Roshni schreef:
Rosinde begreep het niet, iedere keer opnieuw. Vrienden maken? Dat zat er niet in, maar dat lag niet aan het feit dat ze niet wilde. Rosinde zou dolgraag iemand willen hebben om mee te kunnen praten, om dingen mee te kunnen bespreken. Ze is echter tot op het heden nog niemand tegen gekomen die haar vriend wilde zijn, niemand. Het deed haar veel. Als sinds dat ze geboren is heeft ze nog nooit iemand gehad die met haar wilde spelen. Kinderen renden altijd huilend weg of begonnen boos tegen haar te roepen, maar ze begreep niet waarom. Ze was gewoon haarzelf. Ze zei gewoon wat ze bedoelde. Zou dat de reden zijn dat niemand haar mocht? Rosinde overwoog het, maar kwam iedere keer op de conclusie van niet. Maar, geen vrienden hebben om mee te spelen betekende wel meer tijd hebben om de dingen te doen die nodig zijn, zoals huiswerk. Er ging geen dag voorbij zonder dat Rosinde al haar huiswerk af had. Ze was een nerd, de nerd van de klas, de nerd van iedere klas waar ze ooit in heeft gezeten, maar dat maakte Rosinde niets uit. Haar doel was om later een succesvolle baan te hebben, niet gespecificeerd welke, maar gewoon iedere succesvolle baan die in haar handbereik zou liggen als ze door het leven ging als een straight-A-student. Wat was daar dan dus mis mee? Je zou zeggen dat mensen juist naar je zouden opkijken met die mentaliteit, maar nee, in tegendeel: ze werd erom gepest, alleen deed het haar niet veel. Rosinde trok zich nooit wat aan van de mensen om haar heen, maar misschien was dat ook net het probleem. Misschien moest ze zich juist iets aantrekken van de mensen om haar heen om ooit bevriend met ze te worden. Er was een kleine periode waarin Rosinde dat een kans gaf, zich "iets aantrekken van mensen," alleen ging dat niet geheel volgens plan. Net op het moment dat Rosinde dacht dat ze eindelijk vrienden had, kwamen ze erachter dat ze enkel bevriend met haar waren geworden, omdat ze dachten ze "makkelijker" geworden was. Oh nee, dat was Rosinde niet. Het feit dat dat de enige reden leek te zijn om bevriend met haar te worden, raakte Rosinde wel degelijk, zelfs al was ze ongevoelig. Dit was dan ook meteen de eerste en laatste keer dat Rosinde zichzelf open zou stellen op deze manier. Niemand zou haar ooit nog pijn doen en niemand zou ooit door de ondoorbreekbare muur komen die zij voor zichzelf gebouwd had gedurende haar leven, dat is wat ze haarzelf van dag tot dag zei. Mensen zouden haar maar moeten accepteren zoals ze is. Haar waardigheid stond duidelijk boven de wil om vrienden te krijgen, of praatte ze zichzelf dat maar gewoon aan? Was al die "ongevoeligheid" niet gewoon een schild om haarzelf ervan te weerhouden dat ze instortte en in een depressie terecht zou komen? Misschien was het ook wel zo, maar zelf achtte ze de kans van eraan toe te geven zo goed als onbestaand.
Haar hoorcollege was voorbij. Rosinde pakte haar notities en stopte deze weg in haar tas. De weg naar de uitgang werd geblokkeerd door pratende studenten die de stof besproken die met hen gedeeld werd gedurende het hoorcollege. Ze begrepen het niet, ze begrepen niets van de stof die hen was opgegeven. Het ging ze allemaal veel te snel en dat vonden ze belachelijk, maar Rosinde snapte het. "De stof is echt niet zo lastig. Als je het niet snapt, dan heb je de voorgaande stof gewoon niet bijgehouden," zei ze tegen hen. "En daarbij: kunnen jullie aan de kant gaan? Jullie blokkeren het pad naar de trap." Rosinde's gezichtsuitdrukking was neutraal en wat ze zei had geen truttige ondertoon. Ze bedoelde gewoon wat ze zei, letterlijk, maar ze konden haar reactie niet waarderen. Het enige wat ze ervoor terugkreeg waren vieze, geïrriteerde en afkeurende blikken. De studenten voor haar besloten maar te doen wat ze zei en liepen uit de rij van stoelen. Rosinde liep hen voorbij, maar ze kon hen nog net horen mompelen. "Wat denkt zij eigenlijk? Arrogant wijf. Ze denkt echt dat ze heel slim is, hè, betweter. Ik moet haar echt niet hebben." Rosinde zuchtte. "Het zal weer eens niet, ze klagen over me." Ze besloot het gewoon te negeren en door te lopen, zoals ze altijd deed. Rosinde hield niet van drama. Ze was ook niet de persoon die het nodig vond om iedere, kleine gedachte meteen hardop met iedere aanwezige te delen. Dat ging ten koste van haar tijd, want de tijd die ze dan daaraan verloren zou zijn, had ze kunnen besteden aan huiswerk, ontspanning of werk. Na ieder college ging Rosinde iedere dag naar de snackbar, die zich op loopafstand bevond van de universiteit. Daar werkte ze dan een aantal uur. Zodra ze klaar was, vertrok ze naar haar studentenkamer en begon ze haar huiswerk te maken. Als ze daarmee klaar was en het nog niet al te laat was, dan ging ze meestal naar het park, dat zich in de buurt van de universiteit en de winkelstraat bevond. Daar ontspande ze zich door languit in het gras te liggen en op te kijken naar de lucht. Het was rustgevend.
Rosinde liep de universiteit uit richting de snackbar. Ze liep de stoep op die de winkelstraat en de universiteit met elkaar verbond. Schuin voor haar zat een man met een teddybeer, dezelfde man met dezelfde teddybeer die ze iedere dag zag zitten. Bah, wat stonk hij. Je kon zijn aroma op 50 meter afstand ruiken, leek het. Ze schudde haar hoofd. Ook was hij, zoals iedere dag, met die teddybeer aan het praten. Iedere keer dat Rosinde dit waarnam, dacht ze: Hoe kan je zo hard falen in je leven dat je eindigt als een gestoorde zwerver? Maar, tegelijkertijd vond ze het ook wel zielig. Ze zag hoe mager de man was en vermoedde dat hij vast honger zou hebben. Even overwoog Rosinde te stoppen, maar toen hij zich omdraaide en haar recht in de ogen aankeek, bedacht ze zich. Nee, je krijgt mijn lunch niet. Had je maar je best moeten doen om iets te bereiken in je leven, dacht ze. Ze verbrak het oogcontact en vervolgde haar weg naar de snackbar, waar ze binnen een kwartier verwacht werd. Toch stopte ze nog eens en keek ze weer om. De man wreef in zijn ogen en zijn teddybeer lag naast hem op de vervuilde grond. Misschien was die gedachte iets te harsh, bedacht ze haarzelf aarzelend. Net toen hij weer opkeek en zag dat zij nog eens naar hem staarde, draaide ze haarzelf vlug om versnelde ze haar voorgaande tempo. Het oogcontact was haar te ongemakkelijk.
@Maiev