LilyAllen schreef:
Rose:
Als het ochtend is, weet ik dat het de dag van de boete is. Moeizaam kom ik uit mijn bed. Ik heb blijkbaar veel liggen woelen, mijn kussen ligt scheef en mijn dekbed is half van het bed verdwenen. Als ik dan toch de kracht heb gevonden, slinger in mezelf uit bed, richting de kledingkast. Ik open hem. Aan de linkerzijde van de kledingkast liggen al mijn kleren. Maar helemaal bovenaan liggen de boetekleren. Mijn boetekleren zijn een donkerblauw jurkje, ingelegd met mooie kralen in het zilver, donkerblauwe ballerina's en een medaillon. Het medaillon heb ik van Yara gekregen voordat ze in de Spelen ging. Het was de avond voor de boete van toen. Yara kwam naar mijn kamer en gaf me dit medaillon, alsof ze al wist dat ze de Spelen in ging. Het is de laatste herinnering dat ik met haar heb. Ik trek mijn kleren snel aan, stap in de ballerina's en doe het medaillon op. Mijn haar vlecht ik eerst simpel in vanaf boven. Daardoor ontstaan twee vlechten, die ik weet in elkaar knot. Ik kijk even naar mezelf in de spiegel als ik klaar ben. Ik zie er heel mooi uit denk ik. Ik moet er bijna van huilen. Maar ik houd mezelf sterk, adem diep en loop naar beneden.
Maria zit al met Rosie aan het ontbijt. Ik begroet ze en pak mijn ontbijt snel uit de keuken. Ik begin net met eten als Thomas binnenkomt. Het is zijn eerste boete, dus hij is super nerveus. Ik kan het aan hem zien, maar hij zit er heel mooi uit in zijn zwarte overhemd, nette broek en schone schoenen. Ik geef hem een knuffel en prop snel mijn ontbijt naar binnen.
Als het tijd is voor mij en Thomas om te gaan, lopen Maria en Lilly met ons mee naar de deur. Als ik en Thomas de deur net uit zijn, draaien we ons om en kijken we naar onze familie. Maria en Lilly hoeven niet mee naar de boete. Ze hebben een aanvraag gedaan om thuis te blijven sinds dat Lilly is geboren en elk jaar werd hij aangenomen. Natuurlijk moest ik wel naar de boete toe ieder jaar. "Lilly" zegt Maria, "zeg maar dag tegen je broer en zus". Maria zet Lilly op de grond, en ze loopt naar Thomas toe en geeft hem een knuffel. Daarna komt ze naar mij toe en zegt ze; "Ik ga je missen, Rose". Ze geeft me een knuffel en loopt weg. Ik moet zachtjes huilen als ik van Maria en Lilly wegloop. Thomas haast zich snel achter me aan. Het enige waar ik aan kan denken is aan Lilly's woorden; ze klonken alsof ik nooit meer thuis zou komen.
Caleb:
Ik heb bijna niet geslapen. Alweer. Het geroezemoes van buiten heeft me wakker gemaakt. Ik heb uren gestaard naar de eindelozen graanvelden en de omlijning van de stad. Ik heb me over veel dingen zorgengemaakt; over Rose, over de boete, over mijn ouders, over mijn gevoelens, over mijn leven... Het lijkt er niet meer toe te doen.
Als het dan toch ochtend is, sta ik maar op, ik heb toch geen keus. Ik doe niet mijn best om me heel netjes te kleden zoals alle anderen; een zwart shirt en een makkelijke broek zijn genoeg. Ik kijk in de spiegel, doe mijn haar goed en loop met tegenzin naar beneden.
Beneden zitten mijn ouders me op te wachten. "Goedemorgen, slaapkop", zegt ze terwijl ze naar me lacht. Ik weet niet wat er gaande is, ze doet opeens heel lief tegen me. "Hoi" zeg ik kort en ik ga zitten. Tot mijn verbazing zie ik een heel ontbijt liggen. Het is niet veel, maar voor district 9 is het veel. Alleen de rijkere klasse kan dit veroorloven, waar ik bij hoor. "Heb jij dit gemaakt?" vraag ik. "Ja" antwoord mijn moeder, "Speciaal voor jou.. en voor vandaag". Ze komt naast me zitten. Ik eet gulzig van het ontbijt; ik heb het gevoel dat ik het nodig zal hebben. Als ik het op heb, zegt mijn moeder; "Sorry, Caleb". Ze zegt het heel zachtjes. Ik zie dat haar ogen waterig worden. "Sorry voor alles" ze kijkt me aan. "Ik weet niet wat ik ervan moet vinden mam." zeg ik zacht terug. "Ik wil niet meer ruziën Caleb" zegt ze en ze kijkt me aan. "Ik wil dit niet meer". Ze zucht. "Ik moet je wat vertellen. Ik en je vader gaan uit elkaar". Ik ben verbluft. Mijn ouders gaan scheiden?? "Maar dat mag toch helemaal niet?!" roep ik verbaasd. "Ik en je vader hebben het overlegd. Het is mogelijk gemaakt" hoor ik haar zeggen. Mijn verbaasdheid is vervangen door pure woede. "Hoelang speelt dit at?!" sneer ik. "Al een tijdje.." antwoord mijn moeder zacht, maar ik overstem haar snel. "Jullie hebben mij constant in ruzies geworpen, me genegeerd en laten zitten" zeg ik, zachter dan eerst. "Dit ontbijt was om me aan boord te krijgen, met de scheiding, ik zie het al" Ik sta op. "Ik heb een boete om naar toe te gaan" zeg ik en als ik bijna de deur uit gelopen ben roep ik boos; "verwacht me maar niet meer thuis vanavond"