Amarynthia schreef:
Scarlett Joanna Meadows
Kleine stofwolken ontstonden bij elke stap die ze zette. De weg was bedekt met verschillend puin. Brokstukken, omgevallen lantaarnpalen, onderdelen van auto’s. Scheuren waren in het asfalt ontstaan en onkruid had zich er een weg doorheen gebaand. Scarlett kwam niet graag in de steden. Ondanks dat ze de eenzame reis omarmde, gaven dergelijke steden haar een klein gevoel. Het gaf haar het gevoel alsof ze de enige persoon was die er bestond. Echter was dat niet de enige reden waarom ze steden het liefst vermeed. De straling was op dergelijke plekken het sterkst, waardoor ook de kans om geïnfecteerden tegen te komen vergroot was. In haar leven was ze nog maar een paar gemuteerde dieren tegen gekomen, geïnfecteerd door de straling, en het was geen pretje geweest. Het was een van de eerste keren dat ze haar dolk had moeten gebruiken en dat was een moment dat ze niet snel zou vergeten.
Toch was het soms onvermijdelijk om de stad te betreden. Scarlett’s kleren raakten behoorlijk versleten en het was hoognodig tijd om iets te vinden wat voor een tijdje mee zou kunnen gaan. Ze achtte haar kansen groter iets te vinden in de stad, dan in de open weiden. Daarbij was het niet zo dat enkel de steden een hoge radioactiviteit bezaten. Op verschillende plekken was de straling gevaarlijk voor de mens en het meest vervelende was dat het niet zichtbaar was. De overheid had aan het begin van de ramp een soort kastje ontwikkeld en uitgedeeld aan ‘belangrijke’ mensen. Hierdoor waren hun overlevingskansen groter en konden ze een betere inschatting maken waar de wegen begaanbaar waren en waar niet. Het zou een enorme luxepositie creëren wanneer je in het bezit was van zo’n kastje. Je overlevingskansen werden sterk verdubbeld. Het kastje kon je leven sparen.
Onbewust keerde een pijnlijke herinnering terug. Het stikkende geluid dat hij had gemaakt, na het eten van de besjes die ze hem had overhandigd. Het was goed bedoeld. Ze had zijn honger boven de hare gezet, wetend dat hij het goed had kunnen gebruiken. Maar in plaats daarvan had het zijn luchtpijpen dichtgeknepen en had ze hem zijn laatste maaltijd overhandigd.
Scarlett stopte voor een van de verlaten gebouwen. Het raam was ingeslagen en een hoop stof lag op de etalage. Een hoop van de rekken waren al leeggeroofd, maar enkele kledingstukken waren nog terug te vinden. Sommigen weliswaar op de grond. Scarlett stapte voorzichtig door de ingeslagen, glazen deur. Scarlett spitste eerst door de rekken heen, maar geen van de kledingstukken die er hingen, leken nog in haar maat te zijn. Een maatje groter was geen probleem, maar ze paste ongeveer twee keer in de kledingstukken die er nog hingen. Uiteindelijk had ze een stapeltje kleding gevonden dat redelijk in de buurt kwam van haar maat en smaak, en besloot ze zich om te kleden in een van de pashokjes. Wanneer ze eenmaal het setje kleding aan had, bekeek ze haarzelf in de gebroken spiegel. Het was lang geleden dat ze haar spiegelbeeld had gezien. Haar gezicht was bevuild en haar haren hingen verwilderd langs haar gezicht. Ze was altijd al slank geweest, maar nu was het eerder mager te noemen. Het was niet zo dat zij de enige was die er zo bij liep. Vrijwel iedereen die ze tegenkwam, had een verwilderd uiterlijk. De een meer dan de ander, maar de mens begon zijn netheid te verliezen.
Scarlett verstarde. In de verte hoorde ze voetstappen. Haar ademhaling stokte, terwijl ze behoedzaam naar haar tas reikte en haar dolk erbij pakte. Zwijgend bleef ze in het pashokje staan, hopend dat de gedaante, wat het ook moge zijn, haar met rust liet.
Scarlett Joanna Meadows
Kleine stofwolken ontstonden bij elke stap die ze zette. De weg was bedekt met verschillend puin. Brokstukken, omgevallen lantaarnpalen, onderdelen van auto’s. Scheuren waren in het asfalt ontstaan en onkruid had zich er een weg doorheen gebaand. Scarlett kwam niet graag in de steden. Ondanks dat ze de eenzame reis omarmde, gaven dergelijke steden haar een klein gevoel. Het gaf haar het gevoel alsof ze de enige persoon was die er bestond. Echter was dat niet de enige reden waarom ze steden het liefst vermeed. De straling was op dergelijke plekken het sterkst, waardoor ook de kans om geïnfecteerden tegen te komen vergroot was. In haar leven was ze nog maar een paar gemuteerde dieren tegen gekomen, geïnfecteerd door de straling, en het was geen pretje geweest. Het was een van de eerste keren dat ze haar dolk had moeten gebruiken en dat was een moment dat ze niet snel zou vergeten.
Toch was het soms onvermijdelijk om de stad te betreden. Scarlett’s kleren raakten behoorlijk versleten en het was hoognodig tijd om iets te vinden wat voor een tijdje mee zou kunnen gaan. Ze achtte haar kansen groter iets te vinden in de stad, dan in de open weiden. Daarbij was het niet zo dat enkel de steden een hoge radioactiviteit bezaten. Op verschillende plekken was de straling gevaarlijk voor de mens en het meest vervelende was dat het niet zichtbaar was. De overheid had aan het begin van de ramp een soort kastje ontwikkeld en uitgedeeld aan ‘belangrijke’ mensen. Hierdoor waren hun overlevingskansen groter en konden ze een betere inschatting maken waar de wegen begaanbaar waren en waar niet. Het zou een enorme luxepositie creëren wanneer je in het bezit was van zo’n kastje. Je overlevingskansen werden sterk verdubbeld. Het kastje kon je leven sparen.
Onbewust keerde een pijnlijke herinnering terug. Het stikkende geluid dat hij had gemaakt, na het eten van de besjes die ze hem had overhandigd. Het was goed bedoeld. Ze had zijn honger boven de hare gezet, wetend dat hij het goed had kunnen gebruiken. Maar in plaats daarvan had het zijn luchtpijpen dichtgeknepen en had ze hem zijn laatste maaltijd overhandigd.
Scarlett stopte voor een van de verlaten gebouwen. Het raam was ingeslagen en een hoop stof lag op de etalage. Een hoop van de rekken waren al leeggeroofd, maar enkele kledingstukken waren nog terug te vinden. Sommigen weliswaar op de grond. Scarlett stapte voorzichtig door de ingeslagen, glazen deur. Scarlett spitste eerst door de rekken heen, maar geen van de kledingstukken die er hingen, leken nog in haar maat te zijn. Een maatje groter was geen probleem, maar ze paste ongeveer twee keer in de kledingstukken die er nog hingen. Uiteindelijk had ze een stapeltje kleding gevonden dat redelijk in de buurt kwam van haar maat en smaak, en besloot ze zich om te kleden in een van de pashokjes. Wanneer ze eenmaal het setje kleding aan had, bekeek ze haarzelf in de gebroken spiegel. Het was lang geleden dat ze haar spiegelbeeld had gezien. Haar gezicht was bevuild en haar haren hingen verwilderd langs haar gezicht. Ze was altijd al slank geweest, maar nu was het eerder mager te noemen. Het was niet zo dat zij de enige was die er zo bij liep. Vrijwel iedereen die ze tegenkwam, had een verwilderd uiterlijk. De een meer dan de ander, maar de mens begon zijn netheid te verliezen.
Scarlett verstarde. In de verte hoorde ze voetstappen. Haar ademhaling stokte, terwijl ze behoedzaam naar haar tas reikte en haar dolk erbij pakte. Zwijgend bleef ze in het pashokje staan, hopend dat de gedaante, wat het ook moge zijn, haar met rust liet.