schreef:
Ik schrok en deed automatisch mijn handen omhoog. ‘Rustig, je bent gewond. Laat mij je helpen.’ Het was een mooi meisje, ook stoer. Stapje voor stapje liep ik naar haar toe. ‘Ik heet Jax, wie ben jij?’ Als ik haar vertrouwen kon krijgen, liet zij misschien het geweer zakken of dat ik het geweer kon afpakken. Ze zag er goed uit, stoer en knap. Toch kwam haar gezicht mij een beetje bekend voor, ik kon het alleen niet plaatsen waarvan. Mijn opa, genaamd Chup, wuifde. ‘Jax, we gaan.’ Ik keek van haar naar Chup, weer terug naar haar en toen weer naar Chup. ‘We kunnen haar niet zo achterlaten. Kijk hoe gewond ze dan is.’ Chup schudde zijn hoofd, ‘we gaan. Nu!’ Hij schreeuwde naar mij, dat heeft hij nog nooit gedaan. Toen liep hij naar mij toe. ‘Dit was een aanslag op ons. Zij is van Verticos.’ Toen ik dat woord hoorde ging alle hoop weer verloren, misschien kon ik wat met haar aangaan. Ze is bloedmooi, maar schijn bedriegt. Toch weigerde mijn lichaam om mee te lopen. ‘Nee, ik laat haar hier niet achter. Wat is je naam, laat mij je helpen oke?’ Hij probeerde weer richting het meisje toe te lopen. Verticos of niet, het boeit mij niet. Zij heeft hulp nodig en wel nu.