Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
15 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Amarynthia
Internationale ster



"When you're lost in the darkness, look for the light.
— The Fireflies' slogan


Endure and survive


-

Charlotte Elisabeth McCoy



Kan 18+ content bevatten. 
@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Dean Delacoeur - Je weet verder toch wel hoe hij eruit ziet enz ik ga niet moeilijk doen - 18+ with Dean yis pls

~
De paniek was hartverscheurend.
Het gegil. Het gehuil. De angst. De mensen hier waren gewend aan vrede, veiligheid. Dat hun kleine, veilige haven nu werd overvallen door de gruwelijke wezens die de meesten alleen uit nachtmerries kenden, was voor bijna iedereen hier hun grootste nachtmerrie. Ze waren dan ook overal. Mensen, maar ook de geïnfecteerden. Iedereen rende, maar niemand wist waarheen. Niemand was hierop voorbereid geweest. Iedereen had gedacht dat de hoge hekken en de militaire beveiliging voldoende zouden zijn om de wezens die de samenleving verziekten, weg te houden. Het bleek niet zo te zijn. Nu was iedereen in gevaar.
Dean had enkele luttele minuten geprobeerd om mensen te helpen. Met een aantal kennissen en vrienden had hij geprobeerd de paniekerige menigte te ordenen, ze de juiste kant op te sturen: De stad uit. Dat was voor de meeste mensen echter zo tegenstrijdig met hetgeen waar ze al vijftien jaar op vertrouwden, dat de meesten hem straal negeerden en naar het centrum van de stad liepen. Ze zouden daar ingesloten worden, wist Dean. Ze zouden langzaam ingesloten worden en gebeten worden. Of ze zouden een pijnlijke dood sterven, of ze zouden het leger geïnfecteerden versterken. Binnen weken zouden hun ogen overgroeid raken met de gruwelijke schimmel en zouden ze, net zoals de wezens die nu deze veilige haven hadden overvallen, jagen op mensen. Hij kon het weten. Zijn zus had bijna dezelfde transformatie ondergaan, voordat hij het zich had gerealiseerd en een kogel door haar hoofd gejaagd had. Haar dood was het ergste geweest, maar niet de laatste. Jaren had hij geprobeerd te overleven in de wildernis, zonder de veiligheid van hekken. Op zoek naar wraak, wraak op degenen die de wereld vernietigd hadden. Het enige waar hij zijn woede op kon botvieren waren de geïnfecteerden.
Twee jaar geleden was hij het zat geworden. Was hij hier gaan wonen. Hij had het opgegeven, besloten dat andere mensen mochten vechten nu. Het was een niet te winnen strijd en hij was niet de enige die er zo over dacht. Een klein groepje waarmee hij vaker had opgetrokken, woonde samen met hem in deze veilige haven. Nou ja, veilig..
Het was nog een geluk dat hij zijn wapens had bewaard. Nee, geen geluk. Een voorgevoel, misschien. Gewapend met twee pistolen, een setje messen en wat andere speeltjes, was hij direct naar buiten gerend bij het horen van de eerste schreeuwen. Hopend op loos alarm, zoals het wel vaker was. Vandaag niet.
De mensen waren niet meer te redden. Enkele van zijn vrienden, kennissen, waren er al vandoor gegaan. De wildernis in, waar het nu veiliger was dan in de stad. Dean deed nog één halfslachtige poging om een oudere dame te overtuigen de andere kant op te rennen. Vergeefs. Toen begon ook hij zich naar de rand van de stad te bewegen, weg van de plek die hij twee jaar lang zijn thuis had mogen noemen.

@Amarynthia Geef me even om in te komen hoor!
Amarynthia
Internationale ster



Met trillende handen hield ze een mes voor haar borst. Met haar rug stond ze tegen de muur geplakt, terwijl ze haar oren spitste om te begrijpen wat er zich achter de deur afspeelde. Het luide gekraak, gevolgd door een enorme knal, waren het eerste teken geweest. De gillende mensen waren het tweede teken geweest. Maar het waren de schotgeluiden die haar vermoeden bevestigden. De muur was gevallen, het einde van haar veiligheid was nabij. De chaos was ook al snel haar appartementencomplex binnengestormd. Charlotte had de deur op slot gedraaid en gezocht naar iets wat op een wapen leek. Ze had nooit getraind, ook al had ze altijd geweten dat dit moment eraan zat te komen. Ze was eigenwijs geweest, had gedacht dat het allemaal wel goed zou komen. 
Haar nekharen gingen overeind staan toen ze een raar, klikkend geluid hoorde. Een siddering trok door haar lichaam, terwijl ze haar ademhaling inhield. Ze had van ze gehoord. Ze wist dat er verschillende stadia waren, maar ze waren nog nooit zo dicht bij haar geweest. Ineens werd het krakende geluid van de geïnfecteerde luider, sneller, haast agressiever. Echter was dat niet het geluid dat door merg en been ging. Dat was het geluid van een jong meisje. Angstig hoorde ze haar gillen, hoorde ze haar voetstappen – of waren het de voetstappen van de geïnfecteerde? Impulsief trok Charlotte de deur open, het mes voor haar uitstekend. De Clicker rende van haar weg, stormde door de gang achter het meisje aan. Helaas wist Charlotte dat de gang tot een einde kwam. 
‘Hé!’ riep ze in een opwelling, terwijl ze met haar vuist op de deur bonsde. Een gevoel van euforie ging door haar heen toen ze de aandacht van de Clicker wist te trekken. Het wezen draaide zich om en een gevoel van misselijkheid trok door haar lichaam. Het was nog erger dan de schetsen die ze gezien had. De schimmel zag eruit als een zware infectie. Als zwammen was het hoofd overwoekerd door de schimmel. Opgedroogd bloed plakte aan haar – de kleding liet denken dat het ooit een vrouw was geweest – mondhoeken en kin. Hoe vers zou het zijn? Verstard bleef Charlotte staan. Daar waar ze net in een dappere poging haar jonge huisgenootje had willen beschermen, was ze nu verstijfd van angst. Op de achtergrond hoorde ze geschreeuw en gekreun. Een geluid dat ze eerder gehoord had. Een geluid dat menselijk en tegelijkertijd onmenselijk klonk. Het waren de geluiden die de eerste fasen maakten. Een teken dat versterking onderweg was en Tyler machteloos stond. Ze had haar dappere poging willen voortzetten. Ze had op het monster af willen stormen en het mes in haar handen door haar schedel willen boren. Ze had haar buurmeisje een knuffel willen geven en haar lovende woorden willen wegwuiven en haar willen vertellen dat alles goed kwam. Maar in plaats daarvan vluchtte ze. Ze haastte zichzelf haar appartementje in en draaide de deur opnieuw op slot, wetende dat het meisje haar deur niet eerder zou bereiken dan de Clicker. Charlotte barricadeerde de deur, rende naar haar slaapkamer en deed ook deze op het slot. Ze klemde haar bureaustoel onder de deurklink en liet zich vervolgens tegen de muur omlaag zakken. Gefrustreerd sloot ze haar ogen, drukte ze haar handpalmen tegen haar oren en probeerde ze het geschreeuw van haar buurmeisje buiten te sluiten. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was zeker geen makkelijke, soepele tocht. Niet alleen de geïnfecteerden zaten hem tegen, ook de stroom mensen leek er alles aan te doen om zijn dood tegemoet te lopen. Dit was één van de redenen dat hij het naar zijn zin had gehad, al die jaren in de wildernis. Het was er veel rustiger dan in de overbevolkte steden. Normaal ging het wel, maar op een moment als deze, wanneer de paniek in zijn geheel toesloeg, was het heel duidelijk dat het aantal mensen in deze stad te groot was. Een prachtige broedplek voor de schimmel. Dean's gezicht vertrok even. Waarom de stad geen verplichte training had voor de mensen, zodat ze wisten wat er moest gebeuren áls er iets fout ging, was hem een raadsel.
Hij hoorde een agressief gegrom in een steegje. Met een ruk draaide hij zich naar het geluid toe, om een mens naar hem toe te zien rennen. Of ja, een mens? Velen zouden moeite hebben met dit schepsel, maar hij herkende het snel. De bijtwonden in de hals van de geïnfecteerde maakten hem duidelijk dat het voor deze persoon te laat was. Hij greep één van zijn messen en stak het razendsnel in de richting van de steeds sneller bewegende persoon. De hopeloosheid, gecombineerd met de agressiviteit in de ogen van zijn tegenstander, deed hem weinig. Het mes verdween dan ook in de keel van de persoon, zonder ook maar enige emotie.
Dean bewoog verder. Enkele meters voor hem zag hij een kennis van hem lopen, die hetzelfde idee had gehad als Dean en naar de buitenste muren van de stad probeerde te komen, in plaats van naar het centrum. Deze man was anders gewapend dan Dean; Hij had een aantal molotov cocktails bij de hand, die hij op mensen en groepen geïnfecteerden gooide. Dean was geen fan van het idee, hoewel het wel effectief bleek. De stad was toch al verloren.
Achter hem klonk een knal. Een gebouw explodeerde en de vlammen sloegen uit het dak. Vaag hoorde hij het gegil van een kind, of een jonge vrouw. Hij stopte. Twijfelde voor een moment, niet wetende wat hij precies moest doen. Hij besloot door te lopen, maar werd opnieuw gestopt door een tweede explosie. Een kettingreactie. Meerdere gebouwen om hem heen vlogen nu in de fik, wat de paniek alleen maar verhoogde. Mensen en geïnfecteerden brandden als één, terwijl de chaos groeide. Dean zijn gezicht betrok. Hij mocht dan wel harteloos lijken, het was heus niet zo dat de verloren levens hem niet boeide. Toch bleef hij niet meer staan om te helpen. Hij kwam in beweging, verborg zijn gezicht voor de brandende vlammen en hoopte op het beste.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Bij de eerste explosie schokte ze. Het kabaal overstemde alle overige geluiden en zorgden ervoor dat Charlotte haar handen van haar oren liet zakken. Bij de tweede explosie, aanzienlijk dichterbij, leek zelfs de vloer onder haar iets te trillen. Een oorverdovend geluid volgde. Het geluid van een gebouw dat zich had begeven. Een gebouw dat hier niet ver vandaan was. Kort sloot Charlotte haar ogen, balde ze haar handen tot vuisten. Ze probeerde haarzelf moed in te spreken, ze kon hier niet blijven schuilen. Ze greep het mes van de grond en kwam wat wankelend omhoog. In haar hoofd telde ze tot drie, waarna ze in een vlugge beweging de stoel wegtrok en de deur opende. Een opgeluchte zucht verliet haar mond toen ze concludeerde dat haar woonkamer veilig was. De grootste opgave stond haar in de gang te wachten. 
Charlotte duwde de obstakels voor de deur weg, waardoor een donkere, dunne rookwolk onder haar deur door kroop. Brand. Bijna gehypnotiseerd staarde ze naar de rook, terwijl haar ademhaling versnelde. Wat moest ze nu doen? Wat als het gangenhuis geblokkeerd was door het vuur? Wat als ze gevangen zat op de derde verdieping, met een Clicker en enkele Stalkers als gezelschap, terwijl het gebouw op instorten stond? Ze probeerde helder na te denken, maar de paniek leek haar gedachten te vertroebelen. Een ding was duidelijk: er was brand. Het was alleen onbekend waar de brand zich bevond. 
Zonder haar actie nog een keer te overdenken, omdat ze wist dat ze het moment dan alleen maar uit zou stellen, rukte ze de deur open. De rook sloeg haar tegemoet en bezorgden haar ogen een branderig gevoel. Hoestend wapperde ze met haar hand in de lucht, in een mislukte poging de rook te verdrijven. Haar andere hand hield ze voor haar mond, een actie die ze zich iets eerder had moeten bedenken. Ze wierp een blik om haar heen. Links van haar zag ze oranje vlammen aan het ouderwetse behang likken. Traag, maar tegelijkertijd beangstigend snel, kwam de vlammenzee dichterbij. De Clicker en haar buurmeisje hadden zich aan diezelfde kant bevonden, wat betekende dat ze in elk geval veiliggesteld was van het akelige wezen. Waar de overige geïnfecteerden zich bevonden was haar een raadsel. 
Met een zware ademhaling, rende Charlotte door de gangen. Ze woonde nu zo’n vijf jaar in het appartementencomplex, waardoor ze de met ogen dicht kon vinden. Iets wat erg praktisch was als er een verstikkende rookwolk om je heen hing. Tot haar opluchting hadden de vlammen de trappen nog niet bereikt. Haar ademhaling was zwaar en piepte, wat af en toe werd onderbroken door een oncontroleerbare hoestbui. Halverwege de tweede trap kwam Charlotte abrupt tot stilstand. Haar hart bonsde in haar keel en ze negeerde de drang om te hoesten. Met grote ogen keek ze naar de geïnfecteerde die ze een anderhalve trap lager bevond dan zij. Met zijn rug stond hij naar haar toegekeerd. Zijn hoofd was naar beneden gebogen en hij hield zijn handen voor zijn gezicht, terwijl hij jammerende geluiden uitkraamde. Als ze zacht genoeg was, kon ze hem doden. Ze hoefde er alleen maar voor te zorgen dat ze hem dodelijk verwondde. Makkie, toch? 
Behoedzaam liep Charlotte de trap verder af, steeds dichterbij het monster komende. De kriebel in haar keel werd steeds erger om te onderdrukken, maar uiteindelijk was dat niet hetgeen wat haar verraadde. Een derde explosie klonk, nog dichterbij dan de vorige. De trap onder haar voeten trilde en van schrik liet Charlotte een gil horen, terwijl ze voor grip naar de trapleuning reikte. De geïnfecteerde had zich naar haar toegedraaid, maar in diezelfde tijd was het glas van de deur naast hem gebarsten en kwam een zee van vlammen op hem af. De steekvlam verhitte de hele ruimte en kwam akelig dichtbij. Even gauw als het gekomen was, was het ook weer verdwenen. Vlammen omlijsten het trappenstelsel, terwijl de geïnfecteerde krijsend op zijn knieën zakte. Dit was haar kans. Charlotte rende de trap af, waarbij een nare steek door haar been trok en waardoor ze bijna struikelde. Zo probeerde de pijn zo goed mogelijk te negeren en racete zo snel ze kon naar beneden. Het gekreun en gesteun van de muren om haar heen gaven haar de indruk dat dit gebouw het niet lang meer zou volhouden. Ze kwam aan op de begaande grond, als kip zonder kop rende ze door de gang. De omgeving leek ze te vergeten, het enige wat ze nu nog wilde, was het bereiken van de uitgang. Alsof daar het einde was. Alsof daar haar veiligheid was. 
Met trillende handen, hoestend en met tranende ogen van de rook, pakte ze de deurklink vast. Ze duwde de deur open, zette nog een paar grote stappen tot ze voor haar gevoel ver genoeg van het gebouw vandaan was, om daar vervolgens op haar bovenbenen te steunen en luid te hoesten. Een klikkend geluid liet haar met grote ogen opkijken. Met een hoge snelheid kwam het monster op haar afgerend en voor een moment had Charlotte gedacht dat daarmee het einde was gekomen. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het leek erop dat de het explosieve gebied zich beperkt had tot de gebouwen om hem heen. Hij hoefde maar enkele honderden meters te lopen om veilig te zijn van de vlammen die de lucht om hem heen vulden. De vuurzee had er in ieder geval voor gezorgd dat de drukte afnam. Het grootste deel van de mensen en geïnfecteerden vluchtte bij het vuur vandaan, vermeden het gebied waarin het vuur hevig brandde. Dat maakte dat de straten relatief rustig begonnen te worden, met hier en daar nog een verdwaalde Clicker of iets vergelijkbaar gruwelijks. Hij was dan ook niet verrast toen hij het klikkende geluid in een straat links van hem hoorde en hij was er dan ook bijna voorbij gelopen om geen aandacht van het ding te trekken, toen iets in zijn ooghoek zijn aandacht trok.
Het meisje. Of liever gezegd, de jonge vrouw. Ze zou het volgende slachtoffer van het geïnfecteerde wezen worden, als hij niet snel ingreep. Het was een geluk voor haar dat hij wist wat te doen, dat hij geen onervaren burger was maar zelfs training had gehad met wapens. In een soepele beweging greep Dean het wapen dat langs zijn heup hing, richtte het op de snel vooruit bewegende Clicker en vuurde. De kogel schoot de knieschijf van het menselijke, maar niet echt menselijke wezen aan gort en bracht het grotendeels tot stilstand. Zo kreeg Dean tijd om dichterbij te komen, beter beeld te krijgen op het door schimmel overgroeide gezicht van het mensachtige ding. Dan kon hij tenminste richten op een deel dat níet door de schimmel overgroeid was en er een einde aan maken. Met één goed gericht schot joeg hij de geïnfecteerde dan ook naar het volgende leven, waarna hij zijn pistool wegstopte en naar de jongedame toesnelde. Een snelle inspectie vertelde hem dat ze uit één van de brandende gebouwen was komen lopen, waarschijnlijk degene achter haar, waar de vlammen nu gevaarlijk dichtbij leken te komen. Geen bijtwonden, dat was in ieder geval een goed teken. Waarschijnlijk had ze de schimmel niet in kunnen ademen, die leek niet te kunnen verspreiden in een hete omgeving als die waar ze net uit was komen lopen. Hij pakte haar bovenarm zonder aarzelen en trok haar overeind. 'Geen tijd om te blijven zitten en ademhalen,' zei hij. Als hij dan tenminste dit kon doen, tenminste één iemand kon redden van de domme keuze om naar het centrum te gaan, moest dat maar. Buiten de stad zouden ze veel veiliger zijn. 'Kan je zelf lopen?' Er leek niets met haar aan de hand te zijn, maar het constante inademen van rook kon een negatief effect hebben op de lichaamsfuncties. Beter van niet, dan moest hij haar alsnog hier achter laten. Dat voelde niet goed.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Haar lichaam schokte bij het horen van de harde knal. Het monster voor haar zakte onderuit en kraamde een krakend gegil uit. Bloed vloog door de lucht en besmette de vloer om het wezen heen. Een golf van misselijkheid trok door haar heen toen ze ontdekte dat het niet alleen bloed was wat door de lucht slingerde, maar dat er ook stukjes schimmel en vlees bij zaten. Een rijk getatoeëerde jongeman verscheen vanuit een van de zijstraten. Onverschrokken ging hij voor de geïnfecteerde staan en zonder enig teken van twijfel loodste hij een kogel door het hoofd van het wezen heen. De krachtige kogels lieten niet veel over van het hoofd en ontnam het wezen daarmee zijn leven. 
De jongeman wierp een vluchtige blik op haar, leek haar te onderzoeken op eventuele bijtwonden. Ze kon hem geen ongelijk geven. Hij zou zichzelf enkel in gevaar brengen als hij een pas gebeten persoon zou helpen. Met grote passen stapte hij op haar af en met een stevige greep pakte hij haar bovenarm vast en trok hij haar met zich mee. Opnieuw schoot er een pijnschoot door haar been heen. Ondanks dat ze het voor elkaar kreeg om haar voeten te verplaatsen, ging het niet zonder enige pijn. Terwijl hij zijn vraag stelde, wierp Charlotte een blik op haar been. Nu pas zag ze hoe de onderkant van haar rechterbroek wat verschroeid was en er een roodgekleurde huid onder verborgen zat. Schijnbaar was de steekvlam ver genoeg gekomen om haar been te raken. 
Charlotte knikte, hoestte nog een keer en probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen. Ze versnelde haar pas om mee te kunnen komen met de jongeman en de greep rond haar arm wat minder te maken. Zodra ze een tijdje naast hem liep, liet hij haar arm uiteindelijk los. Ze wilde hem bedanken, hem vragen waarom hij haar geholpen had. Ze wilde weten waar ze naartoe zouden gaan, wat de mogelijkheden waren. Ze wilde weten waar hij geleerd had om zo met een wapen om te gaan of waar hij het wapen überhaupt vandaan had. Maar haar stem sloeg aan op elkaar en elke keer als ze een poging wilde doen om te praten, kwam er een kriebelhoest omhoog waardoor ze buiten adem raakte. 
De chaos om hen heen was niet minder geworden. Sterker nog, het was alleen maar erger geworden. Lijken lagen op de grond. Niet alleen geïnfecteerden, maar ook mensen. Volwassenen, ouderen, maar zelfs kinderen. Sommigen knielden huilend bij een naaste neer, anderen renden juist huilend bij hen weg. Dat tweede voelde wreed, maar was wel datgeen wat nodig was in deze brute wereld. 
Charlotte verminderde haar pas toen ze doorkreeg waar ze naartoe liepen. In de verte zag ze de grote poort al staan, waarachter de duistere wereld schuilging. Charlotte schudde haar hoofd. ‘Daar kan ik niet naartoe.’ Haar stem klonk zacht en hees en bezorgde haar een nieuwe hoestbui. 
De tattoo-man draaide zich wat geïrriteerd naar haar om. Zijn blik was ernstig en streng, maar niet op een gemene manier. Zijn strenge blik leek voort te komen uit zorgzaamheid. ‘Daar heb je meer kans op overleven dan hier.’ 
Charlotte wilde tegenstribbelen. Ze wilde geloven dat dit haar veilige haven kon blijven, dat ze hier rustig kon voortbestaan. Maar een korte blik om haar heen bood haar kraakhelder de waarheid. Deze plek was verloren. Hier was het minstens net zo erg als achter de muren, maar hier waren ze opgesloten. 
De jongeman leek in dilemma te zijn of hij haar achter moest laten of niet. Hij leek zijn acties te overdenken, maar voor hij een keuze hoefde te maken, knikte ze. Ze klemde haar kaken op elkaar en liep met grote passen verder. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



De wereld om haar heen stond op instorten, maar ze leek niet door te hebben dat er van haar veilige haven niets meer over was. Wilde ze echt hier blijven? Hij snapte er helemaal niets van, maar hij was dan ook niet zo gehecht aan deze stad als zij dat misschien was. Als ze te lang twijfelde, moest hij haar hier wel achterlaten. Sowieso, als haar situatie niet verbeterde, zou ze over enkele uren toch wel ingehaald worden door de agressieve geïnfecteerden. Het hoesten en haar verwondingen hielden haar zeker tegen, maar Dean wilde haar nu niet meer achterlaten. Niet nu hij haar al meegenomen had naar de rand van de stad. Ergens was hij dan ook opgelucht dat ze uiteindelijk knikte en weer met hem mee liep. Hij paste zijn tempo nu ietwat aan, zodat ze niet meer ongelofelijk veel snelheid hoefde te maken om hem bij te houden. Ze waren de dikke muren nu voorbij en het leek hier beduidend rustiger. Logisch, alle geïnfecteerden waren nu in wat voor kort een quarantaine-zone was. Hij knikte naar de stad die ze nu achter zich begonnen te laten. 'Daarbinnen is het nu een feestmaal. De muren hebben je jarenlang beschermd, maar nu sluiten ze iedereen die niet snel genoeg naar buiten kan komen, geheel in.' Hij keek even naar het meisje naast hem. Hoewel hij haar al eerder gescand had voor bijtwonden en eventuele dingen die haar overlevingskansen in de weg stonden, had hij haar nog niet daadwerkelijk bekeken. Ze had, los van haar overduidelijke onervarenheid en hechting aan de stad die ze achter zich aan het laten waren, wel wat over zich. Een soort vechtlust. Dat had hij gezien op het moment dat ze knikte en met hem mee was gelopen.
Enkele honderden meters buiten de brandende stad, hield hij even halt. Met een geoefende blik bestuurde hij zijn omgeving, waarna hij een met inkt gesierde hand naar de jongedame uit stak. 'De naam is Dean.'
'Charlotte,' antwoordde ze op de ongestelde vraag naar haar naam. Hij knikte, stil voor zichzelf hopend dat hij er niet slecht aan deed haar naam te leren. Namen zorgden al voor een soort zwakke band. Stierf ze, zou hem dat wat doen. Hechting was één van de meest gevaarlijke dingen in een wereld als deze. Hij haalde diep adem. 'Enkele kilometers verderop is een soort van bunker waar we voor nu heen kunnen. Heb je enige ervaring met wapens?'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Dean had gelijk. Binnen de muren van haar oude thuis, was het nu een feestmaal. Zonder zijn hulp was het haar niet eens gelukt te ontsnappen. Toch was het moeilijk te bevatten wat het betekende. Jarenlang had ze de toestand genegeerd. De wereld was nooit hetzelfde geweest, de angst was altijd op de achtergrond aanwezig geweest, maar Charlotte had haar angst nooit onder ogen willen komen. De trauma’s van de eerste maanden in alle chaos waren genoeg geweest om haar te tekenen voor het leven. De nachtmerries hadden haar jarenlang geteisterd, maar daar had ze mee kunnen leven zolang ze binnen de veilige muren zat. Zolang ze wist dat ze niet meer voor de monsters hoefde te vluchten. 
Charlotte leunde met haar handen op haar bovenbenen, bijkomend van de vrij korte tocht die ze achter de rug hadden. Ondanks dat Charlotte had geprobeerd haar conditie op pijl te houden, was het er niet al te best mee gesteld. Al had de rook daar waarschijnlijk ook een negatieve invloed op. Ze schudde haar hoofd op antwoord op zijn vraag. ‘Nee. Bij de uitbraak was ik nog maar negen jaar. Mijn vader wilde niet dat ik een wapen gebruikte.’ Achteraf had ze hem ook geen ongelijk kunnen geven, het was onverstandig om een kind met een wapen rond te laten lopen. Bij haar was het gelukkig niet nodig geweest. Haar familie was er geweest om haar te beschermen. Haar moeder, vader en oom. Haar broer, die toen veertien was geweest, was spoorloos. Ze hadden naar hem gezocht, maar nooit hadden ze hem gevonden. Charlotte zou het moment dat haar vader besloot om te vertrekken zonder hem nooit vergeten. Hij had gelijk gehad, als ze langer hadden gewacht, waren ze waarschijnlijk overleden. Helaas was hun einde nu niet veel rooskleuriger. 
Dean knikte, haar antwoord leek hem niet zozeer te verbazen. Hijzelf had duidelijk wel ervaring met wapens. Ze vroeg zich af hoe lang hij buiten de muren was geweest, want het was duidelijk dat hij er bekend mee was. Niet alleen had hij de Clicker in korte tijd weten de doden, ook wist hij van een bunker dat hier niet ver vandaan was. 
‘We moeten verder,’ constateerde hij. Het was duidelijk dat hij de korte stop had ingelast voor haar. Hijzelf leek amper uitgeput, terwijl haar ademhaling opgejaagd was en zelfs een piepend geluid maakte. Charlotte klemde haar kaken op elkaar en begon weer te lopen. Bij de eerste stap vertrok haar gezicht ietwat, maar daarna herpakte ze haarzelf goed. Dean ging voorop en wees de weg. Hij keek achterom, terwijl hij een tak aan de kant schoof. ‘Ik kan het je leren.’ Het was een voorstel, maar toch klonk het niet zozeer als een vraag. 
Onbewust trokken haar gedachten terug naar de gebeurtenissen van een paar minuten geleden. Het moment dat ze het mes in haar handen had gehad, maar niet in staat was geweest om de Clicker, noch de Stalker, neer te steken. Het moment dat de kogel het bloed door de lucht liet vliegen en de Clicker om liet vallen. Het idee stond haar niet aan, maar ze wist dat ze op een dag in staat moest zijn het zelf op te nemen tegen de geïnfecteerden. Op een dag zou ze er alleen voor staan. ‘Graag,’ antwoordde ze. Hoewel graag misschien niet het goede woord was, wist ze dat het nodig was. Ze wierp haar blik tot de getatoeëerde man. Ze was ontzettend dankbaar dat ze hem was tegengekomen. Of eerder dat hij háár was tegengekomen en had besloten dat ze het waard was om gered te worden. Maar, waarom? 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was misschien beter geweest voor zijn eigen overlevingskansen als hij haar in die stad achter had gelaten, bedacht Dean zich tijdens het wachten. Charlotte leek nu al moeite te hebben met ademhalen en als dat zo bleef, als zij zo gewend was aan het relatief luie stadsleven, viel er nog veel werk te doen voordat ze überhaupt een kans zou maken. Waarom had hij haar dan niet gewoon achtergelaten in de stad? Dean zijn gezicht vertrok een beetje toen hij die vraag aan zichzelf stelde. Makkelijker gezegd dan gedaan. Het zou zo veel simpeler zijn als hij net zo harteloos was als sommige mensen. De rug naar de mensheid toe kon keren en in zijn eentje kon leven, zonder een schuldgevoel. Het was voor Dean simpelweg geen optie geweest om het meisje niet te redden, toen hij haar eenmaal had zien zitten. Betekende ook dat hij haar nu niet meer achter zou kunnen laten, dat leverde hetzelfde resultaat op.
Hij wachtte dus ook -redelijk- geduldig tot zij weer op adem was gekomen, voordat hij begon te lopen in de richting die hij daarvoor had aangewezen. Opnieuw hield hij rekening met de jongedame die een beetje achter bleef. Hij begon nog langzamer te lopen, liet haar het tempo bijna bepalen. Het langzame tempo maakte hen wel een makkelijke prooi en guess what, dat ging Dean niet laten gebeuren. Hij haalde het pistool, dat hij opgeborgen had gelaten sinds hij Charlotte mee had genomen, weer tevoorschijn en laadde het door, zodat hij direct zou kunnen schieten wanneer er ergens een verdachte beweging was.
Het was in ieder geval iets dat ze bereid leek te zijn om wat te leren. Het zou zwaar zijn, al helemaal omdat hij geen leraar was. Dean had zijn vaardigheden deels al geleerd voordat de chaos losgebroken was. Als kleine jongen was hij door zijn vader al getraind. De knettergekke oude man had al jaren verkondigd dat een hel als deze los zou barsten. Dean zijn vader was dan ook één van de eersten die onderdoor ging aan de schimmel. Typisch, maar het had Dean een goede basis gegeven om te overleven. Natuurlijk kon dat niet voor iedereen zo zijn,
Af en toe wierp hij een blik opzij. om te checken of Charlotte het nog volhield. Daar viel weinig van te zeggen. Hij hoorde haar ademhaling nog duidelijk en ze schoten daadwerkelijk voor geen meter op. Hij tikte op haar schouder. 'Ik wil je op geen enkele manier opjagen, maar we moeten eigenlijk wel een beetje opschieten.' Hij was van plan haar een arm ter ondersteuning aan te bieden, maar toen hoorde hij het geluid achter zich. Met een ruk draaide hij zich om en daar was inderdaad hetgeen dat hij het liefste niet gezien had: Een geïnfecteerde. Het klikkende geluid voorspelde weinig goeds, al helemaal omdat er rechts van hen nog één opdook. Dean vloekte binnensmonds. 'Wijziging van het plan, blijf vooral stil liggen,' waarschuwde hij Charlotte nu, waarna hij haar zonder nog te twijfelen over zijn schouder tilde en met één arm stevig vasthield. Gelukkig was zij niet al te zwaar en hij redelijk getraind, anders had dit niet gewerkt. Hij begon harder te lopen, een soort van drafje, terwijl hij eerst op de Clicker rechts van hen schoot. Het monsterlijke wezen stortte neer, levend maar niet in staat de achtervolging voort te zetten. Achter hen waren er nog meer, minstens twee, maar Dean kon het zich niet permitteren om nu om te draaien en te richten. Enkele meters verderop was een ingang naar de ondergrondse bunker, als ze dat haalden waren ze veilig.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Nog voor ze een reactie had kunnen geven, had hij haar over zijn rug gegooid. Een blos van schaamte verscheen op haar gezicht en ze was blij dat hij het niet zag, want dat zou het enkel erger maken. Al was dat wel het minste waar ze zich zorgen over maakte. Doordat ze over zijn schouder lag, kon ze de Clicker goed zien, maar ook hoe dichtbij hij kwam. De wezens waren weerzinwekkend snel. De takken die in hun gezicht sloegen, leken hen niks te doen. Een schot werd gevuurd en niet veel later zag ze hoe de geraakte Clicker achterbleef op de grond. Het ding krijste als een gek, een oorverdovend geluid dat haar oren liet piepen. Nog twee geïnfecteerden bevonden zich achter hen, een Clicker en een transformatie die in de overgangsfase zat. Het maakte een klikkend geluid, maar haar gezicht was nog niet volledige met schimmel bedekt. Op dit moment had Charlotte gewild dat ze met een wapen overweg had gekund. Dan had ze de wezens neer kunnen schieten en henzelf in veiligheid kunnen brengen. Nu was er niets wat ze kon doen. Zelfs wanneer Dean gek genoeg was om zijn wapen aan haar af te staan, zou ze niet weten hoe ze het moest gebruiken. Ze had geen idee hoe ze een wapen moest laden, klaar moest maken voor schot en om vervolgens nog goed te richten. 
De Clickers begonnen hen in te halen. Ze waren sneller dan dat zij waren. Waarom liet hij haar niet vallen? Ze vertraagde hem enkel. Ze kon hem niets bieden, ze was een volstrekte vreemdeling in deze wereld. Ze was naar enkele verplegingslessen geweest, maar in levensbedreigende situaties was dat niet genoeg. Ze wist hoe ze een wond moest ontsmetten en hoe ze een wond moest verbinden, maar daarna hield het wel zo’n beetje op. 
Charlotte sloot haar ogen, te bang om te zien hoe de wezens alsmaar dichterbij kwamen. Ze stribbelde niet tegen, wetende dat dat het alleen maar zou verergeren. In plaats daarvan hield ze zich stil en kon ze enkel hopen op het beste. Kort kwam Dean tot stilstand. Haar hart sloeg een slag over, bang dat dit het einde was. Ze opende haar ogen en zag hoe er nog geen tien meter afstand was tussen de Clicker en hen. Dean zette twee vlugge stappen, draaide zich om en trok de deur snel dicht. Het duurde nog geen twee seconden voor ze de Clickers tegen de muur hoorde bonzen. Dean liet haar zakken, nu zelf ook licht buiten adem. Charlotte’s benen trilden lichtjes toen ze weer op de grond stond en wat verwonderd keek ze naar Dean. Ergens kon ze hem wel een knuffel geven, zo dankbaar was ze hem, maar toch hield ze zich in. Dat was misschien toch iets te ongemakkelijk. 
Moeizaam slikte Charlotte. ‘Dankje,’ zei ze, waarna er een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. ‘Dat is al de tweede keer vandaag dat je me gered hebt.’ Zonder hem was ze kansloos geweest. Charlotte leunde tegen de muur achter haar en tilde haar been iets op, om het iets minder te belasten. Ze wierp een blik om haar heen. Ze stonden in een gang, die eindigde in een trap naar beneden. Op de muur waren graffiti-tekeningen gemaakt. Sommigen waren vervaagd van ouderdom, waar met felrood het Firefly-logo overheen gespoten was. Dean wenkte naar de gang. ‘Kom, beneden is het veiliger.’ 
Charlotte knikte en volgde hem naar de trap. ‘Hoe wist je dat dit hier zat?’ vroeg ze. De trap naar beneden leidde tot een grote opbergplaats. Enkele stellingen stonden tegen de muur geplaatst en tegen de achterste muur waren stapelbedden geplaatst. Het zag ernaar uit dat deze plek vaker gebruikt werd als schuilplaats. Het verbaasde haar dat er nog niet meer mensen waren die de bunker gevonden hadden. 
Hadesu
Wereldberoemd



Uiteindelijk hadden ze het net gehaald en Dean wist dat zijn lichaam het ook niet veel langer vol had gehouden. Hij haalde zelf ook een paar keer diep adem terwijl hij de Clickers aan de andere kant van de deur nog steeds pogingen hoorde doen om naar binnen te komen. Hier was het veilig. Deze ruimte was dan misschien niet in permanent gebruik, het was er veilig en Dean verwachtte dat er in de loop van de dag nog wel meer mensen deze kant op zouden komen.
Ze liepen naar het dieper gelegen gedeelte van de bunker en daar bleek inderdaad wat hij had gedacht: Het ondergrondse gebouw was verlaten, al een tijdje zelfs. Niet gek ook, de veilige stad was hier vlakbij geweest, wie zou het dan verkiezen om in een groezelige bunker te slapen, als er in de stad ruimtes beschikbaar gesteld werden voor reizigers? Dean blies wat stof van een plank, al had het niet veel nut. Hij hurkte en bestudeerde de grond, die vrij leek te zijn van recente voetsporen. 'We kunnen hier in ieder geval een dag of twee blijven, totdat jij een beetje bekomen bent van de vlucht uit de stad en hersteld bent.' Hij keek haar niet echt aan terwijl hij een verdere inspectie van de ruimte deed. Er stonden nog enkele blikken met ingemaakt voedsel. Bonen, ingeblikte groentes en zelfs nog wat zout vlees. Voordat de stad hier als veilige zone werd bestempeld, was dit één van de belangrijkere veilige bunkers van de Firefly-organisatie. Hij streek even met zijn hand over het felrode logo, dat ook hier op de muur gespoten was. Nu zouden ze het proviand in deze verlaten bunker niet meer zo vaak aanvullen.
Charlotte kuchte even, alsof ze zijn aandacht wilde trekken. De vraag die ze eerder gesteld had, kwam weer bij hem boven. Hij haalde zijn schouders op. 'Ik heb nogal veel gereisd voordat ik in een veilige zone ging wonen. Ik ben bekend met een heleboel van dit soort bunkers, al is de informatie tegenwoordig een beetje achterhaald.' Hij tikte op de zijkant van een bed. 'Maar ik ben niet de enige die weet dat deze plek hier is. Nu de stad gevallen is, is er een grote kans dat er meer mensen hierheen zullen komen. Als ik jou was, zou ik niet wachten met het claimen van een matras, anders lig je misschien op de grond.'
Hij was nog niet klaar met spreken, of hij hoorde knallen boven, gevolgd door een naar geluid van iemand die om het leven kwam. Iemand had de Clickers bij de deur om het leven gebracht. Direct was Dean in volle staat van paraatheid, als er nu al meer mensen kwamen, ging het druk worden. 'EHBO-spullen staan misschien nog daar,' zei hij snel, met een knikje naar een kast in de hoek. Hij wist niet of ze iets met dat been van haar moest, maar nu kon het nog. Zelf liep hij alweer naar de trap, met zijn pistool nog steeds in de hand.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



We. Hij wilde samenblijven, iets waar Charlotte alleen maar dankbaar om kon zijn. Dean had duidelijk ervaring met het leven buiten de wereld en dat was haar nu al twee keer enorm goed van pas gekomen. Charlotte vreesde dat ze het nog geen dag zonder hem uit zou houden en daarom was ze blij dat hij het besluit had genomen om, voorlopig tenminste, bij elkaar te blijven. Braaf luisterde ze naar wat hij gezegd had. Ondanks de geluiden die van boven klonken, liep Charlotte richting de kast in de hoek. Met een krakend geluid opende ze de deur. Er stond een behoorlijke voorraad. Niet alleen verband, maar ook zalfjes, medicijnen en zelfs enkele vitaminen. Ze kon de stemmen door de gang horen echoën, gevolgd door vluchtige voetstappen. Charlotte pakte enkel datgene wat ze dacht nodig te hebben: een schaar, een doek, een fles water en verband. Ze draaide zich tot de gang waar de trap zich in bevond en kon zien hoe een groep van vier personen aan kwam rennen. Bloedspetters, hoogstwaarschijnlijk van de geïnfecteerde, besmeurden hun gezichten. De eerste persoon die ze zag, was een man van middelbare leeftijd. Hij had een nors gezicht en een beginnend baardje. Achter hem liep een man van ongeveer dezelfde leeftijd, die een jong meisje op de arm had. Ze moest een jaar of zes zijn, in elk geval jong. Als laatste volgde er een vrouw van rond de dertig. Er leek niemand ernstig gewond, maar het meisje was luidkeels aan het huilen. De man stopte toen hij Dean zag en richtte zijn blik daarna op Charlotte. Hij knikte kort ter begroeting. ‘Ook gevlucht?’ 
Charlotte knikte. Dean daarentegen bestudeerde de mensen goed. ‘Geen infecties?’ 
De man die het meisje op de arm had schudde zijn hoofd. ‘We zijn niet geïnfecteerd,’ antwoordde hij, waarna hij het blonde meisje op de grond zette. Huilend liep ze naar de vrouw, waar ze haar smalle armpjes omheen sloeg. Charlotte liep richting een van de stapelbedden en ging erop zitten, terwijl ze de spullen naast haar neer legde. Het gebonk was goed hoorbaar, een teken dat er nog steeds geïnfecteerden hun best deden om binnen te treden. Als het ze lukte, hadden ze een groot probleem. Ze hoopte maar dat de bunker sterk genoeg was om de geïnfecteerden buiten te houden. Dean en de bebaarde man, die duidelijk de leiding leek te nemen in het groepje, wisselden wat woorden. Ze probeerde haar aandacht erbij te houden, de informatie die ze deelden klonk belangrijk. Ondertussen wierp Charlotte een blik op haar been. Ze pakte de schaar en knipte haar strakke broek iets in, waarna ze het voorzichtig oprolde en een betere blik kon werpen op haar verbrandde huid. De huid was rood en vlekkerig van kleur. Hier en daar waren blaren te zien, waarvan sommige open waren gesprongen. De wond begon iets boven haar enkel en liep door tot halverwege haar scheenbeen, maar was vrijwel alleen aan de voorkant verbrand. Ze pakte het doek en maakte het nat met water. Voor ze het doek op haar wond drukte, klemde ze haar kaken op elkaar. Een brandend en stekend gevoel trok door haar onderbeen. Met uiterste moeite probeerde ze een kreun tegen te gaan en vermeed ze het om de aandacht van het gesprek op haar te richten. Ze had al meer dan genoeg om hulp gevraagd. Echter kon ze een zacht, sissend geluid niet onderdrukken. Charlotte kneep haar ogen dicht, maar hield het doek tegen de wond gedrukt, in de hoop het iets te kunnen verkoelen. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Vier nieuwe mensen, nu al.. Dat beloofde nog wat voor het verdere verloop van de dag, aangezien er maar twintig matrassen in de ruimte beschikbaar waren. Mensen zouden matrassen moeten delen, als het zo door ging. Hij liep naar de man met het bebaarde gezicht, aangezien die het meeste op een leider leek. Na wat snelle introducties was Dean erachter dat de twee mannen ook reizigers waren, die eigenlijk alleen maar voor korte tijd in de stad waren geweest. De vrouw en het kleine meisje hadden ze onderweg opgepikt toen ze op weg naar buiten waren, net zoals hij Charlotte onderweg opgepikt had. Over Charlotte gesproken, hij hoorde een sissend geluid uit haar richting komen en draaide zich even om naar haar, checkte of alles nog goed ging. De wond op haar been zag er naar uit, maar niet levensbedreigend. Hij wilde er even naartoe lopen om te zien of hij kon helpen, maar voor hij de kans daartoe kreeg stond de jonge vrouw op van het matras dat zij en het meisje geclaimd hadden om bij Charlotte te gaan zitten. Zo kon de vrouw haar helpen en kon Dean zijn gesprek met de leider van dit groepje voortzetten. Aangezien Dean al twee jaar in de stad woonde, was zijn informatie redelijk achterhaald. Gelukkig was Derek, de man met het baardje, niet terughoudend in zijn informatie. Er lag een ietwat verouderde kaart in deze bunker en die pakten de twee mannen erbij, om op deze manier locaties van bunkers en schuilplaatsen te updaten. Dit was een kaart die sowieso al door de Firefly-organisatie gebruikt was, dus de meeste bunkers stonden er wel op aangegeven. Sommigen waren echter in onbruik geraakt, zoals deze, of overlopen door geïnfecteerden. Derek vertelde dat ze van plan waren om naar een andere stad te gaan, zodat ze moeder en kind daar in ieder geval veilig achter konden laten voordat ze hun eigen reis voortzetten. Dean gaf toe dat hij nog niet wist hoe ze verder moesten. Charlotte was sowieso gewond en dus zouden ze hier nog wel even moeten blijven, maar hoe ze daarna verder gingen wist hij nog niet.
'Eventueel zouden jullie nog wel een stuk met ons mee kunnen reizen, de stad is misschien voor haar ook wel een betere plek dan hierbuiten,' stelde Derek voor. Dean knikte bedachtzaam, schreef het idee in ieder geval mentaal op. Hij zou het sowieso eerst met Charlotte bespreken, voordat hij zomaar plannen ging maken. Hij wist ook niet hoe lang het zou duren voordat zij weer een beetje op de been was, misschien waren deze mensen tegen die tijd al lang weer onderweg.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het matras naast haar zakte iets in, als gevolg van een persoon die naast haar kwam zitten. Het was de jongedame die niet veel eerder met de groep de bunker in was gekomen. Het was de vraag hoeveel er nog zouden volgen. 
‘Mag ik eens zien?’ vroeg de vrouw. Aarzelend keek Charlotte naar haar been, waar ze het doek nog altijd tegenaan gedrukt hield. Voorzichtig haalde ze de stof eraf, waardoor de rode, gevoelige huid weer zichtbaar werd. Kort wierp Charlotte een blik op de vrouw naast haar, die haar been goed bestudeerde. Er lag een gefocuste blik op haar gezicht, waarmee ze kort knikte. ‘Je hebt het niet direct verkoeld, of wel?’ 
Charlotte schudde haar hoofd. ‘Daar was geen tijd voor.’
‘Snap ik,’ zei ze, ‘maar het zal daardoor iets langer duren voor het genezen is en de kans op een litteken is daardoor groter. Probeer de wond zo vochtig mogelijk te houden, slaap desnoods vanavond met een nat doek erom, dan zal het met een paar weken wel genezen zijn. Met een beetje geluk is de pijn met een paar dagen zelfs al weg.’
Dat viel mee. Ergens voelde Charlotte zich een aansteller. Haar brandwond had haar afgeremd, waardoor Dean haar zelfs had moeten tillen met gevaar voor eigen leven. Dat terwijl de wond niet eens zo erg was en ze niks verzwikt had of wat dan ook. Waarom had ze zichzelf er dan door laten afleiden? Het antwoord was duidelijk: ze was niks gewend. ‘Bedankt,’ zei Charlotte, terwijl ze het doek voorzichtig weer tegen haar scheenbeen drukte. ‘Hoe weet je dat allemaal?’
Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht, terwijl ze haar armen om het meisje sloeg dat bij hen was komen staan. ‘Ik ben verpleegkundige. Ik weet lang niet alles, maar met brandwonden kan ik nog redelijk weg komen.’ Misschien, maar iets in Charlotte zei haar dat ze zich bescheiden voor hield. ‘En jij?’
Sinds de uitbraak was er veel veranderd. Veel banen hadden geen prioriteit meer en school was ook heel anders geweest. Vooral in de eerste maanden dat Charlotte zich in de veilige haven had bevonden, was het een grote chaos geweest. Niemand had geweten hoe ze de draad weer op moesten pakken en school was niet bepaald de hoogste prioriteit. In die tijd had Charlotte vooral klusjes moeten doen. Voorraad tellen, dozen verplaatsen en dat soort dingen. Pas na een half jaar werden er langzaam klassen opgericht. Rond hun veertiende was het de bedoeling dat ze bepaalden wat ze wilden gaan doen in de toekomst. De meeste mensen vervulden een beroep dat paste binnen het leger. Niet alleen om de muren te bewaken, maar ook zaken als administratie binnen het leger. Charlotte had zich er het liefst zo ver mogelijk buiten gehouden. ‘Ik gaf les,’ zei ze. ‘Ik vind het onderwijs erg belangrijk en wilde ook gebruik maken van de mogelijkheid om kinderen de gevaren om hun heen te laten vergeten.’ Soms lukte het, maar er was altijd wel iets wat wees op de duisternis om hen heen. 
Een vriendelijke glimlach verscheen op haar gezicht. ‘Dat is een mooie gedachte.’ 
Nog een tijdje praatte de twee verder. Hun onderwerpen waren niet heel diepgaand, maar het was een fijne afleiding. Het idee dat haar veilige leven over was, was een gedachte die ze liever nog een tijdje buitensloot. Ze voelde zich niet klaar voor deze wereld en ze vroeg zich af hoelang Dean zin had haar te beschermen. Ze had sowieso geen idee hoe ze na vandaag verder zouden gaan. Als Dean klaar zou zijn met zijn overleg, dan zou ze hem ernaar vragen. Althans, dat nam ze haarzelf voor. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Er verstreek wat tijd waarin Dean de nieuwe kaart in zich opnam. Hij en Derek wisselden ook wat woorden over hun groep, al hield Dean het een beetje vaag waarom hij Charlotte nou precies meegenomen had. De vrouw bleek overduidelijk bekwaam te zijn in het verplegen van mensen, wat hem deed afvragen wat Charlotte nou eigenlijk had gedaan voordat de stad overlopen was. Hij zou haar later nog wel eens wat meer vragen over wie ze nou was.
Uiteindelijk vielen de gesprekken in de ruimte een beetje stil, toen er boven ineens een gegil klonk. Direct sprongen Derek, Dean en de andere man op. Ze hoefden elkaar maar één blik toe te werpen om van elkaar te weten wat ze gingen doen. Hij trok zijn pistool en liep de gang door, naar de beveiligde deur. Er werd wanhopig op gebonsd. Met een knikje naar Derek opende Dean hem en hij zette een stap aan de kant. Een vrouw van rond de 25 jaar viel naar binnen, met op haar rug een Clicker die zijn best deed haar rug open te halen en haar in de hals te bijten. Er werden schoten gelost en het geïnfecteerde wezen liet zijn prooi los toen het dood neerviel. De vrouw lag snikkend op de grond, maar er was geen tijd om haar te kalmeren. Dean liep naar de deur, controleerde de omgeving en schoot nog op enkele geïnfecteerden die door het geluid hun kant op begonnen te komen. Het gegil van de vrouw had de omgeving nog meer opgeschrikt en Dean verwachtte dat de rust niet snel terug zou keren. Al helemaal niet als er hier mensen naartoe bleven rennen.
'Dean.' Derek noemde zijn naam, dus Dean sloot de zware deur en draaide zich naar de mannen, die over de rug van de snikkende vrouw gebogen stonden. Hij wilde wat zeggen, maar net op dat moment kwamen de dames die in eerste instantie beneden waren gebleven, ook naar boven. Één blik werd geworpen op het kleine meisje en Derek klemde zijn lippen op elkaar. In plaats daarvan schudde hij slechts zachtjes zijn hoofd. De vrouw was gebeten en zou binnen enkele uren een gevaar voor de mensen in de bunker worden. Ze moesten van haar af.

@Amarynthia 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste