Bellamy schreef:
Het was een rustige avond geweest in huize Cruorem. Enkele bloedoffers werden gemaakt maar niets wat zo anders was dan andere dagen. Kenna liet het warme water over haar huid glijden. Ze zeepte haar lichaam in en luisterde aandachtig mee met de ruzie tussen haar broer en zijn vriendin. Ze vond het vermakelijk en ze had op het moment niet veel beter te doen. Ze waste enige bloedresten uit haar haren waarna ze de kraan dichtdraaide en uit de douche stapte. Ze trok de handdoek van het rek af en sloeg deze om haar lichaam heen waarna ze naar haar kamer liep. Het water drupte van haar haar op de grond maar het kon haar niets schelen. Ze liep naar haar kast en wilde de lade open trekken toen er op haar kamerdeur geklopt werd. Ze zuchtte diep en rolde haar ogen "One second" Ze sloeg haar handdoek wat beter om zich heen waarna ze richting de deur keek. "Come in" Ze zag hoe de deur geopend werd en hoe haar moeder de kamer in stapte. Een gevoel van opluchting overviel haar aangezien het ook haar broer of vader had kunnen zijn en dat had ze niet bepaald prettig gevonden. Ze droogde zichzelf vluchtig af en trok haar ondergoed aan. Ze had voor haar moeder immers niets te verbergen. "I need you to do me and your father a favor" Ze keek naar haar moeder en likte haar lippen. "Your two brothers and your cousins haven't been back from their hunt yet. Would you mind going out to look for them? No one knows their hidding places as good as you do" Een geïrriteerde zucht verliet haar lippen waarna ze zich snel in haar kleding schoot. Ze zou haar moeder amper tegenspreken en ook vandaag niet. Ze gaf haar moeder een knik als teken dat ze akkoord zou gaan met wat haar moeder haar vroeg. Haar moeder gaf haar een kus op haar voorhoofd waarna ze naar de deur liep "Be safe" Haar moeder gaf haar een kort knikje en liep de kamer uit.
Niet veel later rende ze door het bos heen op zoek naar haar broers en neefjes. Ze kamde elk hoekje van hun terrein uit maar nergens was een teken van de jongens. Ze rende verder, dieper het bos in. Ze bleef door rennen tot ze bij de rivier aan kwam. Aan de andere kant van de rivier lag het reservaat van de wolven. Ze was er een enkele keer geweest maar niet in het diepst van de nacht. Ze sloot haar ogen en focuste om het geluid om zich heen. om enige stemmen of geluiden op te kunnen pikken. Ze wilde het net opgeven toen ze het gelach van haar broertje hoorde. En ja natuurlijk kwam het geluid van het wolvenreservaat. Ze sprong gemakkelijk de rivier open en begon te rennen, naar waar het geluid vandaan kwam. Een slecht gevoel bekroop haar onderbuik maar haar moeder zou zeker niet blij zijn als ze terugkeerde zonder haar broers.