Dauntless schreef:
Het Capitool, ze had gehoopt het nooit van dichtbij te hoeven zien. De enige reden dat iemand zoals zij daar heen ging, was als tribuut voor de spelen. Ze had gedacht veilig te zijn. Ze was immers de achttienjarige leeftijd voorbij. Echter dit jaar zou alles anders gaan, een kwartskwelling noemden de spelmakers het. De speler zouden grootser zijn dan ooit tevoren en deze grootsheid ving aan met een stemming in plaats van een loting. De namen van de tributen zouden niet getrokken worden door een onschuldige hand, nee. Elke inwoner van het district werd verplicht een stem uit te brengen op een persoon van twaalf tot vijfentwintig jaar. 'Seraphine Shepperd' ze hoorde haar naam nog altijd over het dorpsplein schallen. Ergens had ze het voelen aankomen. Haar ouders waren beide verdwenen. Ze hadden een grote rol gespeeld in de rebellie en waren opgepakt door het Capitool. Seraphine was nog te jong geweest om door hen te zijn beïnvloed, daarom hadden ze haar met rust gelaten, al leek het woord rebel wel in rode letters op haar voorhoofd te zijn gebrand. Ze groeide op bij haar oom en tante. De meeste mensen ontweken haar. Het leek gevaarlijk om met haar om te gaan, gezien de geschiedenis van haar ouders. Echter zou het haar ook niet verbazen dat de stemming in scène was gezet. Het niet meer was dan een manier voor het Capitool om individuen uit te schakelen die een bedreiging voor hun samenleving vormden. Haar medetribuut was immer Gideon Strike, een weesjongen, de koning van de zwarte markt. Het maakte niet uit welk product, op de één of andere manier wist hij het altijd te bemachtigen. Ze kenden elkaar goed. Gideon kwam haar vaak opzoeken bij het hoeden van de schapen. Hij was een steun voor haar, zeker nu. Hij wierp zich breed lachend voor de camera's, terwijl zij haar best moest doen niet uit paniek te vluchten. Al deze drukte, deze commotie was niets voor haar en het was slechts het begin. Ze hadden even tijd om tot rust te komen in de vleugel die hen was toegewezen. "Sera kijk toch eens wat een luxe" zei Gideon en liet zich in een fauteuil neerploffen. Ze begreep niet goed hoe hij onder dit alles zo rustig kon blijven, wetende dat hij binnenkort zou moeten vechten om zijn leven. Ze staarde haar ogen uit op de dampende schotels met gerechten die ze nog nooit eerder had gezien. Toch kreeg ze niet veel happen naar binnen gewerkt, al was het maar door de avoxen die in de hoeken van de kamer stonden te wachten om hen extra water of wijn in te schenken. Wat als haar ouders nog wel leefden? Wat als dit het lot was dat zij nu moesten doorstaan? Na het eten ontmoetten ze voor het eerst hun stylisten. De hare stelde zich voor als Charon Melopene, een jongeman met turkooizen haar. Hij vertelde hen hoezeer hij had geleden toen hij zag welke tributen district tien dit jaar opstuurde. Zijn outfits hadden in teken van veren gestaan, maar gezien Seraphine een herder was, had hij dat hele concept overboord gegooid. In plaats daarvan kregen ze beiden gouden ramshoorns op hun hoofd geplaatst met daarbij een lange wollen cape. Seraphine droeg verder een jurk gemaakt van fijne wol en doorsponnen met gouddraad. Ze leken op mythische wezens die in een eeuwenoud woud woonden. Ze straalden macht, kracht en wijsheid uit. In het begin had ze niet bepaald veel vertrouwen gehad in Charon, maar hij had zijn job meer dan fantastisch volbracht. Gideon was eerder klaar dan zij en wachtte haar op aan de karren. "Kijk eens aan de herders van district 10 je ziet er stralend uit." complimenteerde hij haar. "Wel ik kan van jou hetzelfde zeggen. Geen verwondering dat je zo snel klaar ben. Je hoefde niet eens een shirt aan te doen."
"Had je ooit kunnen denken dat je met make-up je spieren beter kon doen uitkomen." Seraphine moest lachen om zijn opmerking. Dat was de kracht van Gideon, hij kon haar zelfs in barre tijden zoals deze doen lachen. Voor ze vertrokken bestudeerden ze nog even de competitie. Tributen die via stemming waren gekozen zagen er alles sterk uit, getraind. Waarschijnlijk hadden de spelmakers de stemming niet naar de hoogste districten doorgevoerd met het idee dat zich daar toch de beste tributen vrijwillig zouden aandienen, al leken ze zich daar toch aan mispakt te hebben. De vrouwelijke tribuut van district twee was een meisje, een kind dat zo nietig leek in vergelijking tot haar mannelijke medekandidaat. Ook over de tributen van district zeven was dit jaar al veel te doen geweest. Beiden waren berucht om hun kwaliteiten als houthakkers. Zo gingen de twee nog even door, tot het volkslied van Panem begon te spelen en de rijtuigen in beweging kwamen.