Katharos schreef:
Elays:
Ik had kunnen zeggen dat ik zenuwachtig was, maar ik weet dat ik dan had gelogen tegen mijzelf. Ik had mijn kansen allang berekend, 1 op de misschien 30000 mensen die hier stonden, nee, ik zou daar niet bij horen. Het was mijn op een na laatste jaar, dus die paar keer dat ik hier zou staan zou ik wel overleven. Dit hield ik mijzelf al die jaren al vol, en gek genoeg leek het nog te werken ook. Elk jaar opnieuw werd ik niet uitgekozen. Ik had mezelf ook niet ingeschreven voor extra voedsel, niet uit angst om getrokken te worden, maar via een vredesbewaker haalde ik eten binnen voor ons gezin. Het was misschien nog niet veel, maar het was genoeg om mezelf van in leven te houden, gezien mijn ouders druk met hunzelf waren en mij niet van eten konden voorzien. Als ruil voor eten moest ik wel meehelpen bij de vredesbewaker. Ik maakte wapens voor hem, ik kon echter wel redelijk opschieten met een mes. Ik maakte er gemakkelijk een boog van, ik ving met mijn mes dieren waarvan ik het vlees verkocht en de vacht gebruikte om een pees van te maken. Ik was er echter wel heel de dag mee bezig en erg veel leverde het ook niet op, maar zo had ik ook een opvulling van mijn dag.
Ik begon nu toch wel iets van spanning te voelen, maar dat had er eerder mee te maken dat een paar jongeren kinderen wat hysterisch begonnen te huilen en bijna ontroostbaar waren en dat alleen al tijdens de aanhef. Ook had je elk jaar opnieuw weer mensen die niet kwamen, of niet uitgeschreven waren. Somige kinderen waren ook ziek, echter werd hun naam ook gewoon in de bakken gedaan waaruit namen getrokken werden. Zo had een paar jaar geleden een meisje die pech, ze was al ziek en toch werd ze naar de spelen gestuurd. Ze hield het ook niet erg lang vol, in het capitool had ze wel medicijnen gekregen, maar in de arena werd ze opnieuw ziek waarna aan de kou is overleden. Het maakte mij ook boos, maar ik voelde me zo machteloos naar het capitool toe. In mijn eentje kon ik er nooit iets tegen beginnen, maar ik weigerde om eraan toe te geven.
Een vrouw begint op een luide toon te praten "Welkom! Welkom!" roept ze uit volle borst. Ik walg alleen al bij haar accent, het leek er bijna op alsof ze een soort Brits accent na wilde doen. "Ik hoop dat jullie net zo enthousiast zijn als mij," zegt de vrouw nog eens en ik moet moeite doen om geen agressie te gaan tonen. Ik focus me maar op een ander punt terwijl ze doorgaat met praten en ik hoor op de achtergrond nog het geluid van de film die ze ons elk jaar opnieuw laat zien. Niet heel veel later staat de eerste deelneemster op het podium.
Toch kwam er een moment waarop ik wel op moest letten, de jongens. Ik wist dat mijn kans klein was, dus heel druk maakte ik mezelf er ook niet echt om, maar ik wilde het toch zeker weten. Een van mijn vrienden die naast me stond keek ontzettend zenwachtig en ik probeerde hem nog gerust te stellen. Ik klopte hem kort op zijn schouder en toen hoorde ik de naam "George Valetene". Ergens had ik gemengde gevoelens, ik was niet gekozen en het was ook niet een van mijn vrienden. Toen ik eenmal zag wie er op het podium stond, het was een klein jongetje, dat ook nog eens een arm miste. Nee, dit kon ik niet laten gebeurden. "WACHT!" schreeuw ik nog luid uit. "Menen jullie dit? Jullie willen hem sturen, iemand die geen kans maakt?," er breekt een complete stilte uit over heel het plein, zelf de mensen die voorheen hoorde huilen maken geen enkel geluid meer. "Ik geef me op als vrijwilliger," zeg ik terwijl ik het einde van de zin bijna inslik, omdat ik amper nog uit mijn woorden kom. Voor ik het weet sta ik op het podium naast die vrouw, ze glimlacht, dit had ze lang niet meer gedaan, niet tijdens het precenteren van de spelen hier. "Geef onze vrijwilliger eens een applause," zegt de vrouw daarna, maar de stilte blijft aanhouden. Niemand maakt nog maar een geluid.