Amarynthia schreef:
Bij de eerste explosie schokte ze. Het kabaal overstemde alle overige geluiden en zorgden ervoor dat Charlotte haar handen van haar oren liet zakken. Bij de tweede explosie, aanzienlijk dichterbij, leek zelfs de vloer onder haar iets te trillen. Een oorverdovend geluid volgde. Het geluid van een gebouw dat zich had begeven. Een gebouw dat hier niet ver vandaan was. Kort sloot Charlotte haar ogen, balde ze haar handen tot vuisten. Ze probeerde haarzelf moed in te spreken, ze kon hier niet blijven schuilen. Ze greep het mes van de grond en kwam wat wankelend omhoog. In haar hoofd telde ze tot drie, waarna ze in een vlugge beweging de stoel wegtrok en de deur opende. Een opgeluchte zucht verliet haar mond toen ze concludeerde dat haar woonkamer veilig was. De grootste opgave stond haar in de gang te wachten.
Charlotte duwde de obstakels voor de deur weg, waardoor een donkere, dunne rookwolk onder haar deur door kroop. Brand. Bijna gehypnotiseerd staarde ze naar de rook, terwijl haar ademhaling versnelde. Wat moest ze nu doen? Wat als het gangenhuis geblokkeerd was door het vuur? Wat als ze gevangen zat op de derde verdieping, met een Clicker en enkele Stalkers als gezelschap, terwijl het gebouw op instorten stond? Ze probeerde helder na te denken, maar de paniek leek haar gedachten te vertroebelen. Een ding was duidelijk: er was brand. Het was alleen onbekend waar de brand zich bevond.
Zonder haar actie nog een keer te overdenken, omdat ze wist dat ze het moment dan alleen maar uit zou stellen, rukte ze de deur open. De rook sloeg haar tegemoet en bezorgden haar ogen een branderig gevoel. Hoestend wapperde ze met haar hand in de lucht, in een mislukte poging de rook te verdrijven. Haar andere hand hield ze voor haar mond, een actie die ze zich iets eerder had moeten bedenken. Ze wierp een blik om haar heen. Links van haar zag ze oranje vlammen aan het ouderwetse behang likken. Traag, maar tegelijkertijd beangstigend snel, kwam de vlammenzee dichterbij. De Clicker en haar buurmeisje hadden zich aan diezelfde kant bevonden, wat betekende dat ze in elk geval veiliggesteld was van het akelige wezen. Waar de overige geïnfecteerden zich bevonden was haar een raadsel.
Met een zware ademhaling, rende Charlotte door de gangen. Ze woonde nu zo’n vijf jaar in het appartementencomplex, waardoor ze de met ogen dicht kon vinden. Iets wat erg praktisch was als er een verstikkende rookwolk om je heen hing. Tot haar opluchting hadden de vlammen de trappen nog niet bereikt. Haar ademhaling was zwaar en piepte, wat af en toe werd onderbroken door een oncontroleerbare hoestbui. Halverwege de tweede trap kwam Charlotte abrupt tot stilstand. Haar hart bonsde in haar keel en ze negeerde de drang om te hoesten. Met grote ogen keek ze naar de geïnfecteerde die ze een anderhalve trap lager bevond dan zij. Met zijn rug stond hij naar haar toegekeerd. Zijn hoofd was naar beneden gebogen en hij hield zijn handen voor zijn gezicht, terwijl hij jammerende geluiden uitkraamde. Als ze zacht genoeg was, kon ze hem doden. Ze hoefde er alleen maar voor te zorgen dat ze hem dodelijk verwondde. Makkie, toch?
Behoedzaam liep Charlotte de trap verder af, steeds dichterbij het monster komende. De kriebel in haar keel werd steeds erger om te onderdrukken, maar uiteindelijk was dat niet hetgeen wat haar verraadde. Een derde explosie klonk, nog dichterbij dan de vorige. De trap onder haar voeten trilde en van schrik liet Charlotte een gil horen, terwijl ze voor grip naar de trapleuning reikte. De geïnfecteerde had zich naar haar toegedraaid, maar in diezelfde tijd was het glas van de deur naast hem gebarsten en kwam een zee van vlammen op hem af. De steekvlam verhitte de hele ruimte en kwam akelig dichtbij. Even gauw als het gekomen was, was het ook weer verdwenen. Vlammen omlijsten het trappenstelsel, terwijl de geïnfecteerde krijsend op zijn knieën zakte. Dit was haar kans. Charlotte rende de trap af, waarbij een nare steek door haar been trok en waardoor ze bijna struikelde. Zo probeerde de pijn zo goed mogelijk te negeren en racete zo snel ze kon naar beneden. Het gekreun en gesteun van de muren om haar heen gaven haar de indruk dat dit gebouw het niet lang meer zou volhouden. Ze kwam aan op de begaande grond, als kip zonder kop rende ze door de gang. De omgeving leek ze te vergeten, het enige wat ze nu nog wilde, was het bereiken van de uitgang. Alsof daar het einde was. Alsof daar haar veiligheid was.
Met trillende handen, hoestend en met tranende ogen van de rook, pakte ze de deurklink vast. Ze duwde de deur open, zette nog een paar grote stappen tot ze voor haar gevoel ver genoeg van het gebouw vandaan was, om daar vervolgens op haar bovenbenen te steunen en luid te hoesten. Een klikkend geluid liet haar met grote ogen opkijken. Met een hoge snelheid kwam het monster op haar afgerend en voor een moment had Charlotte gedacht dat daarmee het einde was gekomen.
@Hadesu