Paran0id schreef: Vaker vond ze haar toevlucht in een lokale bar. De knusse, inheemse panden waarvan ze de namen nooit kon onthouden of hier ook maar bij stilstond, zodra ze voet zette in de ruimte. Alles wat haar eraan herinnerde waren de wemelende geuren van sigaretten en alcohol. Hetgeen dat de houtlucht van de ouderwetse meubels overtrof en bij elke plaats waar ze kwam, weer hetzelfde was. Misschien herinnerde het haar aan haar thuis, dat Casey er na elke treinreis terechtkwam. Omdat ze wist dat op dat ene moment ook haar vader zijn sigaar aan het roken was aan het einde van de lange eettafel, zijn papierwerk aan het doorwerken was en haar moeder aanstuurde om te gaan koken. Mogelijk was het zelfs de ene plaats die niet veranderde naarmate ze door het land reisde. Elke stad had een bar waar diezelfde walm ronddwaalde, dezelfde flessen met sterke drank de planken innamen en dezelfde, bekende jazzmuziek werd gedraaid. Niemand die haar er vinden kon. Ze was er onbekend, als een vreemdeling waar niemand naar omkeek, en toch bleef ze eens om de zoveel tijd over haar schouder kijken als er een iemand door de krakende deuren liep. Alsof ze verwachtte regelrecht in de donkere, kille ogen van Anthony te kijken zodra ze vanuit haar ooghoeken het nieuwe gedaante bekeek, zelfs al wist ze dat het niet meer dan een hallucinatie was; hij zou haar immers nooit zomaar vinden. Hier hoopte ze dan tenminste op. Een slok whiskey vloeide door haar mond. Het koude glas had ze voor de afgelopen minuten al in haar handpalm geklemd gehad, de vloeistof laten golven door haar pols op een traag tempo cirkeltjes te laten maken. Haar gedachten waren daarentegen nooit bij haar eigen bezigheden geweest. Alles waar Casey naar keek was de rode roos op de bartafel, een van haar tot leven gewekte bloemen die ze overal met zich meebracht. Ook nu liet ze haar vingertoppen langs de blaadjes glijden. Op de een of andere manier had ze het gevoel dat ze zo een pad achterliet voor haar vrienden, doende dat mensen konden weten dat ze er was geweest, hoe nutteloos het ook klonk. Hoe dan ook glimlachte ze voorzichtig bij het idee van alle achtergelaten bloemen sinds haar vertrek. Gabriel zou haar uitlachen als hij eens wist hoe ze haar favoriete bloemen uitdeelde waar ze ook maar heen ging, alleen om haarzelf eraan te herinneren dat ze bestond.