Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
The 100 ft. Labyrinthine - Jus drein jus daun
Penotti
Wereldberoemd



Olivia Jones - 17

You start xo
Anoniem
Wereldberoemd



Bellamy Blake - 21
{option}
Anoniem
Wereldberoemd



Het enige wat nog naklinkt in mijn oren is de sarcastische lach die ik er zojuist uit stootte. Ik heb geen idee wat de rest allemaal nog zegt, maar ik moet mijn best doen om niet met mijn vuist op tafel te slaan. "Waarom?", vraag ik nogmaals hoofdschuddend. Een van de officiers kijkt vol minachting naar mij. "Je weet best waarom, Bellamy. En er wordt nog steeds van jou verwacht dat je de rest van de manschappen bijstaat tijdens het proces." Ik neem een slok water en wrijf vervolgens met mijn handen over mijn gezicht. "Natuurlijk, dat is geen enkel probleem," antwoord ik dan. De mannen knikken tevreden en rukken dan weer op. Het duurt niet lang of ik hoor hun voetstappen door de gangen verdwijnen. Ik kan haast niet geloven dat ze dit plan door hebben gedrukt. De kanselier blijft maar doorgaan met mensen hun dood in te jagen en wil nu zelfs de dood van honderd jongeren plannen onder het nom 'leefbaarheid van de aarde'. Lang geleden had er al iemand anders gekozen moeten worden, niet de andere keuzes zoveel beter zijn. Over vierentwintig uur zal het al gebeuren. Dan zal ik paraat moeten staan voor de begeleiding. Ik kan er niets aan doen, maar ik barst in lachen uit. Het is toch verschrikkelijk hoe wij hier leven, hoog in de lucht zonder ooit eens naar buiten te kunnen. Als kind droomde ik er van naar de aarde terug te mogen keren, de frisse lucht in te ademen en de bloemen te kunnen ruiken. Het is nog steeds een droom om naar de aarde te gaan, terug te keren naar de plek waar wij vandaan komen en recht op hebben. Maar is het er wel veilig genoeg om te leven? Is het echt mogelijk om een nieuw leven op te bouwen, terwijl de wereld op zo'n verschrikkelijke manier is verwoest? En dan schiet het mij te binnen waarom het wel zo moet zijn. "Octavia," fluister ik. 
Penotti
Wereldberoemd



Veel geroezemoes was te horen vanuit mijn cel, tenminste door de dikte van de muren en de deur wordt het gedempt dus daarbuiten zal het wel een kabaal zijn. Ik vroeg mij af wat er aan de hand is, normaal gaat het er nooit zo aan toe. Tenzij er een nieuwe crimineel werd binnengebracht. Veel hier zijn geen criminelen, ze deden alleen maar wat nodig was om te overleven, of een ander te helpen overleven. Ik dacht kort na over mijn moeder, hoe het met haar ging. Voor het zelfde geldt leeft ze niet meer. Het is dan ook een tijdje terug dat ik haar heb gezien. De laatste keer was toen ik een best grote aantal pillen bij der bracht, die ik had gestolen eigenlijk daarom zit ik hier ook. En omdat ik natuurlijk ook een bewaker had neergestoken. Ik zou het zo weer overdoen. Nog een aantal weken zit ik hier tot ik achttien wordt en bevooroordeeld wordt. Maar iedereen hier weet toch al wat ze doen met criminelen. Met een diepe zucht laat ik mij achterover vallen op bed en staar uit het raam, naar de aarde. In dat geval heb ik wel een cel met een mooi uitzicht gekregen. Ik kan het niet laten om eens te grijnzen om mijn eigen gedachte. De aarde was vanaf hier al schitterend, helaas mag ik het nooit in het echt meemaken. Ik heb al genoeg verhalen gehoord en boeken gelezen, over die plek kunnen we alleen maar dromen. Langzaam was ik aan het weg doezelen, tot ik mijn cel duur met een irritant gepiep hoorde opengaan. Twee bewakers kwamen naar binnen die me vertelde om met mijn gezicht naar de muur te gaan staan. ''Wat gebeurd er?'' Vroeg ik, hun bevel negerend. ''Hoorde je niet wat ik zei, met je gezicht naar de muur gevangenen.'' Natuurlijk heb ik weer twee klootzakken gekregen. Voor ik mijn mond weer kon opentrekken kreeg ik een harde klap tegen mijn been, waardoor ik op de grond neerviel. Al snel wordt ik aan mijn armen omhoog getrokken en voel ik een scherpe pijn in mijn pols. ''Laat me los!'' Het lukt me om één arm los te rukken en duw de bewaker van me af. ''Werk mee, hoe eerder je hier weg bent.'' Hoor ik de ander zeggen, niet dat ik er wat mee ga doen. Al snel ben ik los en lukt het me om uit de cel te ontsnappen. En dat noemen ze bewakers, om te lachen. Ik heb te veel gezegd want al snel voel ik een klap op mijn achterhoofd en wordt alles zwart. Het enige wat ik nog  meekreeg is dat ik werd meegesleurd.
Anoniem
Wereldberoemd



Het is een chaos, alsof er een hele kleuterschool is losgelaten. Chagrijnig stamp ik door en trek ik zo nu en dan een tegenstribbelde gevangene mee naar de verzamelplaats. Het is moeilijk om hier aan mee te werken, voornamelijk omdat ik de meeste jongeren hoogst persoonlijk ken vanuit mijn eigen jeugd. Leeftijdsgenoten zitten er niet meer tussen, dus mijn oude klasgenoten ook niet meer. Toch blijft het lastig om de jongeren hiertoe te moeten dwingen. Mijn handpalmen zijn klam van het zweet en ik kijk vaak haastig om mij heen of er niet iemand mij mee zou willen nemen, of dat iemand mij door heeft. Zenuwachtig trek ik een meisje met mij mee. Al deze jongeren zijn geen echte gevangenen, maar veroordeelden van acties uit liefde. Maar goed, ze zeggen ook niet voor niets dat liefde een zwakte is. Uiteindelijk lukt het om alle gevangenen in een rijtje te krijgen zodat ze ieder een van die metalen armbanden om kunnen krijgen. "In ieder geval kunnen wij straks weer beter ademen," zegt een van de officiers met een grijns op zijn gezicht. "Wat zeg je?" Ik stap dichter naar hem toe. Zijn gezicht vertrekt en hij kijkt mij schichtig aan: "Problemen, Blake?" Zenuwachtig veeg ik mijn handen af aan mijn broek. Ik mag niet opvallen, juist nu niet. Verdomme, houd toch ook gewoon je mond! "Hmm, nee niks," antwoord ik met een glimlach. Wat bezielt mij toch? Mevrouw Griffin wenkt mij naar zich toe. "Bellamy, help mij even met de armbanden wil je?" Ze knikt naar de gevangen voor zich, die er alles aan doet om niks om zijn polsen te krijgen. "John Murphy," zeg ik dan terwijl ik hem bij beide schouders vastpak. Ik weet zijn traject nog wel. Een vader die medicijnen voor hem stal, waardoor hij de dood in werd gejaagd. Een moeder die hem de schuld er van gaf, maar zelf ook overleed. En toen wilde de arme John wraak door de bewaker die zijn vader gearresteerd in de brand gestoken. Ik moet toegeven dat het nogal gedurfd is, maar dit is een gevaarlijke jongen. Er zijn genoeg onschuldige jongeren, maar die gaat het hun kop kosten tussen de paar gestoorde die hier rondlopen. Ik vang een glimp op van een jonge dame met bruine haren die als een waterval over haar rug valt. Haar sarcastische lach herken ik uit duizenden. Direct draai ik mij om. Mijn hart bonkt in mijn keel en mijn handen worden weer klam. "Sorry mevrouw Griffin, ik heb andere taken die ik uit moet voeren," zeg ik dan en zonder haar aan te kijken loop ik weg. "Oh Octavia, als je toch eens wist..." 
Penotti
Wereldberoemd



Door het harde kabaal om mij heen kreun ik eens en open voorzichtig mijn ogen. ''Waar ben ik?'' Mompel ik zachtjes maar krijg geen antwoord terug. Als ik eenmaal gewend ben aan de felle lichten en het geluid, ga ik rechtop zitten. Blijkbaar lag ik op een brancard die tegen de muur aanstond, net als een paar anderen. Met een zachte kreun wrijf ik over mijn slaap heen. ''Ze is wakker hoor.'' Ik kijk op en zie dezelfde bewaker die mij bewusteloos sloeg. Mijn vuiste balde ik zo hard dat ik mijn nagels in mijn vel kon voelen. Voor ik op hem kon afstappen voelde ik iemand zijn grip om mijn bovenarm. ''Liv stop voordat je jezelf nog meer in de problemen werkt.'' die stem ik herken hem van vroeger, voor ik nog geen gevangenen was. ''Miller?'' Voor de eerste keer in tijden verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Het voelt goed om eindelijk eens een vertrouwd gezicht te zien. Mijn blik valt op het mentalen ding om mijn pols, verassend genoeg merk ik die nu pas op. ''Waarvoor is dit en wat gebeurd er?'' zoveel vragen gaan er nu door mij heen. Hoe moet Miller dat ook weten en het is niet dat iemand hier ook iets verteld. Zouden ze ons misschien droppen? ging er door mijn hoofd heen. Het zou me niks verbazen. Een aantal minuten later begint de lange rij waar we in staan te bewegen. Terwijl we door de gangen worden geleid, kijk ik om mij heen, hopend om minstens één bekend gezicht te zien. Tevergeefs is dat niet het geval. Ik hoopte om iemand over mijn moeder te kunnen vragen, waarom doe ik ook de moeite. Waarschijnlijk is ze er toch niet meer. Al snel worden we een soort ruimte ingeleid. 
Anoniem
Wereldberoemd



Met ruige handen gooi ik een plens water in mijn gezicht. Vervolgens kijk ik mijzelf aan door de spiegel die boven de wasbak hangt. Ik grom en zet mijn mond aan de kraan om een paar slokken water te nemen. Met een ruk draai ik de kraan weer dicht en open de deur om mij weer bij de rest te kunnen voegen. Net op tijd kom ik er achter dat het tempo aardig verhoogd is, waardoor de meeste jongeren al in de cabine zitten. "Hoe lang gaat het nog duren?", vraag ik aan een van de officiers. Hij bromt iets, maar reageert niet duidelijk. Wanneer hij opkijkt en mij ziet, begint hij te lachen. "Wat is er met jou gebeurt, Bel? Kom op, straks zijn we van een honderd lastpakken af, daar mag je wel wat blijer om zijn," zegt hij terwijl hij mij een klap op mijn schouder geeft. Ik zucht even en knik hem toe. Ondertussen weet ik wel beter. Het is tijd om actie te ondernemen, en wel nu! 
Zo voorzichtig mogelijk werk ik mijzelf tussen de mensenstoet heen. Doktoren die toekijken, ouders die hun kinderen weggevoerd zien worden maar ook de kanselier en zijn groep nemen veel ruimte in, in de hal. Ik doe mijn best om zo onopvallend mogelijk te blijven, niet gezien te worden. Dat is toch knap lastig wanneer de bevolking niet zo groot is en iedereen elkaar wel kent. Toch lukt het om dicht bij het schip te komen. "Bellamy, waar was je nou?", vraagt mijn leidinggevende terwijl hij met zijn armen in de lucht naar mij toe komt. Ik kan mijzelf wel voor mijn kop slaan, maar langzaam draai ik mij naar hem op. "Orders aan het opvolgen," zeg ik en wijs om mij heen. De man kijkt verdwaasd. "En ik wilde net controleren of," "We hebben geen tijd voor dit gedoe, meekomen." Precies op dat moment gaan de alarmbellen af. Dit is het teken dat de deuren geseald zullen worden en er niemand meer in of uit kan, tot de shuttle op de aarde is geland. Het is een heel protocol die ik gister avond nog te horen heb gekregen. Mijn bevelhebber is al voor mij uitgelopen, maar hij zal zo merken dat ik niet met hem meegelopen ben. Hoofdschuddend draai ik mij op en kijk naar de shuttle. Ik ben zo dicht bij, maar er staan nog zoveel mensen tussen mij en de deur in. Als ik niet op tijd ben, zal ik afgezweeft worden vanwege verraad en het negeren van het bevel van mijn gezaghebber, maar als ik het wel red... Ik haal even diep adem en binnen een milliseconde heb ik de beslissing gemaakt. 
Penotti
Wereldberoemd



Allemaal worden we vastgezet in de stoelen. Niemand probeert nog tegen te stribbelen, omdat we ondertussen wel weten wat ze dan doen. Ik haatte het om helemaal niks te weten over hun plan. Het lijkt wel of we in een ship zitten, zouden ze ons misschien allemaal droppen? Het zou mij niks verbazen als ze de mensen wilde uitdunnen. ''Ze gaan ons niet droppen, we worden naar de aarde gestuurd.'' mijn blik verandert van ongerust naar geschokt. Voor nog geen honderd jaar konden we terug naar de aarde, dat hadden ze zelf bekendgemaakt en toch willen ze ons nu de dood in jagen. Niet dat ik het niet zou willen, terug naar de aarde. Het is waarschijnlijk veel beter dan die cel. ''Hoe..'' ''Ik hoorde een aantal bewakers praten, ze zijn er nogal blij mee, dat er minder mensen zijn nu.'' ja dat zal wel. Zuchtend gooi ik mijn hoofd achterover, totaal niet wetend wat ik moet verwachten. ''Sluit de deuren!'' wordt er nog geroepen voor de alarmbellen afgaan. In paniek beginnen sommige te schreeuwen. Sommige zijn zelfs blij. Ik weet niet hoe ik me moet voelen, daar komen we zo wel achter. Eenmaal als de deuren dicht zijn, hoor je een machine geluid en er gaat een beeldscherm aan. De kanselier komt in beeld, wat te verwachten was. Al snel begint hij alles vanaf het begin uit te leggen.
Anoniem
Wereldberoemd



"Bellamy! Kom terug, nu meteen!" Hoor ik nog achter mij, maar ik negeer zijn stem. Het scheelde niet veel of ik had het niet meer gehaald. Maar toch sta ik daar nu, in het schip met de deuren achter mij gesloten. En wat nu? Ik kijk om mij heen en zie dat iedereen in zijn stoel vastgezet is. Er zijn nog een aantal stoelen vrij die als reservestoelen diende, dus daar heb ik geluk mee. Snel zet ik mijzelf vast zonder al te veel aandacht van andere te trekken, en dat lukt. Er schieten overal beeldschermen aan waarop de kanselier te zien is. Zijn stem schalt door de ruimte heen. Gespannen wacht ik af of er nog iets gaat gebeuren. Een hele tijd gebeurt er niets, maar wanneer de kanselier uitgesproken blijkt te zijn, verschijnt er een klok op het scherm. Deze begint af te tellen vanaf zestig seconden. Mijn hart begint sneller te kloppen en mij ademhaling wordt verhoogd. Ik kijk even om mij heen naar de andere jongeren. De meeste lijken in paniek te raken en weten niet goed wat zij moeten doen. Het is natuurlijk een hele shock om te horen dat je nu naar de aarde wordt gestuurd. Niemand heeft tijd gehad om zich hierop voor te bereiden, tenminste, niet bewust. Zij hebben allemaal lessen gehad over de leefbaarheid van de aarde, hoe zij zich daar zouden kunnen redden en wat wel of niet te eten is. Maar, zoals te verwachten, interesseerde het niemand echt wat. Ze zouden er toch niets aan hebben, dachten zij. Zenuwachtig werp ik nog een blik op de klok. Nog vijftig seconden, wat gaat de tijd toch langzaam. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem. Het kan elk moment gebeuren. Bam! Een harde klap geeft aan dat wij losgekoppeld worden. Het kan nu niet lang meer duren. 
Penotti
Wereldberoemd



Mijn blik wierp ik op de deuren die langzaam sloten, net als ik dacht dit is het, glipt er een jongen naar binnen. Verwarrend fronsde  ik mijn wenkbrauwen toen ik zijn kleding zag, hij draagt een officiers pak. Zouden ze echt een officier met ons mee sturen. Als dat zo was had de kanselier er vast wel wat van gezegd. ''We gaan er aan!'' ''Waarom doen ze ons dit aan!'' Ik richt mijn blik af van de jongen als een groot aantal mensen in paniek raken.''10, 9, 8, 6, 5..'' Begint het af tellen en bij elke seconden raken mensen meer in paniek. Kan elke zeikerd hier even zijn mond dicht houden!'' Schreeuwt er een jongen met donkerbruin haar. Ik herken hem nog van school, John Murphy. Hij is echt een eikel eerste klas. Er klonk een harde knal en al snel kwam er beweging. Niet veel veranderde, dat kwam natuurlijk door de zwaartekracht. Een paar jongens klikte hun gordel los, en zweven al snel door de ruimte. ''Idioten weet je wel hoe gevaarlijk dat is, als je verstandig bent blijf je zitten.'' Zeg ik tegen hun, maar alsnog willen een paar andere hun gordel los doen. ''Mij best, maar de landing kan je dood worden.'' Dat gezegd klikken sommige hun gordel toch weer dicht. Natuurlijk willen de andere slimmeriken nog opscheppen. Het is niet mijn probleem als ze letsel of wat dan ook oplopen. Met mijn handen geklemd om mijn gordel, wachte ik met spanning af. Van alles ging door mijn hoofd heen, was er echt leven op de aarde of wordt de straling onze dood zodra de deuren openen. Nog even en we komen er achter.
Anoniem
Wereldberoemd



Het hele schip begint met een enorm kabaal te schudden. Rode lichten springen aan en een enorm hard geloei schreeuwt door het schip heen. De jongeren raken in paniek en beginnen door elkaar te schreeuwen. De televisies waar eerder de kanselier op te zien waren, beginnen te storen en knipperen. We horen een stem door de speakers, maar deze kraakt zo hard dat er amper te verstaan is wat hij zegt. Zo nu en dan hoor ik woord als 'afgebroken' en 'storing', maar meer kan ik er niet uit halen. Mijn hart begint harder te pompen en ik geef toe dat ook in lichtelijk in paniek raak. Wat kan er aan de hand zijn? Waarom schudden wij zo en branden de rode lichten? Wat is er fout aan het gaan? 
Met een enorme klap komen we tot stilstand. De shock zorgt ervoor dat ik hard heen en weer geschud word in de stoel. Mijn ledematen doen er pijn van. Kreunend maak ik mijn gordel los. Om mij heen hoor ik overal gordels losklikken en mensen uit hun stoelen opstaan. Langzaam rek ik mij uit en kijk naar de jongeren om mee heen. Een aantal kijken mij vragend en verward aan. "Waarom sturen ze een cipier met ons mee?" hoor ik iemand vragen. Ook een aantal anderen beginnen vragen te stellen over mijn aanwezigheid. Maar ik reageer pas op de bekende stem die door het schip heen walst. "Bellamy?" Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht en ik draai mij een kwartslag. Haar bruine haren vallen losjes langs haar gezicht. Haar onschuldige blik drijft naar mij toe. "Eindelijk," fluister ik. Dan open ik mijn armen en begin richting haar te lopen. Het duurt niet lang of zij rent naar mij toe en ik sluit haar eindelijk in mijn armen. "Octavia," fluister ik en pak haar stevig beed. "Wat doe jij hier?" hoor ik haar verbaasd tegen mijn schouder zeggen. "Ik ben hier voor jou," antwoord ik terug. 
Penotti
Wereldberoemd



Het duurde niet snel voor we met een harde knal tot stilstand kwamen. Ik moest mijzelf even herpakken door het heen en weer geschut van net, zo te zien hebben de meeste daar ook last van gehad. Zoals iedereen klik ook ik mijn gordel los. ''We zijn op de aarde jongens kom de deuren opendoen!'' Roept iemand waardoor iedereen zich naar de deuren wurmt, iedereen wilde natuurlijk een goede blik krijgen op wat we zo te zien krijgen. De aandacht ging al snel ergens anders naar toe, naar de cipier. Fronsend trek ik mijn wenkbrauwen op naar het tavereel voor me. ''Is dat niet..'' ''Octavia Blake!'' ''Het meisje onder de vloer.''wordt er van alles door elkaar gefluisterd. Ik heb haar zelf nooit gezien maar wel genoeg gehoord, in de tijd toen ik in de cel zat. ''Oké heel schattig allemaal maar nu gaan de deuren open." Met een ruk draai ik mij om en kijk de jongen aan die van plan is om de hendel omhoog te trekken. ''Wacht!'' Ik haast me naar hem toe. ''Het kan gevaarlijk zijn.''. ''Wat zou er nou zo gevaarlijk kunnen zijn.'' Antwoord hij terug, rollend met zijn ogen. ''Straling misschien? wie weet wat er achter die deur is.'' Natuurlijk was ik dolbij om hier te zijn, maar beter safe then sorry. ''Misschien moeten we wachten op reactie van de ark.'' stempt een zwart harige jongen, geen idee wat zijn naam is mee in. ''Of misschien moeten jullie zeikerds je kop dicht houden.'' met een dreigende blik kijkt hij ons aan. ''Luister eens e..'' Ik wil op de jongen afstappen maar wordt al snel teruggetrokken aan mijn arm door Miller. ''We zijn hier nog geen eens 5 minuten, hou je even in.'' ''Snotjochies als hem moeten zich inhouden.'' Brom ik en sla mijn armen over elkaar. 
Anoniem
Wereldberoemd



Er ontstaan chaos en wanneer Octavia en ik ons hebben verenigd wurmen wij ons tussen de menigte door naar de hendel. De jongen die daar staat houdt deze goed vast en dreigt hem open te maken. "Doe maar", zeg ik dan nonchalant. Hij kijkt mij even verward aan en grijnst dan. "Als we dood gaan aan de straling, kunnen we er net zo goed direct vanaf zijn. Of we nou uiteindelijk uithongeren en elkaar aanvliegen, of de aarde hebben gezien en sterven." Het wordt stil in de ruimte. Iemand schraapt zijn keel, maar blijft uiteindelijk zwijgen. Niemand neemt de moeite om iets te zeggen, of om iets te doen. "Nou?" Ook Octavia begint ongeduldig te worden en geeft de jongen een zetje. "Dan doe ik het wel", zegt ze bruut en haalt de hendel zonder twijfel over. Een aantal wieltjes beginnen te ratelen en langzaam begint de deur zich te openen. Frisse lucht stroomt door de kier naar binnen en er begin een warmte zich naar binnen te persen. De tijd lijkt langzaam weg te tikken onder het zoemen van de deur. Ongeduldig staat de groep op hun benen te wiebelen tot het eerste aanblik te zien is. Eindelijk is de opening nu zo groot dat we er doorheen kunnen kijken. Prachtige kleuren en objecten overrompelen ons. De schoonheid is overweldigend en de meeste reageren dan ook met een verbaasde "Oooh". Langzaam begin ik mij naar het plateau toe te werken en wanneer hij helemaal naar beneden is stap ik erop. Ik spreid mijn armen en draai een rondje om mijn eigen as. Het is prachtig. "Nou prinses", zeg ik, kijkend naar mijn zus. Ze grijnst breed en rent het platform op en zo door naar het grasveld voor ons. "Het is prachtig!" Schreeuwt ze. Lachend kom ik haar achterna en ook de rest van de groep komt nu in beweging. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld