Thalas schreef:
Soms schreef hij zijn eigen liedjes. Soms tokkelde hij op zijn gitaar en vond hij een melodie die zijn hoofd niet meer verliet. De liedjes die hij zelf schreef, gebruikte hij echter nooit tijdens zijn optredens. Vandaag bracht het getokkel hem niet op ideeën. Zijn hoofd was leeg, zijn gevoelens waren blank. Het was hem nog nooit gelukt een liedje te schrijven als hij zijn medicatie gebruikte. Liedjes gingen over emotie. Liefde, lust, pijn of verdriet. Dat voelde hij niet als hij zijn medicatie ingenomen had. Toch kon hij zijn medicatie niet opgeven om zich te richten op zijn carrière.
Ver weg hoorde hij het geluid van een piano. In eerste instantie begreep hij niet dat het om een optreden ging, tot hij zijn gitaar losliet. De klanken van de piano werden luider naarmate hij zich meer concentreerde op de muziek. Meerdere mensen gebruikten de piano, maar voor zo ver hij wist, gebruikte niemand de piano voor klassieke muziek. Vrijwel niemand speelde klassieke muziek. Niet in een café in elk geval.
In eerste instantie twijfelde hij, maar toen kwam hij toch overeind en verliet de kleine ruimte. Hij ging in een rustig hoekje staan en keek naar de piano en de jonge vrouw die daarachter zat. Dit was waarschijnlijk haar eerste keer. Ze leek volledig op te gaan in haar eigen muziek, alsof het café niet bestond. Zijn blik gleed even door het café. Er waren mensen die meegingen in de muziek, er waren mensen die op de klok keken om te bepalen hoe lang ze nog moesten luisterden. Dat zou je altijd houden. Het had weinig te maken met de muziek die ze maakte. Het was goed, misschien niet hun of zijn smaak, maar goed. Nog even luisterde hij, maar toen liep hij naar achter om zijn gitaar te pakken.
Enkele minuten voor half elf stond hij klaar om op te gaan. Alex, de barman, prees haar optreden en een applaus volgde. Geduldig wachtte hij af tot de jonge vrouw het podium verliet, waarbij hij haar een vriendelijke glimlach toewierp voor hij zelf het kleine podium op liep met zijn gitaar. Een applaus volgde. Het was niet de eerste keer dat hij hier optrad, de meesten zagen hem elke maand. Hij liep naar de microfoon en glimlachte breed, alhoewel hij dichterbij paniek dan blijdschap zat.
'Ik zie een hoop bekende gezichten vanavond. Ik hoop dat jullie net zo vrolijk zijn als vorige keer,' merkte hij op, waarna een tiental mensen in de lach schoot. De vorige keer had de alcohol net iets te rijkelijk gevloeid. Met een grijns rond zijn lippen schudde hij zijn hoofd, waarna hij zijn handen op zijn gitaar legde en even het publiek inkeek. Elke keer voelde hij zijn maag omdraaien.
'Ik verwacht van jullie dat jullie meezingen, want de eerste die ik dat niet zie doen, mag hier bij mij komen staan,' lachte hij, waarna zijn vingers over de snaren gleden en hij het eerste liedje voor die avond inzette. Hij speelde alleen maar liedjes waarvan hij wist dat vrijwel iedereen ze kende. Dat was de manier om ieders hart te winnen. Hij probeerde het publiek zoveel mogelijk te betrekken in de liedjes die hij zong. Als het publiek luidkeels met hem meezong, wist hij dat hij goed zat.