GhostBC schreef:
Samen met @Stefke (:
Me: Axel Daniel Brannigan - 25
Axel staarde naar het voorbijschietende landschap. Hij had al een paar uur in de trein gezeten en hij was moe. Hij was op weg naar een psychiatrisch centrum, waar hij hoopte dat ze hem zouden kunnen helpen. Hij had er lang over nagedacht of hij het zou doen of niet. Hij had wel problemen maar hij zei al jaren tegen zichzelf dat hij het wel zou redden hij was tot de conclusie gekomen dat het hem niet lukte. Zijn depressie en angsten hadden de overhand en hij wist dat hij zo niet verder kon. Hij had jarenlang geïsoleerd geleefd en dat had hem niet veel goeds gedaan. Vrienden had hij niet en hij spendeerde hele dagen aan het spelen van games en het drinken en roken. Uit huis kwam hij niet, behalve als het echt nodig was. Daarom nam hij de stap om naar de huisarts te gaan en viel zo in het lange traject van psychologen en psychiaters. Na een moment van crisis werd er besloten dat het voor hem beter was om naar een centrum te gaan, waar ze hem in de gaten zouden kunnen houden. Hij had daar gemixte gevoelens bij. Hij vond het idee van een nieuwe omgeving en mensen beangstigend maar hij was ergens ook opgelucht dat hij nu naar een plek ging waar hij geholpen zou kunnen worden. Hij sloot even zijn ogen. Hij was de hele ochtend al nerveus geweest, deels om het feit dat hij met de trein moest en deels omdat hij naar het centrum ging. Een paniekaanval had hij gelukkig niet gehad en hij was alert op de symptomen ervan. Hij had zijn oortjes in gedaan zodat hij naar muziek kon luisteren en keek steeds uit het raam zodat hij zichzelf kon afleiden. Het hielp een beetje maar het nerveuze gevoel bleef. Hij wist dat het pas weg ging als alles achter de rug was en hij was geïnstalleerd in het centrum dus hij hield zich sterk. Hij voelde hoe de trein langzaam stopte en hij opende zijn ogen. Een zucht van opluchting verliet hem en hij kwam overeind. Hij pakte de koffer en tas die hij mee had genomen en verliet de trein. Er waren gelukkig niet al te veel mensen op het perron dus hij kon gauw het station verlaten. Toen hij eenmaal buiten was bleef hij even staan. Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en haalde de route tevoorschijn die hij moest lopen om bij het centrum te komen. Hij had de route al een paar keer bekeken voordat hij weg was gegaan maar hij wilde het nog een keer bekijken. Hij begon langzaam te lopen en bleef de kaart in de gaten houden. Zijn eindbestemming was niet al te ver van het station vandaan en de route was niet al te moeilijk om te lopen. Hij zag dan ook al snel zijn bestemming in zicht komen. Zijn maag draaide zich om en hij haalde rustig adem om niet in paniek te raken. Het zou allemaal goed komen, vertelde hij zichzelf. Hij zou daar in goede handen zijn. Hij stapte stevig door en ging door de grote deuren naar binnen toe. Toen hij binnen was keek hij om zich heen. Het was een grote ruimte en er hingen kleurrijke schilderijen aan de muren, wat de kamer een beetje deed opfleuren. Het gaf naar Axels idee de ruimte een minder kille uitstraling, Hij liep naar de balie toe, waar hij zichzelf meldde. De vrouw achter de balie was vriendelijk en vertelde hem dat ze hem mee zou nemen naar zijn kamer. Samen liepen ze de gangen door en Axel keek om zich heen. De muren waren licht van kleur maar er hingen wel foto’s en andere decoratie aan de muur, waardoor het een beetje brak. Hij zag andere mensen, zowel werknemers als patiënten en sommigen begroetten hen. Axel zei wat stijfjes een begroeting terug en de vrouw bleef stilstaan bij een kamer. Ze opende de deur met een sleutel en liet de jongen voorgaan. Ze vertelde hem dat dit zijn kamer was en dat hij deze zou delen met een andere patiënt. Ze vertelde hem daarna over de regels van het centrum en dat als er iets was, dat hij dan op de knop aan de muur kon drukken en dat er dan iemand zou komen die hem zou helpen. De jongen bedankte haar zacht en ze ging weer terug naar haar werk. Axel zette zijn bagage op het bed en ging er daarna naast zitten. Hij keek even naar het lege bed. Het idee van een kamergenoot maakte hem angstig. Waarschijnlijk kende hij die persoon niet en hij was bang dat diegene hem niet leuk zou vinden. Hij zuchtte zacht en keek toen uit het raam naar buiten. Hij was in ieder geval blij dat hij in het centrum was.
Samen met @Stefke (:
Me: Axel Daniel Brannigan - 25
Axel staarde naar het voorbijschietende landschap. Hij had al een paar uur in de trein gezeten en hij was moe. Hij was op weg naar een psychiatrisch centrum, waar hij hoopte dat ze hem zouden kunnen helpen. Hij had er lang over nagedacht of hij het zou doen of niet. Hij had wel problemen maar hij zei al jaren tegen zichzelf dat hij het wel zou redden hij was tot de conclusie gekomen dat het hem niet lukte. Zijn depressie en angsten hadden de overhand en hij wist dat hij zo niet verder kon. Hij had jarenlang geïsoleerd geleefd en dat had hem niet veel goeds gedaan. Vrienden had hij niet en hij spendeerde hele dagen aan het spelen van games en het drinken en roken. Uit huis kwam hij niet, behalve als het echt nodig was. Daarom nam hij de stap om naar de huisarts te gaan en viel zo in het lange traject van psychologen en psychiaters. Na een moment van crisis werd er besloten dat het voor hem beter was om naar een centrum te gaan, waar ze hem in de gaten zouden kunnen houden. Hij had daar gemixte gevoelens bij. Hij vond het idee van een nieuwe omgeving en mensen beangstigend maar hij was ergens ook opgelucht dat hij nu naar een plek ging waar hij geholpen zou kunnen worden. Hij sloot even zijn ogen. Hij was de hele ochtend al nerveus geweest, deels om het feit dat hij met de trein moest en deels omdat hij naar het centrum ging. Een paniekaanval had hij gelukkig niet gehad en hij was alert op de symptomen ervan. Hij had zijn oortjes in gedaan zodat hij naar muziek kon luisteren en keek steeds uit het raam zodat hij zichzelf kon afleiden. Het hielp een beetje maar het nerveuze gevoel bleef. Hij wist dat het pas weg ging als alles achter de rug was en hij was geïnstalleerd in het centrum dus hij hield zich sterk. Hij voelde hoe de trein langzaam stopte en hij opende zijn ogen. Een zucht van opluchting verliet hem en hij kwam overeind. Hij pakte de koffer en tas die hij mee had genomen en verliet de trein. Er waren gelukkig niet al te veel mensen op het perron dus hij kon gauw het station verlaten. Toen hij eenmaal buiten was bleef hij even staan. Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en haalde de route tevoorschijn die hij moest lopen om bij het centrum te komen. Hij had de route al een paar keer bekeken voordat hij weg was gegaan maar hij wilde het nog een keer bekijken. Hij begon langzaam te lopen en bleef de kaart in de gaten houden. Zijn eindbestemming was niet al te ver van het station vandaan en de route was niet al te moeilijk om te lopen. Hij zag dan ook al snel zijn bestemming in zicht komen. Zijn maag draaide zich om en hij haalde rustig adem om niet in paniek te raken. Het zou allemaal goed komen, vertelde hij zichzelf. Hij zou daar in goede handen zijn. Hij stapte stevig door en ging door de grote deuren naar binnen toe. Toen hij binnen was keek hij om zich heen. Het was een grote ruimte en er hingen kleurrijke schilderijen aan de muren, wat de kamer een beetje deed opfleuren. Het gaf naar Axels idee de ruimte een minder kille uitstraling, Hij liep naar de balie toe, waar hij zichzelf meldde. De vrouw achter de balie was vriendelijk en vertelde hem dat ze hem mee zou nemen naar zijn kamer. Samen liepen ze de gangen door en Axel keek om zich heen. De muren waren licht van kleur maar er hingen wel foto’s en andere decoratie aan de muur, waardoor het een beetje brak. Hij zag andere mensen, zowel werknemers als patiënten en sommigen begroetten hen. Axel zei wat stijfjes een begroeting terug en de vrouw bleef stilstaan bij een kamer. Ze opende de deur met een sleutel en liet de jongen voorgaan. Ze vertelde hem dat dit zijn kamer was en dat hij deze zou delen met een andere patiënt. Ze vertelde hem daarna over de regels van het centrum en dat als er iets was, dat hij dan op de knop aan de muur kon drukken en dat er dan iemand zou komen die hem zou helpen. De jongen bedankte haar zacht en ze ging weer terug naar haar werk. Axel zette zijn bagage op het bed en ging er daarna naast zitten. Hij keek even naar het lege bed. Het idee van een kamergenoot maakte hem angstig. Waarschijnlijk kende hij die persoon niet en hij was bang dat diegene hem niet leuk zou vinden. Hij zuchtte zacht en keek toen uit het raam naar buiten. Hij was in ieder geval blij dat hij in het centrum was.