omhoog, waarna hij seconden later besefte dat hij stil moest zijn. Inmiddels had hij het glas water al laten zitten, en was verder door gelopen. Daar waar hij stond trof hij een pas gewitte muur aan. Dat de bewoner van dit huis maandelijks het huis goed bijhield, was te merken. Het had ook een vanille achtige tint, wat Sebastian nog wel goedkeurde. Zonder na te denken vouwde hij zijn vingers om de deurklink om die vervolgens met beleid omlaag te halen, en de deur zacht te openen. Daar trof hij een kleine, knusse slaapkamer aan. Als eerste een openhaard, waarvan het duidelijk was dat die pas aangestoken werd. De houtsblokken waren zwart, en er bevond zich as rondom. Zijn ogen gleden door de kamer heen, die nog een kast aantroffen. ''Waarschijnlijk haar kledingkast'' zei hij zacht hardop. Iets onverwachts trof hij ook een bed aan, waar iemand in lag. Gauw concludeerde hij dat het een meisje was, aangezien haar haren lang, opgehoopt op het kussen lagen te rusten. Grenzeloos liep hij naar haar toe, nog steeds op een zachte manier. Af en toe kraakte het houten laminaat wel, maar dat kwam omdat die er geschatten al in lag toen het huis gebouwd werd. Aan de maak buitenkant was te zien dat al jaren geleden was aangezien het een oude bouwstijl had. Terwijl hij een stukje vooroverboog, zag hij haar gezicht. Al snel merkte hij op dat ze geen fijne droom had, en erg onrustig ademhaalde. Nadat zijn ogen even op haar hoofd hadden gerust wat er enkel boven de denkens uit kwam, dwaalde ze terug door de niet al te grote kamer. Hij draaide zich om, en spotte een lijstje met een foto op haar nachtkastje wat er niet ver vandaan stond. Het beeld was te slecht om vanaf dit perspectief te zien wie er op stonden, dus besloot hij dichterbij te komen. ''Redhead'' fluisterde hij zachtjes, wanneer hij de rood-bruin harige jongen op de foto spotte. Samen met Eleonor. Deze foto was hoogwaarschijnlijk bij een professioneel laten maken, en goed bewerkt. Dat kon je zien aan de lichtvlagen over het plaatje, en de achtergrond. Wat er te zien viel, waren twee kinderen van ongeveer 13 jaar, die op een sprookjes achtig bankje naast elkaar zaten. Ze hadden hun knieeén beide achterlangs hun lichaam, het meisje naar rechts en de jongen naar links. Dat zorgde ervoor dat ze als het ware ''naar elkaar toe zaten'' en je enkel de zijkant van hun lichamen kon waarnemen. Even nam Sebastian het lijstje in zijn hand, om het van nog dichterbij te kunnen bekijken. Zou dat haar vriend zijn? Of zijn ze enkel vrienden? Vroeg hij zich af. Hij had niet door dat hij die persoon eigenlijk kende nu, en dag lag waarschijnlijk aan het feit dat hij enkel de zijkant van zijn lichaam zag. En een jonger iemand, dat dat hij werkelijk nu was. Geluidloos zette hij het lijstje terug, terwijl hij zijn ogen africhtte wanneer het meisje zich paniekerig omdraaide. Dit was het teken om te vertrekken hier, voordat ze hem zou zien. Wat zou ze wel niet denken, als ze een gevangene voor haar ziet staan in haar kamer? Hij kon het zich bijna niet bedenken of voorstellen. Hij besloot de benen te nemen, en was weg. Nog sneller dan het licht.
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Geluiden van een krakende vloer drongen Eleonore's oren binnen. Haar nachtmerrie werd verstoord door geluiden van de buitenwereld, maar toch hield ze haar ogen gesloten. De beelden van politiemannen in haar huis vervaagden wanneer ze zich op haar andere zij draaide. Onrustig pakte ze de deken om het vervolgens tot aan haar kin te trekken. De deken verwarmde haar lichaam, wat ervoor zorgde dat ze zich meer comfortabel voelde in haar eigen bed. Een windvlaag zorgde ervoor dat enkele loshangende plukjes haar uit haar gezicht werden gewaaid. Geschrokken ging ze rechtop zitten, waarna ze haar ogen opende om om haar heen te kijken. Geen enkele raam zat open en de televisie was ondertussen uitgegaan, aangezien er een tijd van automatisch uitgaan op het onderwerp geïnstalleerd was. Niemand was in haar kamer te bekennen, maar waar kwam de windvlaag vandaan? Angst vulde haar lichaam, bang dat er iemand in haar appartement had ingebroken. Toch wilde ze de politie niet bellen aangezien ze dat niet zeker wist. Voor even bleef ze zo zitten, luisterend naar iets wat als een inbraak kon klinken. De deken had ze om zich heen gewikkeld, wanneer ze opstond. Haar hand greep een willekeurig voorwerp wat een boek was. Het was niet een goede wapen, maar daarmee zou ze zich enigszins kunnen beschermen tegen de overvaller. Bang liep ze door haar kamer, waarna ze richting de gang stapte. Het boek hield ze gereed om het tegen de indringer te gooien. Het was niet een voorwerp waarmee ze iemand makkelijk het leven af kon nemen, maar ze kon degene makkelijk uitschakelen voor enkele seconden. Zo stil mogelijk doorzocht ze haar kleine appartement, opzoek naar een indringer. Ze bekeek elke kast en elke plek wat kon dienen als een verstop plek. Toch had ze na enkele minuten door dat zij de enige persoon in het huis was. Langzaam liet ze haar hand zakken, waarna ze haar boek neerlegde op haar bureau. Ze was opgelucht dat er niemand in het huis was, hoewel het leek dat ze te vroeg had gejuicht. Immers was er iets wat haar aandacht trok. Haar papieren waren niet meer netjes opgestapeld als normaal. Verschillende dossiers waren vermengd met betalingsbrieven en andere brieven die rond gezaaid waren op haar bureau. Het zou nooit kunnen dat zij dat had gedaan, aangezien ze er niet van hield wanneer haar spullen niet georganiseerd waren. Ook de ladekasten waren niet compleet dicht, zoals gewoonlijk. Het leek haast alsof ze paranoïde werd, maar het zou nooit kunnen dat ze haar huis zo kon achterlaten. Ze had oog voor detail en dit zou ze zeker weten niet over het hoofd kunnen zien. Haar handen zetten de papieren weer goed, wat ervoor zorgde dat haar kleine werkruimte er weer netjes uitzag. Ze had zich langzaam omgedraaid, voor de laatste keer de ruimte bekeken naar iets wat niet klopte. Wanneer ze niks had gevonden liep ze zuchtend naar haar bed, vervolgens erop gaan liggend. Ze was bang dat er iemand zich in haar huis verstopte, maar dan zou ze het wel gezien hebben. Haar ogen vestigde ze op het witte plafond, terwijl ze zichzelf vertelde dat er niemand in het huis was geweest. Het duurde even voordat ze sliep, maar uiteindelijk viel ze in een rusteloze slaap.
'Rousseau, leuk je weer te zien!', de kok leek Eleonore's aanwezigheid leuk te vinden. Zijn handen bewogen zich op een snelle tempo wanneer hij de koffie voor haar aan het maken was. Ondertussen leunde ze met haar heup tegen de glazen vitrine, waar de meeste maaltijden te zien waren. 'Insgelijks, dankjewel voor u koffie', glimlachte ze wanneer ze de mok had gepakt van de kok. Ze had een slok genomen van de donkere vloeistof, wat er gelijk voor zorgde dat ze zich opgewekter voelde. Altijd sprak ze de man netjes aan, aangezien hij tientallen jaren ouder was dan zij. Hoewel ze elkaar goed kenden, vond ze het beleefd om hem niet bij zijn naam te noemen. De man had al kleinkinderen en hij vertelde er altijd graag over. Toch leek ze vandaag er te weinig tijd voor. Ze was vijftien minuten later opgestaan dan gewoonlijk, wat ervoor zorgde dat haar ochtend gehaast ging. Haar slaapgebrek was duidelijk te zien aan haar gezicht. Meerdere malen werd ze wakker, dromend over iemand die haar kamer was binnengedrongen om haar iets aan te doen. Hoewel het lachwekkend klonk, ze werd er angstig door. Ook al voelde ze zich altijd veilig in haar huis, was het de afgelopen nacht een uitzondering geweest. De wallen onder haar ogen had ze proberen te camoufleren, maar ook dat had niet veel nut. Kleur mistte er aan haar gezicht en haar sproeten waren haast niet meer zichtbaar. 'U koffie is zoals altijd erg lekker. Vertel eens Robertson, is er iets gebeurd?', vroeg ze aan de oudere man. Grijnzend wreef hij in zijn handen, vervolgens over de vitrine heen gebogen. Dat deed hij altijd wanneer er iets gebeurd was in de gevangenis. 'Alexander en Joshua hadden weer gevochten. Het ging over een weddenschap die één van hun had verloren, waarna diegene aanviel', vertelde hij. Voor haar was het haast geen boeiend nieuws. Ze hield er niet van wanneer mensen ruzie hadden en al helemaal niet wanneer ze daarbij hun krachten gebruikten. Alexander en Joshua leken het nooit met elkaar te hebben. De twee haatten elkaar al sinds ze hier zijn, ook al waren ze familie. Hun problemen leken nooit opgelost te zijn. Met hun slechte gedrag en mishandelingen in de gevangenis werd hun straf langzamerhand langer, maar dat leek hun niks te schelen. Hoofdschuddend schudde ze haar hoofd uit onaannemelijkheid. 'Hoe kon het anders? U weet hoe hun twee zijn, die zijn altijd bezig om elkaars leven zuur te maken', verzuchtte ze. De kok leek het eerder amuserend dan erg te vinden, wat ze niet snapte. Hoewel hij ouder dan zij was, leek zij soms volwassener dan hem. Haar ogen had ze op de klok gericht, waarbij ze zag dat ze nog maar vijf minuten had voordat de gevangenen vrij gelaten zouden worden voor het ontbijt. 'Ik moet helaas gaan, ik spreek u nog wel, Robertson!', ze zwaaide richting de kok wanneer ze wegliep. Haar voeten leidden haar richting het kantoor. Ze had een half uur om zich te voorbereiden op de komst van Kevin McStar. Haar koffie viel bijna op de grond wanneer ze tegen iemand aanbotste. Haar baas bekeek haar met een serieus gezicht, vervolgens zijn hoofd geschud. 'Ik wil dat je je eerste patiënt naar een andere tijdstip toe schuift. Sebastian Campbell heeft je hulp harder nodig dan meneer McStar', vertelde hij. Haast fronsend had ze hem aangekeken. Wie was Sebastian Campbell? Een agent zou Kevin wel vertellen dat zijn gesprek naar een andere tijdstip was verschoven. Zoiets deed ze nooit, maar wanneer haar baas dat zei, moest ze het wel doen. Toch wilde ze weten wie het was en waarom hij haar hulp nodig had. Ze wist dat het geen tijd was om vragen te stellen aan Josh. Zijn blik beloofde niets goeds. Ze had enkel geknikt, om vervolgens richting haar kantoor te lopen.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Zijn resterende uren voor deze nacht zaten er bijna op. Terwijl Sebastian kilometers door de stad aflegde om in de hoop nog een wakker iemand aan te treffen rond deze tijd, verlangde hij alleen maar voor meer duidelijkheid. Hij besloot het op te geven, nadat hij 3 uur lang over de straten van de vervallen stad liep. Hier kende hij niemand, en ook de plaatsen niet. Mompelend liet hij zichzelf tegen een boom aanzakken in het park waar hij zich bevond. Zijn achterhoofd drukte hij tegen de stam aan om vervolgens naar de hemel te kunnen kijken. Sterren zag hij. Heel veel sterren. Het deed hem denken aan zijn moeder, aan wat zij hem vroeger wel eens had verteld toen het nog een klein jochie was. ''Als mama dood is, word ze een klein sterretje dat bovenin aan de hemel schittert. Je zult me niet altijd zien, maar ik ben er altijd.'' Uit verveling begon hij de sterren te tellen, en zakte telkens een stukje verder omlaag. ''103...104...105...106...'' murmelde hij. Zijn hand sleepte hij over het gras heen die vervolgens een houten stokje van de grond schepte. Daarmee porde hij in het grasvlak dat naast zich bevond. ''107...108...109...'' Er was niets te horen. Behalve het stromende geluid van de stadsfontein die zich ongeveer 16 meter van hem bevond. Af en toe hoorde je het geluid van de bomen en struiken, die op de wind susten. ''110...111'' Voordat hij nog zijn tel afmaken kon, passeerde een stevige windruk hem, waarbij zijn haren alle kanten opvlogen. Van dicht had hij zijn ogen meteen wijd open, en was goed op zijn hoede, terwijl hij vragend en wat voorzichtig voor zich uit vroeg ''Hallo? Is daar iemand?'' Zijn hand legte hij naast zich op de grond waarna hij via zijn polskracht zichzelf omhoog drukte. Met zijn handen op heuphoogte schoof hij wat gras en aarde van zijn broek af terwijl zijn vraag in herhaling viel. ''Is daar iemand?'' bracht hij dit keer op een hardere manier uit, en zette enkele stappen naar voren. Een lichtflits schoot in zijn ogen voorbij, waarbij er een portaal zich opende. Met wapperende haren in de woeste wind, en verbijstende, grote ogen stond hij toe te kijken, en merkte op dat hij zoiets al eerder zag. Voor wat hij zich nog herinneren kon, is dat hij zijn hand er naar toe bracht en hij toen niets meer voor zijn ogen te zien kreeg. Wit was het alleen. ''Misschien kan dit mij weer terug brengen...'' bracht hij bedenkelijk uit, waarna hij opnieuw zijn hand naar het portaal toe stak. Bang was hij er zeker niet voor, alhoewel duizenden vragen door zijn hoofd gingen die hem op buitenaardse gedachten brachten. Toen het topje van zijn vinger de magische teleport aanraakte zonder twijfel, werd hij er opnieuw ingeslokt.
Sebastian kwam overeind, en opende wagenwijd zijn ogen. Hij zag een bekende omgeving voor zich: de cel waar hij gisteren de hele dag in doorgebracht had. Niets veranderd. Onbegrijpelijk gingen zijn handen richting zijn ogen waarmee hij die eens goed doorwreef. Hard was hij aan het nadenken, je kon zo zijn hersenen horen kraken. Even bedacht hij zich dat het gewoon een droom had kunnen zijn, althans hij bijna zeker wist dat het echt was? Hij besloot op te staan, en wankelde naar de spiegel boven zijn wastafel. Op het eerste gezicht, zag hij alleen zichzelf. Een prima verzorgde jongen, met op de dag gewoon grijsblauwe ogen. Zijn kaaklijn was strak, en dat was meteen een van de puntjes waar veel meiden op vielen. Gisteren had hij zich thuis nog geschoren, waardoor zijn kin spierwit en glad was. Van snorren en baarden hield hij niet, het maakte hem zo oud vond hij zelf. Na enkele momenten in de spiegel te staan kijken, merkte hij het daglicht op, dat waar hij in keek weerspiegeld werd. ''Ahhhh....Verdomt.'' klonk er vrij hard, terwijl hij zijn hoofd weg ''trok'' uit de spiegel, met geweld. Zijn handpalmen raakten al snel de dichtgevallen oogleden, en bedekte die voor een tijdje. Het licht dat buiten altijd zo normaal, en onschuldig bleek te lijken, was zijn vijand geworden. Gebonk, geschuif en een hoop rumoer klonk er wanneer Sebastian wreed de kast naar de raamkant begon te schuiven. Ook voor Sebastian was die best zwaar, alhoewel er niet veel in lag. Eerder lag het hem aan het metaal waarvan hij was gemaakt. ''Hnggg...'' klonk het, toen hij tot slot de kast met een bonk tegen de muur aan had geduwd. ''Ziezo. Wees de vijand altijd voor.'' Hij wreef in zijn handen, en draaide zich terug om. Nu kon er geen daglicht meer naarbinnen komen, dus was het pikdonker in de kamer. Zo donker dat hij niet normaal kon leven hierin, dus besloot hij het licht aan te doen. Een zwak lampje dat af en toe uit viel, verlichtte de celkamer. Gek leek hij wel, met waar hij mee bezig was. Alhoewel hij nog niet alles duidelijk uitgezocht had, wist hij een beetje wat er met hem aan het gebeuren was. Toen sprintte hij plotseling naar het boek, en nam het in zijn handen. Al snel besefte hij dat het belangrijk was, dat niemand dit ooit zou vinden aangezien hij al snel concludeerde dat het boek er mee te maken had. Zijn gezicht draaide alle kanten op, gericht op een dergelijke verstopplek. Wanneer zijn ogen over de kast rolden, wist hij het meteen. Geknield schoof hij het boek achter de kast, tussen de muur en de kast in. En ver want dat lukte wel met zijn redelijk lange arm. ''Niemand zou het hier te vinden krijgen'' zei hij merk een smirk op zijn gezicht. Toch was de zaak niet helemaal zeker, hoe dit precies heeft kunnen gebeuren. Zichzelf hielp hij omhoog en liep vervolgens wat rond door de kamer. Niet gelet op zijn uiterlijk, ijsbeerde hij opnieuw door de kamer rond. ''Ik moet bewijs hebben...'' zei hij hardop. Hij had de kleding nog aan die hij gisteren aanhad, door zijn hele reis zat het onderhand wat slordig maar tijd om zich om te kleden voor een nachtrust had hij niet. Ook zijn haren boeide hem vrij weinig, eigenlijk even alles op dat moment. Als Sebastian met één ding bezig is, is niets meer belangrijk. En vóórdat hij er klaar mee is richt hij zich weer op andere dingen. Een spontaan idee dat in zijn hoofd ter plekke opdeed wanneer hij zijn ogen op de camera afwendde, was dat hij de camerabeelden kon gaan checken. Maar hoe? Hoe kwam hij als eerst uit de cel, en dan nog bij het kantoor van de baas? Een leuk idee vond hij zelf natuurlijk, maar het was bijna onmogelijk. Toch kwam er een sluw, meesterlijk plannetje in hem omhoog. En hij wist al precies hóe hij het ging aanpakken en wat hij ging doen. ''Ik hoop niet...'' begon hij, terwijl hij zijn vest pakte en arm voor arm aandeed. ''...dat ze gaan vragen wat ik met de cel gedaan heb.'' Hij hijstte zijn vest over zijn schouder aan, en stapte voorwaards naar de tralies vlak naast de deur. Daar stak hij zijn oog doorheen, en zag enkel een verlichtte gang. Zijn hand legde hij tegen de tralies aan, en begon er luidruchtig tegen aan te slaan. Het was misschien zielig voor Eleonor om haar te misleiden na al het goede wat ze altijd al gedaan heeft voor iedereen, maar het was het proberen waard. Het was immers alleen in zijn voordeel.
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Zo snel als Eleonore kon liep ze richting haar kantoor, hopend dat ze ongezien naar binnen kon wandelen. Ze had geen zin in de arrestanten, wetend dat ze verlangens aan vrouwen hadden. Het was gevaarlijk om hier als enigste vrouw te werken, maar daarom probeerde ze ook eerder in haar kantoor te zijn. Haar rode, tikkende hakken klikten tegen de glanzende vloer, daarmee een irritant geluid creërend. Ze vond het geweldig om hakken te dragen, aangezien het haar langer maakte en haar ouder liet lijken. Haar korte lengte zorgde er altijd voor dat ze er jonger uitzag, wat ze afkeerde. Toch was het minder geworden in de loop van de jaren, hoewel mensen haar nog steeds jonger schatten. Wanneer ze mensen vertelde dat ze eenentwintig was bezorgde dat verbazing op de gezichten. Ze vond het lachwekkend, wetend dat mensen haar jonger hadden geschat. Nu was hakken dragen iets wat ze elke dag deed, hoewel ze soms blaren kreeg op haar voeten. Het gebeurde meestal bij een nieuwe paar, bij de oude haast niet. Langzamerhand was ze eraan gewend om het schoeisel ze dragen. Haar gedachten werden onderbroken door een agent die zich haar richting op snelde. Afgevraagd wat hij wilde bleef ze staan, daarmee het geluid van haar schoenen gestopt. 'Mevrouw Rousseau, ik moest van meneer Williams zeggen dat u zo snel mogelijk naar de cel nummer drieënzestig moet gaan', vertelde hij. Een korte zucht ontsnapte uit haar mond, wetend dat de ze langs de gevangenen moest lopen. De cellen waren ondertussen allemaal opengegaan en dat was aan het piepende geluid van de deuren te horen. Rumoer was te horen in de gangen van de gevangenis. 'Goed, houd hem tegen in zijn cel. Ik ben er in tien minuten', zei ze voordat ze wegliep. Op een snelle tempo naderde ze haar kantoor, waarna ze haar mok met lauwe koffie op haar bureau legde. Ze liep naar één van de kasten, op zoek naar een dossier van Sebastian Campbell. De naam had ze nooit gehoord, dus afvragen wie het was deed ze zeker. Normaal gesproken had ze langer de tijd om een dossier door te lezen, maar waarschijnlijk moest ze het in de cel lezen. Algauw had ze het mapje gevonden en nam ze het mee zonder erin te kijken. Ze wist dat Josh ongeduldig zou worden wanneer ze niet zo snel mogelijk zou aankomen bij de cel. De mok met koffie liet ze staan wanneer ze haar kantoor uitliep. Met de dossier in haar hand liep ze richting de cellen, diep zuchtend. Nu ze wist dat de gevangenen verderop in de kantine zaten te eten wist ze dat ze hun onder ogen zou komen. Maximaal een halfuur zou het duren totdat iedereen weer in de cellen moest, waar ze zeker weten wist dat er mensen langs cel nummer drieënzestig zouden lopen. Ze wist dat ze zich daar geen zorgen om moest maken, aangezien ze haar werk moest verrichten. Met veel tegenzin keek ze langs de lege cellen opzoek naar de juiste. Geluiden van slagen tegen de tralies vulden haar oren, waardoor ze vreemd opkeek. Één agent stond te wachten totdat zij was aangekomen, niks aangedaan tegen het vreemde gedrag van de gevangene. Een lichte irritatie dook in haar op wanneer ze dichtbij kwam. Het irriteerde haar dat de bewaker niks tegen de jongen deed. Haar ogen had ze even op de gevangene gericht, het gezien van zijn bloedende knokkels deed haar schrikken. Het feit dat de agent niks tegen de jongen deed zorgde ervoor dat het respect voor hem was verloren. De jongeman bezorgde zichzelf onnodige pijn en dat zorgde ervoor dat ze medelijden met hem kreeg. De bewaker had ze genegeerd, waarna ze zich richting de arrestant draaide. Wanneer ze zag wie het was deed het haar denken aan de dag ervoor. Zijn lichte ogen stonden donker en zijn gezichtsuitdrukking liet blijken dat hij gevaarlijk was. Nu ze zijn naam wist was het voor haar makkelijk om met hem te praten, hoewel ze niet wist of het veel verandering zou brengen aan zijn situatie. 'Sebastian, stop', vertelde ze op een harde toon. Haar gezicht had ze naar de agent toegedraaid, hem vervolgens aangekeken. 'Laat me binnen', zei ze. Twijfel zag ze duidelijk in zijn ogen, maar toch opende hij de cel. Hij lette goed op hem, zodat hij niet kon ontsnappen. Ze liep naar binnen, wanneer ze terugdacht aan de vorige dag. Zijn bedreigende blikken had ze duidelijk op haar netvlies staan wanneer ze hem aankeek. Toch had ze snel haar blik van hem afgehaald, vervolgens de ruimte bekijkend. De kast bedekte het raam, daarmee het zonlicht toevoer geblokkeerd. De kamer was pikkedonker, enkel een kleine lampje verlichtte de kleine cel. Het was vreemd gedrag, maar ze zag er verschillende psychische stoornissen erin. De dossier had ze gepakt, haar ogen vervolgens langs laten gaan. Geschrokken was ze zeker wanneer er haast geen inkt de bladzijdes sierde.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Toen Eleonor kwam binnenlopen op haar rode klikhakken, zette hij meteen een stapje opzij om haar op haar gemak te laten voelen. Het was al een lange tijd geleden voor Sebastian geweest dat een meisje zo dichtbij in de buurt kwam, behalve Berthine dan. Berthine voelde net als een zusje voor hem aan, niet min of meer. Ze hielp hem in het begin toen ze elkaar net ontmoet hadden, hem van zijn liefdesverdriet af. '''Liefde bestaat niet.'' maakte ze hem een aantal keren wijs waar hij vervolgens ook echt aan begon te geloven. ''De pijnen die je hebt, gaan enkel om verraadt en bedrog.'' In plaats van iemand die hem leerde hoe je van iemand houdt, zette ze hem juist tegen de term ''liefde'' op. Zelf walgde ze enorm van liefde, en ergerde zich daarom ook aan stelletjes die in het openbaar hand in hand liepen. Ze wuifde dan naar hen, en maakte vervolgens braakgeluiden naar de mensen. Alhoewel Sebastian vaak samen met haar over straat liep, vroeg hij nooit waarom ze zich zo gedraagde. Integendeel begon hij eigenlijk mee te lachen, wat natuurlijk super idioot was. Het woord liefde stond dus niet in zijn woordenboek beschreven. Alhoewel hij vroeger meer dan alles om zijn vriendinnetje gaf, is er veel voor hem veranderd. Niet alleen zijn liefde en respect is hij veloren, maar ook zijn manieren. Een jongen die vroeger een roos aanbood aan een meisje is veranderd in een jongen die zijn medemens met de hand vermoord. Met zijn rug viel hij tegen de traliewand aan wat zorgte voor een heldere kinkel. Terwijl Eleonor's ogen over het papierwerk gleden keek hij rustig toe. Relaxt, was zijn houding op dat moment. Lekker losjes met zijn armen omlaag, samengevoegd met zijn achterhoofd tegen de tralies aanleunend. Hij kantelde zijn hoofd iets schuin met de boodschap of ze nog aandacht voor hem had in plaats van zijn dossier. Vrij gemakkelijk kon hij al raden dat het over hem ging, en werd eigenlijk wel nieuwsgierig wat er allemaal in stond. Zou ze nu te weten komen wat al zijn misdaden waren die hij gepleegd had? Dat soort vragen bedacht hij zich ondertussen. De bewaker stond ondertussen in de deur opening, mocht het niet goed verlopen. Geleidelijk draaide Sebastian zijn hoofd naar hem toe met een irriterende blik dat waar hij stond, niet gewenst voor hem was. Maar veel zou dat hem waarschijnlijk niet geboeit hebben, want wat wil je nu als een gevangene? Op je wenken bedient worden? Toen Eleonor even opkeek vanuit het dossier, ving Sebastian de boodschap op die Eleonor met haar ogen aan de bewaker bracht, waarna hij naarbuiten stapte en de deur achter zich sloot. Ongemakkelijker is het juiste woord om te omschrijven hoe Sebastian zich voelde maar hij moest wel. Het was de enige manier om zijn plan in werking te krijgen. ''So, wat staat er allemaal over mij ingeschreven?'' klonk een lage stem. Langzaam liep hij naar de dossier bestuderende Eleonor. Zijn ogen waren even gericht op haar hakken die ze droeg. Felrood waren ze. Vervolgens wendde hij zijn blik ook op het doessier, over haar schouder meekijkend. Dat kon, aangezien hij nog altijd een stuk langer was dan het kleine meisje in highheels. Ook voor hemzelf voelde het niet al te confortabel, maar toch probeerde hij het. Af en toe kwam er een vleugje van zijn warme adem in haar nek, dat hij regelmatig door zijn neus uitliet. Erg prettig ervaarde ze het niet aangezien hij haar meteen al een stapje opzij zag doen. Hij legde zijn armen over elkaar waarbij zijn mouwen die iets over de helft van zijn hand omhooggekropen waren. ''Het spijt me als ik je gisteren bang gemaakt heb.'' bracht hij vrij subtiel en makkelijk uit. Nog steeds bleef het een duistere tint behouden, aangezien zijn gedrag erg ongecontroleerd verandert. Op het ene moment heeft hij de drang om iemand op te hangen. Aan een haak. Maar het andere moment komt hij zijn excuses aanbieden alsof het niks was. Met zijn nagels krabte hij even over zijn nog altijd gewondde hand. Zijn lippen openden van elkaar zodat hij iets kon uitbrengen. Toch bleef hij even wachten, terwijl de persoon voor hem gefocusd was op een paar verslagen. ''Kijk...'' begon hij terwijl zijn tong even langs zijn lippen gleed om ze nat te maken. ''Ik doe je niets. Relax.'' Hij merkte op dat hij nu haar aandacht trok, want ze keek op. Even keek hij opzij, en dan naar beneden. ''Het is lastig. Weet je? Wanneer je eigen vader je moeder met een stuk touw had laten stikken.'' Hierbij begon hij te fluisteren en een wat confronterende toon uit te brengen. ''Dat je eigen vader je aan je eigen lot laat. Van de kinderbijslag wiet en xtc kocht.'' Zonder enige emotie er bij te tonen zuchtte hij. ''Je alleen in huis mocht blijven als je voldoende werk verrichte per maand.'' Met de laatste zin wisten ze beide goed genoeg wat er bedoeld werd. Ondertussen was Sebastian weer dichterbij haar gaan staan, waarop ze dit keer zich niet verzette. Aandachtig nam ze zijn woorden op die tussen zijn lippen ontglipten. Na de laatste zin draaide Sebastian zich om en ging vervolgens op zijn goedkope eenpersoonsbed zitten. Door zijn lange lengte veerde hij iets omlaag in het matras. Zijn benen stonden opgetrokken een stukje uit elkaar, waar zijn armen op leunden en hij vervolgens voor zich uit staarde. ''Niemand die om je gevoelens geeft, geen liefde of intresse in je toont en alleen maar van je wegloopt.''
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Sinds het eerste moment wanneer Eleonore's schoenen de ruimte binnen waren gedrongen voelde ze zich niet veilig. Hoewel de agent in de cel opening de bewegingen van Sebastian volgde, leek ze zich niet veiliger te voelen. Aan het begin had ze vaker zo'n gevoel, maar dat kwam omdat ze mensen niet snel vertrouwde. Vooral bij arrestanten deed ze dat niet, aangezien ze wist hoe de mannen waren. Ze probeerden verschillende dingen om te ontsnappen. Meerdere keren waren er via haar pogingen gedaan om te ontsnappen, maar elke keer mislukten ze weer. Het kwam enkel doordat ze snel mensen doorhad, wat ervoor had gezorgd dat het vluchten haast onmogelijk werd voor de gevangenen. Hoewel ze mensen met respect behandelde, was het bij sommigen gearresteerden minder. Sommige mannen waren te vreselijk om het in woorden uit te drukken. Het was verboden voor haar om in contact met hun te komen, aangezien ze te gevaarlijk waren voor de buitenwereld. Altijd probeerde ze mensen genoeg kansen, maar soms kon het niet. Ze was een persoon die het goede in mensen zag, ook al had diegene slechte dingen gedaan. In alles zag ze een oorzaak voor het gedrag van sommige mensen, ook bij gevangenen zag ze dat. Toch voelde ze zich niet altijd even veilig bij de personen in de cellen, wat het geval nu ook was. Haar ogen hield ze bij het dossier, haast Sebastian's prikkelende ogen negerend. Sebastian... De naam paste bij zijn uiterlijk. Uit zijn geboortedatum bleek dat hij vierentwintig was, wat hem drie jaar ouder maakte dan dat zij was. Over zijn familiegeschiedenis was niet veel te lezen, enkel dat zijn moeder niet meer leefde en hij met zijn vader zijn jonge jaren spendeerde. Broers en/of zussen had hij ook niet. Ze bedacht zich dat de bewaker er niet bij de sessies mocht zijn, enkel wanneer de persoon haar in gevaar bracht. Het was nu niet het geval, ook al voelde ze zich niet veilig. Langzaam had ze opgekeken naar de agent, waarna ze seinde dat hij weg mocht gaan. De celdeuren werden gesloten, waarna hij besloot verder te gaan met zijn werk. Hij liep weg, de cellen gecontroleerd op verschillende spullen die er niet behoorden. Het gevoel om opgesloten te zijn met Sebastian was niet bepaald fijn. Haar blik had ze voor even gericht op de donkerharige jongen. De informatie die in de dossier stond kon ze niet blootstellen aan de gevangenen. Het was enkel voor haar bestemd om de verleden van de arrestanten te weten. 'Dat is informatie die ik niet-', ze stopte gelijk met praten wanneer hij dichterbij kwam. Zijn adem kon ze voelen in haar nek waarna haar haartjes omhoog begonnen te staan. Kippenvel vormde zich in haar huid, wat ervoor zorgde dat ze weg stapte. Hij mocht niet dichtbij komen, aangezien het werd gezien als een bedreigen. Ook voor haar was het niet bestemd om dichtbij de gevangene te komen of diegene aanraken. In de gevangenis golden niet alleen strikte regels voor de gearresteerden, maar ook voor de psychiater. Wanneer ze regels overtrad kon het haar werk kosten en dat was iets wat ze niet wilde. Ze hield ervan om mensen te helpen naar een beter manier van leven en dat was iets wat ze in de gevangenis deed. Haar blik had ze op het dossier gericht, gedaan alsof ze zijn informatie grondig aan het bestuderen was. Er was haast niks wat nuttig was. Scholen waren iets waar ze meestal niet naar keek, aangezien het niets veranderde aan zijn daden. Een gefrustreerde zucht ontsnapte uit haar mond wanneer ze de volgende bladzijde bekeek. Het inkt danste voor haar ogen wanneer ze zag hoeveel misdaden hij had gepleegd. Tot haar schrik waren het er bij elkaar meer dan honderd, waarbij eenenveertig moorden. Met trillende handen liet ze het dossier zakken, nagedacht over hoe een persoon iemands leven af kon nemen. Ze besloot om zich rustig te houden en hem vervolgens aan te kijken. Het was vreemd hoe zijn humeur in één dag was veranderd. Van de gevaarlijke Sebastian was er vandaag vrijwel niks te zien. Toch toverde ze een korte glimlach op haar gezicht, daarmee laten merken dat het alweer goed is. 'Het is niet erg, ik snap het', vertelde ze. Haar ogen had ze weer op het dossier gericht, de misdaden één voor één gelezen. Vierentwintig overvallen, drieëndertig verminkte burgers, eenenveertig doden en tien aanslagen. Hoewel hij vierentwintig was had hij de meeste misdaden gepleegd van iedereen. Zelfs de oudste mannen hadden niet zoveel doden op hun geweten als hij. Zijn Britste accent vulde voor even de ruimte, waar ze niet van opkeek. Haar hoofd verwerkte nog steeds de hoeveelheid criminaliteit die de jongeman was begaan. Pas wanneer hij haar vertelde dat hij haar niks zou doen, keek ze op. Natuurlijk geloofde ze hem niet, maar ze kon doen alsof. Hoewel ze vond dat elke gevangene nieuwe kansen moesten krijgen, betwijfelde ze het bij hem. Ze luisterde naar zijn verhaal over zijn verleden, waar ze oprecht nieuwsgierig naar was. Haar ogen bekeken zijn gezicht, opzoek naar uitdrukkingen. Het leek erop dat hij een moeilijk jeugd had gehad. Een moeder die werd gedood door zijn eigen vader en een vader die verslaafd was aan drugs. Hij was ondertussen dichterbij haar gekomen, maar dat had ze pas door wanneer hij wegliep om op de eenpersoonsbed te gaan zitten. Twijfelend liep ze achter hem aan, vervolgens één meter naast hem gezeten op het oude matras. Hij vertelde alles gevoelloos, alsof het hem niks uitmaakte. Toch moest het hem iets uitmaken. De misdaden die hij had gepleegd waren waarschijnlijk een gevolg van zijn moederloze verleden. Zijn verhaal klonk triest in haar oren, ook al had hij het zonder emotie uitgebracht. Haar ogen had ze op hem gehouden. 'Je moet weten dat ik er voor je ben wanneer je dingen kwijt wilt. Het spijt me van je moeilijke verleden, ik zou willen dat het anders was gelopen', vertelde ze. Haar ogen had ze op het dossier gericht dat op haar schoot lag. 'Ik ben blij dat je me iets wilt vertellen, aangezien er niet veel staat beschreven in je dossier. Nu heb ik wat meer informatie over je verleden', zei ze. 'Er is heus wel iemand die wat om je geeft... Heb je vrienden, een familielid? Misschien een vriendin?', vroeg ze hem.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Een lichte druk op het matras te voelen wanneer Eleonor erbij kwam zitten waardoor het iets verder inzakte. Graag had hij vijandig meteen terug willen vuren, wanneer het voor zijn gevoel iets te persoonlijk werd. Zijn polsen haalde hij langzamerhand omhoog, nog altijd aan elkaar vastgetekend. ''Niet doen...'' bedacht hij zich toen, en dwong zichzelf af om het te laten. Een diepe zucht volgde er na, terwijl zijn adams appel goed te spotten was tijdens het slikken. Hij knikte toen maar aangezien dat veilig genoeg voor hem was en de beste oplossing. Het laatste wat hij te horen kreeg terwijl hij zichzelf in bedwang hield ging als volgt ''Heb je vrienden, een familielid? Misschien een vriendin?'' Na die vraag gesteld te hebben voelde hij meteen aan warme, kwade lading opkomen. Vrienden, zo zou hij de jongens niet noemen. Zijn vader moest niets van hem hebben, en zijn moeder was dood. Een vriendin? Ja, waarmee hij 9 maanden had toen ze verhuisde. In werkelijkheid had hij dus niemand voor zijn gevoel. Veel maakte hem dat ook niet uit want een andere voorstelling kon hij er niet van maken. ''Niemand.'' bracht hij na enkele momenten uit, met een stem op lager volume dan anders. Daarmee bleek hij toch voor heel even een gesloten kant van hem merken die zelden naar boven komt. Zelf had hij er geen besef van, maar begon de situatie flink lastig te vinden. ''Dit loopt niet volgens plan.'' dacht hij. Hij had er een bloedhekel aan wanneer mensen te lief voor hem werden, daardoor werd hij namelijk erg ongemakkelijk. Even leek het een op bedreigende/ongewenste beweging, maar Sebastian stond enkel op van het bed. Daarbij liet hij Eleonor daar achter en maakte zijn weg naar de wastafel. Donkere haren, blauwe ogen. Nog steeds het zelfde zoals altijd. Hij bekeek zichzelf in de spiegel. Naast enkel zijn gezicht te kunnen vinden in de spiegel, zag je Eleonor op de achtergrond, die nog steeds onbewogen op zijn bed zat. Hij was hopeloos uit zijn ideeén aangezien het geweldadige inpraten op haar geen impact had. Met zijn verwonnde hand wreef hij over zijn rechter arm, terwijl hij in de wasbak tufte. Nog altijd gericht op de wastafel en ondertussen met het hoofd omlaag gezakt opende hij lippen weer. ''Niemand zal ooit van je houden.'' bracht hij zonder na te denken uit. ''Liefde bestaat niet. Het leven gaat alleen maar over verraad en bedrog.'' Met de zelfde intimiderende, zware maar zachte toon bracht hij zijn haatzaaiende woorden uit. Zwaar ademende hij altijd door zijn neus wanneer hij koude, ijzige woorden uitbracht. ''Degene, waarvan je dacht áltijd van te houden, laat je op één dag in de steek omdat diegene nóóit iets om je gegeven had.'' Zonder enigzins rekening te houden met de gevoelens van anderen bracht hij op een zelfverzekerde manier van zijn zaak, de menende woorden uit. Zó ver was hij al in zijn haat, waar hij met beide voeten stevig bij op de grond was. Anderen moesten het volgens hem ook maar voelen aangezien hij er ook over dacht. Zijn plan was om haar van gedachten te laten veranderen, zodat ze hem helpen zou. Niet met zijn geestelijke problemen, maar om hier uiteindelijk weg te kunnen komen. Hoe meer ze zich naar hem ging aanpassen, hoe groter de kans was dat ze hem kon helpen met wat hij eigenlijk echt wou. Sluw, was Sebastian. Veel voordeel had hij er van dat hij zich zo emotieloos kon opstellen zodat mensen bijna nooit zijn gevoelens zouden opmerken, of er achter komen dat hij een spelletje met ze speelde. ''Je eigen vader en moeder die je vanaf kind's af aan groot brachten, het was een ongeluk van hun. Dat ze het niet veilig deden.'' Het was niet duidelijk te vatten of deze zin voor hem bedoeld was, gericht tegen Eleonor was of juist voor iedereen in het algemeen bedoeld was. Een aantal pogingen deed hij om haar ook op te zetten tegen mensen waarvan ze hield, om haar te leren hoe je mensen moet haten. Ook van zijn stem had hij veel profijt, dat alles realistisch en waarschuwend liet klinken. Dat had hij aan zijn vader te danken aangezien hij dat ook had en daarmee altijd vieze trucjes toepaste. Misbruik van hun stemmen maakten ze. Verveeld rekte Sebastian zijn armen uit terwijl hij nog steeds met zijn rug toegedraait stond naar haar. Hij liet zijn gezicht even niet meer zien, door alleen recht voor zich uit te kijken. Dat gaf opnieuw een mysterieuze, duistere en onverwachte stemming aan de situatie.
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Hem aflezen was moeilijk voor Eleonore. Zijn blik veranderde niet mee met zijn gedachtes, hoewel ze ergens wel wist dat er in zijn hoofd een grote bende was. Het was een kwestie van afwachten wat hij te zeggen had, hopen dat ze niet iets te veel had gezegd. Het was moeilijk om gevangenen in te schatten, ook al was ze er wel voor getraind, de mannen wisten goed hun gevoelens te verstoppen. Ook Sebastian leek dat goed te doen. Aan zijn gelaat was geen enkele emotie te zien, alsof hij die niet bezat. Ook al kende ze hem niet, het was moeilijk voor haar om mensen zo te zien. Zijn gedachten vorstelden met elkaar, zijn manier van denkende helemaal overhoop halend. Ze had medelijden met de mensen. Hun leven liep meestal niet op rolletjes wat voor hun criminele gedrag zorgde. Haar werk maakte haar vaak emotioneel, maar het deed haar vergeten aan haar eigen problemen. Hoewel ze niet zo groot waren als die van de arrestanten, wilde ze er niet graag aan denken. Ze kon zich moeilijk voorstellen hoe de gevangenen met bepaalde gedachtes leefden, aangezien ze het zelf moeilijk had met de verlies van haar tweelingbroer. Het gemis van haar familielid was groot genoeg om ervoor te zorgen dat ze zich alleen voelde. Mensen om haar heen had ze zeker wel, hoewel het niet echte vrienden waren. Haar ouders bereikten haar ook niet vaak genoeg, hoewel ze in haar jongere jaren ook geen goed contact mee had. De twee ouderen wilden dat hun kinderen zich focusten op een goede weg, daarmee ervoor gezorgd dat hun opvoeding erg streng was. Haar gelovige, Franse ouders waren hetgeen wat haar tot zo'n persoon hadden gemaakt. Een nette, liefdevolle dame was hetgeen wat ze vaak hoorde. Haar ouders waren trots op haar, hoewel de trots niet genoeg was om haar beter te laten voelen. Het was haar vermiste broer die haar het geluk afnam. Ze zou er alles aan gedaan willen hebben om hem te laten stoppen die nacht, maar de tijd kon niet meer teruggedraaid worden. Hoop voor het terugzien van haar broer had ze niet verloren. Ze hoopte dat ze haar tweelingbroer zo snel mogelijk tegen zou komen, dat was hetgeen wat haar staande hield. Zij was uiteindelijk degene die de familie Rousseau trots moest maken, zodat haar toekomstige kinderen ook geprezen konden worden als lid van een sterke familie. Kinderen had ze graag gewild, hoewel ze er nu niet aan dacht. Ze had haast geen tijd om iemand te vinden waarmee ze haar leven kon delen, maar daar zocht ze ook niet naar. Ze vond het fijn om thuis alleen te zijn, hoewel ze zich ook vaak eenzaam voelde. Huisdieren kon ze niet nemen, aangezien ze haast niet thuis was. Toch hield ze van alle rust die ze kreeg na enkele uren hard werken. Ze vond dat ze de rust had verdiend na haar werk. De arrestanten zorgden er met hun verhalen er altijd voor dat zij haar verleden vergat. Altijd wilde ze er voor mensen zijn en ze vond het ook geweldig wanneer ze met een opgelucht hart haar kantoor verlieten. Het duurde lang voordat de donkerharige jongen op haar vraag had gereageerd. Ondanks de lage volume was zijn uitgesproken woord goed te horen. Een korte echo ontstond in de cel wanneer de klanken uit zijn mond ontsnapte. Het was vreselijk dat hij niemand had. Niemand die op hem wachtte wanneer hij uit de gevangenis kwam. Niemand die hem bezocht tijdens de bezoekuren.. Het moest moeilijk voor hem zijn om zo'n leven te lijden. Ze wilde haar mond openmaken om te spreken, maar Sebastian stond op. Voor even dacht ze dat hij iets zou doen, maar hij liep enkel naar wastafel. Via het spiegelbeeld kon ze zien dat hij zichzelf in de spiegel bekeek, tor hoeverre dat kon. De spiegel was niet schoon, maar toch was er iets te zien. Haar ogen had ze langzaam van hem laten afglijden, vervolgens op het dossier op haar schoot gekeken. Zijn naam stond op de voorkant van het mapje, daarmee laten blijkend dat hem van hem was. Toch vond ze nutteloze informatie in het mapje. Zijn klanken vulden haar oren, waarmee ze duideljk kon horen hoeveel haat hij voor de liefde had. Intimidatie was duidelijk in zijn lage, schorre stem te horen wanneer hij sprak. Het was duidelijk dat hij haat bezat voor de mensen en dat was iets waaraan ze wilde werken. Ze zou het vast in stappen moeten doen, aangezien zijn manier van denken vreselijk was. De jongeman had enkel in zijn jongere jaren liefde gehad van zijn moeder, maar wanneer ze overleed verdween de liefde. De rest van zijn leven had hij enkel geleerd wat haat is, in plaats wat liefde is. Voor even keek ze op, wanneer ze zijn onrespectvolle woorden hoorde. Ze wist niet of het over haar was, of over haarzelf. 'Het spijt me dat je zo moet denken. Het is onredelijk hoe je opgevoed werd door je vader, maar je moet weten dat het niet zijn schuld is. Ik neem aan dat je moeder veel van je had gehouden. Je moet niet denken dat je een ongeluk was. Het is jou vader die je zo heeft leren denken. Niet idereen is zoals hij. Je moet leren dat er ook liefde bestaat op aarde, de liefde die je moeder je had gegeven tot aan haar dood', voor even kon ze hem niet zien wanneer hij zich uitrekte. Haar blik had ze gefocust op zijn bebloedde knokkels. 'Doet het pijn? De wonden? Ik kan een verpleegster roepen, als je wilt? Het zou waarschijnlijk wel moeten, aangezien het anders kan infecteren', bracht ze uit.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Zijn vingers klamde hij vast aan de rand van de wasbak terwijl hij zeer diep door zijn neus inademde. Recht in de wasbak keek hij, wat liet blijken dat de goedbedoelde woorden niet gewenst waren. Op het moment dat hij de woorden van haar aan het opvangen was, voelde hij steeds meer ergenis in hem. Het beste was dat niemand hem op zijn gedrag corrigeerde, zodat hij rustig bleef. Alleen, en dan ook echt enkel zijn vader was nog altijd de baas over hem. Hij had het wel geweten, wanneer hij een scheldwoord uitbracht. Een litteken was daarom ook te spotten op zijn voorhoofd. Lang niet de enige, aangezien de rest onder zijn shirt gecoverd waren. Op zo'n moment werd zijn gevoel gevuld met overwinning, overtreffing, dat hij beter was dan dat andere waren. Toch bleef hij zich dit keer kalm houden, aangezien hij onderhand begrepen had dat gewelddadige handelingen niet bij haar zouden werken. Ze zou dan net zoals gisteren, weglopen. Alhoewel ze weglopen zou, voelde hij wel een overwinning. Maar toch schoot hij er niets mee op dus besloot het op een andere manier aan te pakken. Misschien kun je bij jongens en mannen hun respect wel afdwingen door middel van gevechten, wat hij dan ook vaak toepastte bij overvallen, moorden en andere misdrijven. Maar bij iemand die getraind is om in de gevangenis dienst te verlenen werkt dat niet zo maar. Zij komen niets voor niets zo dicht in de buurt bij de meest zwaar beveiligde criminelen, want zij wisten hoe ze er mee om moesten gaan en dat iedereen een eigen aanpak had. Soms hielp het alleen met woorden om een gevangene op zijn plaats te zetten, maar bij de meeste was het het geval dat ze lichamelijk tot rust moesten komen en daarbij even vastgehouden moesten worden. Fijn wat misschien het laatste wat ze er van vonden, maar toch werkte het erg goed. De sterkste en beste mensen werkten hier om dat werk te verrichten en hun respect te laten krijgen voor ze. Door die ervaringen zijn er ook al veel gevangene die goed op weg waren met hun gedrag, en daardoor telkens een stukje vrijheid er bij kregen als beloning. De mensen zaten hier wel minstes 10 jaar vast, sommigen zelfs wel tot hun dood! Die hadden dan mensen vermoord, een groot aantal of mensen met een hoge rang. Of ze hadden een een druk bezocht, openbaar gebied geterroriseerd waardoor er veel slagtoffers vielen. Toevallig was het een mix van alles wat Sebastian allemaal had veroorzaakt en was de conclusie ook snel getrokken dat hij hier levenslang mocht gaan doorbrengen. Zelfs was dat eigenlijk niet genoeg voor alle misdrijven die hij begaan was, dus dachten ze nog verder na. Zware taakstraffen waren bijvoorbeeld mogelijkheden, maar dat veranderde niets aan het gedrag van diegene. Daarom was Eleonor er, om juist iets aan het feit te doen dat de gevangene verkeerde ideeén hadden van hoe het leven werkte. Zij heeft al honderden clieénten geholpen die na een lange tijd goed genoeg waren om weer vrij te komen. Een naam had ze daar dus zeker wel. Plots draaide hij zich om toen het hem te veel werd, en liep recht op Eleonor af. Hij had de controle niet over wat en waar hij mee bezig was, wat hem op dat moment bezielige. ''Jou ouders zijn ook bedriegers. Misschien is je vader wel in het geheim een ver-----, en je moeder een hoe----. Je weet dat soort dingen nóóit, en zelfs niet van de gene waarbij je het nooit verwacht zou hebben.'' Met een chanterende blik keek hij haar direct aan. Zijn armen had hij omhoog geheft, om met zijn vinger tegen haar voorhoofd te kunnen tikken. ''Sommigen dingen zul je nooit zeker weten, of verwacht hebben die dan toch ooit op een moment gebeuren. Dan heb je spijt, dat je zoveel tijd en...'' Enkele momenten bleef hij even doorhijgen door het achtereenvolgens praten. ''liefde.'' maakte hij de zin gesloten af. Hij stond erg groot tegenover haar op aangezien het meisje voor hem nog steeds op zijn bed plaatsgenomen had. De hakken maakten op dat moment helemaal niets uit, en daarom moest hij zijn hoofd schuin omlaag houden om haar aan te kunnen kijken. Zijn kille, hatende blik gaf aan dat hij de woorden meende die hij uitbracht, met veel pijn. Pijn, die hij niet geestelijk kon uitdrukken. Ergens pruttelde het in zijn hoofd, dat het hem zo erg dwarszat. Voor even keek hij haar alleen maar aan en probeerde zijn woorden goed door haar door te laten dringen. ''Niemand kan je vertrouwen.'' vertelde hij haar nog als laatste. Zijn stem was weer terug naar normaal, en gekalmeerd. Er kwam geluid uit haar oortje, dat hij opmerkte in haar linkeroorschelp. Wat er precies gezegd werd kon hij niet verstaan. ''Mevrouw Rousseau, kunt u even naar het kantoor komen zsm?'' was wat alleen zij opvangen kon. Er was namelijk een straf voor Sebastian bedacht, en niet zo'n lichtte ook.
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Eleonore zag zijn verwonde knokkels duidelijk wit worden wanneer zijn vingers zich om de rand van de wasbak klemden. Ze wist niet of ze iets verkeerds had gezegd, of dat hij enkel aan een stuk van zijn verleden dacht. Zijn ademhaling was ook duidelijk te horen wanneer hij door zijn neus in- en uitademde. Grote twijfel sloeg haar toe, zich bedenkend of ze de agent moest halen of niet. Ze wist dat hij een veel gezochte crimineel was buiten de gevangenis en dat hij waarschijnlijk veel gevaar veroorzaakte. Het was dom van haar dat ze niet over hem had gehoord, aangezien ze normaal veel aandacht aan zulke dingen vestigde. Ze was nieuwsgierig naar de criminaliteit die in de wereld gebeurde, ook al wilde ze er zo ver mogelijk vandaan blijven. Ze nam het zichzelf voor om informatie over hem op te zoeken, om ervoor te zorgen dat ze op de hoogte bleef van zijn misdaden. De tientallen levens die hij had afgenomen waren haast ongelooflijk, maar toch was hij ervoor veroordeeld. Waarschijnlijk zou hij een levenslange straf hebben gehad, waar hij er niet onderuit zou kunnen komen. Ook met haar hulp zou het haar waarschijnlijk niet lukken. De vierentwintig jarige had zijn leven verpest. Zijn hele leven zou hij als een gevangene spenderen in de cellen van de gevangenis is Californië, tot aan zijn dood. Ze was benieuwd naar wat hij ervan dacht, maar waarschijnlijk had hij het zelf niet door hoe lang het was. Net zoals andere zou die waarschijnlijk wraakzuchtig zijn en de mensen terugpakken die hem in de cellen hadden gestopt. Ze wist dat het hem niet zou lukken, nooit. Het was enkel een kwestie van tijd voordat hij dat zou doorhebben. Ze hoopte niet dat hij mensen in gevaar zou brengen in de gevangenis, aangezien het de andere zou stimuleren om elkaar aan te vallen. Het was één keer gebeurd, maar daar was ze gelukkig niet bij. Tien jaar geleden had een nieuwe gevangene ervoor gezorgd dat de arrestanten de ruggen naar elkaar toe keerden tijdens het ontbijt. Drie gevangenen en vier agenten waren om het leven gekomen door de protest van de nieuwe arrestant. Nooit had ze gesnapt hoe een persoon zoveel haat in zichzelf kon bezitten om daarmee de andere mensen tegen elkaar op te stoken. De Canadese man was nu in een eigen cel zijn leven aan het spenderen. Ze had een lange tijd niks meer van hem gehoord, hoewel er wel enkele geruchten waren dat hij zijn tijd meerdere keren in de isoleercellen verspilde. Ook had ze geen kans gekregen om hem te helpen. Het was haar haast verboden om met hem in contact te komen, aangezien hij meer dan vijftien verkrachtingen en tien verminkingen op zijn naam had staan. Het was vreemd dat ze wél werd toegelaten om bij Sebastian in de buurt te komen, aangezien hij meer misdrijven op zijn naam had staan dan Wilson. Toch was er niks over verkrachtingen te lezen in Sebastian's dossier. Voetstappen haalden haar uit haar gedachten. De mannelijke gedaante stond dichtbij haar, té dichtbij. Minder dan een meter van haar af stond hij tegen haar te praten. De vernederingen die hij naar haar hoofd slingerden, deden haar ontstellen. Nog nooit had iemand haar of haar familie zo vernederd. Het was duidelijk dat hij geen goede opvoeding had gehad en dat hij zo snel mogelijk geholpen moet worden. Zijn vinger tikte op haar voorhoofd, daarmee zijn woorden duidelijk tot haar laten komen. Met een open mond keek ze hem aan. Ook hij leek geraakt te zijn door zijn eigen woorden. Aan zijn gehijg was dat duidelijk te horen. Ze wilde iets zeggen, totdat ze Josh' stem in haar oortje hoorde. Hij had alles gemerkt. Haar ogen had ze gericht op de camera buiten de ruimte, waarbij ze zag dat de lens naar de cel waarin ze zat was gefocust. Haar kaken had ze strak op elkaar geklemd wanneer ze opstond. Ze wenkte de politieagent om de cel open te maken. Zonder om te kijken liep ze uit de cel, de woorden die hij uitsprak nog één keer door haar heen laten gaan. 'Je kunt dit niet doen. Het zal hem niet beter maken', vertelde ze tegen Josh. Ze deed moeite om hem te volgen wanneer hij op een snelle tempo richting de isoleercel drie liep. 'Het zou moeten, Eleonore. Zijn handelingen zijn niet de bedoeling hier. Je weet wat de regels zijn', siste hij. Hij leek haast woedend te zijn om de manier hoe de gevangene zich tegenover haar gedroeg. De agenten kregen als taak om hem naar de isoleercellen te brengen, wat duidelijk was gedaan. Geboeid en vastgehouden stond de jongeman voor de cel nummer 3. De beelden van de vorige dag schoten door haar hoofd als flashbacks, latend zien hoe hij leed aan de angst die hij bezat. Ze was compleet tegen de plan van haar baas, maar hij leek niet naar haar te luisteren. Hij liep enkel stug door, totdat hij bij de agenten kwam. Hoewel de jongeman vernederende woorden over haar ouders uitsprak, gunde ze hem de angst niet. 'Josh..', had ze nog gefluisterd wanneer ze bij de cel aankwamen. 'Maak hem vast en laat hem niet eruit wat die ook doet', klonk zijn lage stem. De agenten deden niks meer dan de opdracht uitvoeren die hun van hun baas hadden gekregen.
@Ruvaen
Account verwijderd
schreef: Overheersend, zo voelde hij zich wanneer hij de krachtige woorden tegenover Eleonor uitsprak. Af en toe maakte hij een kleine beging met zijn handen er bij, zo wees hij bijvoorbeeld met zijn wijsvinger of draaide een cirkeltje. Hierdoor kwam hij nog zekerder over. Wanneer hij haar verstijfd voor zich aantrof was hij langzamerhand zijn laatste woorden gaan uitspreken. ''Goed begin.'' cloncludeerde hij in zijn hoofd. Wanneer hij zijn lippen van elkaar opende om nog iets uit te gaan brengen, hoorde hij gesuis in het oortje van Eleonor, waarop ze rechtstreeks naar de celdeur liep. Opvallend, was dat ze met een bleek gezicht zich om draaide en de ruimte verlaatte. Al gauw merkte hij dat de camera op hun gericht was en alles waarschijnlijk opgenomen was of live bekeken. Hij zuchtte eens flink diep. ''Verdomme, dat ik dáár niet aan gedacht had.'' mompelde hij, terwijl hij een weg baande naar de camera. Hij reikte vervolgens zijn armen uit, om bij de camera te kunnen, totdat hij op dat moment hardnekkig vastgegrepen werd. Niets merkte hij er van, dat de agenten rustig binnen kwamen lopen om hem te komen ophalen. Een onprettig gevoel schoot door hem heen, wanneer hij zich niet meer kon bewegen en letterlijk ''vast'' zat. 4 agenten stonden om hem heen, zodat hij in bedwang gehouden kon worden. Veel van de omgeving zag hij niet wanneer hij door de lange gang heen gesleept werd, waaronder enkel de felle lichten waarmee de gang verlicht was. Paniek, was wat hij voelde. ''Wat heb ik nu weer verkeerd gedaan?'' mompelde hij nog, terwijl hij ondertussen ook hakken op de grond hoorde tikken. Daarmee kon hij de conclusie trekken dat Eleonor er bij was. Het meisje dat hem uit zijn isoleer cel bevrijdde, wat nauwelijks eigenlijk tot hem doordrong. Opnieuw, vastgeketend aan de muur keek hij op de agenten neer. Twee grote ogen die voor zichzelf spraken gleden door de kamer heen. Al gauw had hij door waar hij weer was, waarna een matige paniekaanval volgde. ''Haal me hier ONMIDDELIJK uit!'' riep hij nog vijandig naar iedereen die om hem heen stond, maar natuurlijk was 4 (+Eleonor) sterker dan 1. Alhoewel het niet duidelijk voor hem was dat zij niet ingestemd had met wat hij nu opgekregen kreeg. Het zelfde gevoel als de vorige dag kwam weer naar boven in hem: angst, paniek en enorme woede. Het gevoel dat hij sinds gisteren al jaren niet meer ervaren had, en het daarom ook een extreme invloed op hem gehad heeft. Door hem te isoleren als straf, had helemaal geen zin. Hij zal juist alleen maar gekker worden, en zijn angst uitbreidden. Maar bijna niemand had daar echt verstand van, of een paar wistten het wel maar boeiden het eigenlijk niets. Straf is straf, zeiden ze daarom wel eens. Gelukkig werkte Eleonor hier dan ook, die zich er meer in verdiepen kon en wist wat de beste aanpak was voor wie, alhoewel ze geen invloed had op de agenten. Wat ze ook zei, niets bleek te helpen op dat moment. Vanaf het perspectief waar Sebastian stond, kon hij waarnemen dat haar baas flink te keer tegen hem ging. Eigenlijk vroeg hij zich wel af waarom hij zo boos op haar geworden was, wat zijn zaken helemaal immers helemaal niet waren. Aan dank van zijn harde ademhaling kon hij niet de woorden in hem opnemen die ze tegen elkaar uitspraken. ''Laat mij hier UIT!'' probeerde hij nog eens, terwijl hij flink tekeergaandend tegen de muur aanbonkte. Toevallig zag hij dat Eleonor een blik op hem wierp toen hij ook even naar haar keek. Alsof het op elkaar afgestemd was, getimed dat ze elkaar aan zouden kijken. Zover hij het zich kon bedenken, was ze niet erg relaxed op dit moment. Toch begon hij heel hard na te denken wat er gebeurd zou kunnen zijn. ''Zou ze op haar donder gehad hebben van m'?'' Veel dingen kon hij niet bedenken wat daar de oorzaak voor moest kunnen zijn, aangezien ze in zijn ogen een net, rustig en ingetogen meisje was. ''Als ik los ben, vermoord ik jullie állemaal met de hand. Één voor één.'' was was hij als laatste nog uitbracht op een lage, fluisterende en een zeer menende manier.
@Nathaliia
Account verwijderd
schreef: Zoals Josh de agenten had gevraagd om de jongeman vast te ketenen in de cel, deden ze het ook. Sebastian werd de cel ingeduwd om vervolgens vastgemaakt te worden aan de ketenen die aan de wand waren gevestigd. Eleonore wist dat het vanaf dat moment moeilijk voor hem zou worden. Met een gebogen hoofd zuchtte ze, haar ogen op de witte vloer gefocust. Hoewel hij niet bepaald de aardigste in de gevangenis was, gunde ze hem de angst niet. Misschien was ze te lief voor de arrestanten, maar zulke straffen vond ze niet kunnen. Het was psychische mishandeling wat trauma's aan de patiënt kon achterlaten. Ze wist dat Sebastian teveel trauma's had opgelopen door zijn verleden. Zijn moeder die door zijn eigen vader was vermoord, zijn vader die al het geld in drugs stopte en hijzelf die verschillende misdaden had gepleegd waren hetgeen wat hem tot zijn persoon maakte. Hoewel hij slechte dingen had gedaan in zijn leven verdiende hij het niet om in de gevangenis getreiterd te worden. Nog nooit had ze meegemaakt dat een gevangene zo'n straf had gekregen. Ze wist niet hoe het kwam dat Josh hem zo wilde straffen. Natuurlijk snapte ze dat Sebastian zich niet goed had gedragen, maar de straf die hij kreeg was niet redelijk. Toch had ze niks te zeggen, hoe graag ze het ook wilde. Josh was nog steeds haar baas en hoewel ze goed contact met hem had, kon ze hem niet op andere gedachte brengen. Voor even had ze opgekeken, haar baas aangekeken. Zijn kaak stond strak gespannen wanneer het geschreeuw van Sebastian door de gesloten deur te horen was en zijn ogen waren doelloos op de gesloten deur gefocust. Het liefst wilde ze weg hier, aangezien ze er niet tegen kon wanneer mensen pijn leden. Ze was te lieflijk tegenover de arrestanten, maar zo was ze tegenover iedereen. Altijd zag ze wel het goede in mensen en dat was ook het geval met de gevangenen in de gevangenis. Het maakte haar boos hoe de mensen in de gevangenis behandeld werden, maar ze had weinig te zeggen. Het was haar plicht om zich stil te houden wanneer een agent met een gevangene bezig was. Haar tanden beten op de binnenkant van de wang, het gejammer van Sebastian aanhorend. Ze wist niet wat ze hier deed, aangezien dit niet bij haar werk hoorde. Haar werk was om juist het goede bij mensen naar boven te halen, niet mensen angst bezorgden. Ook al was zij niet diegene die de opdracht gaf om hem op te sluiten in een kleine ruimte, voelde ze zich wel schuldig. Waarschijnlijk zou het schuldgevoel voor een lange tijd in haar hoofd blijven hangen. Haar ogen had ze op haar hakken gevestigd wanneer Josh' stem zich door de gang verspreide. 'Eleonore, je kan de gevangenen niet zo behandelen', hoorde ze Josh zeggen. 'Je behandeld hun op een manier waarop ze het niet verdienen', aan zijn toon te horen was hij geïrriteerd. Zijn blik had ze op hem gevoeld, maar ze negeerde die. 'Sorry Josh, maar ik kan niet anders. Ik moet hun behandelen als elkander', vertelde ze. Een zucht was van Josh te horen wanneer haar woorden tot hem doordrongen. Haar ogen had ze even gefocust uit het kleine raampje van de cel. De blikken van haar en Sebastian werden daarmee gekruist, waardoor ze duidelijk kon zien dat hij in paniek was. 'Kijk naar hem Eleonore, hij is gevaarlijk. Het gaat niet lukken om het goede in hem naar boven te halen. De misdaden die hij heeft gepleegd hebben hem tot zo'n persoon gemaakt', vertelde hij. Haar ogen had ze nog steeds op de blauwogige jongen gefocust, waarna ze merkte dat hij iets in zichzelf aan het fluisteren was. Ze vond het raar dat Josh haar tegen hem opzette, maar ze hield zich stil. Haar armen had ze voor haar borst gekruist, haar blik weggedraaid van de paniekvolle Sebastian. 'Mag ik terug naar kantoor?', vroeg ze. 'Goed, Eleonore. Ik zie je in je pauze', had hij gezegd. Nog één blik had ze op Sebastian gefocust, waarna ze met klikkende hakken de gang verliet. Het leek haast alsof haar benen haar zelf naar de cel nummer drieënzestig liepen. De arrestanten waren ondertussen weer terug naar hun cellen. Opmerkingen en gefluit die ze naar haar hoofd geslingerd kreeg, vulden haar oren. Toch hechte ze er geen waarde aan en liep ze naar de cel die tot de donkerharige jongen toebehoorde. Hij was er niet te vinden, wat logisch was. Vijf minuten geleden had ze de isoleercellen verlaten, maar hij was daar gebleven. Ze wist niet hoelang het zou duren totdat hij terug in zijn cel zou moeten. Het was nooit haar plan geweest om naar zijn cel te lopen. Ze zou het nooit doen om langs cellen te lopen wanneer de mannen erin zaten. Toch leek haar nieuwsgierigheid alles te overwinnen. Ze moest meer over hem te weten komen om dingen uit hem te kunnen krijgen. Nog nooit was ze zo nieuwsgierig naar een gevangene, maar ze zag het niet als een bedreiging. Langzaam stopte ze voor de cel, waarin ze aan de tralie trok, gecheckt of de cel dicht was gemaakt. De tralies waren niet gesloten, waardoor ze makkelijk de cel binnen kon dringen. Het was iets wat ze normaal gesproken niet mocht doen, maar voor deze keer maakte ze een uitzondering. Het dossier zag ze liggen op het bed. Ze had er niks aan, hoewel ze wel kon zeggen dat ze terugkwam om de dossier mee te nemen. Haar ogen had ze langs de cel laten gaan, gezocht naar foto's of andere eigendommen. Niks. Het was haast alsof hij geen waarde aan dingen had gehecht. Gefrustreerd draaide ze het einde van haar hoge, lange staart rondom haar vinger, de kamer doorgekeken.