Seaweedbrain schreef:
Héloïse nam dit soort spellen altijd veel te serieus. Met haar vertrouwde boog in haar handen en haar volle pijlenkoker aan haar dijbeen was zij klaar om dit spel te winnen. Of in dit geval, niet te verliezen. Als verdediger was je meer bezig met niet verliezen dan met winnen. Zij hoorde bij de verdedigers, wat haar eigen keuze was. Haar wapenset werkte beter bij verdediging dan bij de aanval. Samen met Seraphine zat ze in het struikgewas, wachtend op de eerste slachtoffers, die in hun vallen liepen. Met de andere Hephaestus-kinderen hadden ze al wat vallen voorbereid. De vorige keer hadden ze verloren en dat was niet zo goed gevallen bij Héloïse, omdat zij degene was die de verdediging moest gaan regelen. Dit keer was zij dus beter voorbereid. Ze had dit keer haar pijlenkoker weer meegenomen. Haar pijlenkoker was haar grote trots. Ze had verschillende soorten pijlen gemaakt. De rood gemarkeerde pijlen waren explosief, de groen gemarkeerde was stinkgas, de gele pijlen lieten een rookgordijn opkomen en de niet-gemarkeerde pijlen waren... nou, ja die pijlen waren gewoon normaal. Vandaag had ze de rood gemarkeerde en de gewone pijlen thuis gelaten, want die waren toch verboden op zo'n dag. Héloïse zorgde er altijd voor dat ze niet de regels overtrad, want ze wilde niet haar team naar beneden halen.
Ze hoorde ook geritsel, maar was net iets later met reageren dan Seraphine. "Ja hoor, watch my back," fluisterde Héloïse. Niet dat ze zou verwachten dat Seraphine ook daadwerkelijk ging kijken of zij niet in een val liep, want waarom zou je een kind van een godin van bedrog gaan vertrouwen. Zo naïef was zij dus ook weer niet. Mer haar rookbompijlen in de aanslag probeerde ze naar het geschreeuw te sluipen. Het zou haar niet verbazen als Seraphine haar nu zou verraden, want eigenlijk hoorde ze niet eens in haar team en dat zou een bijzondere manier zijn om te winnen, maar dat was natuurlijk niet de eerlijke manier.
Ze zag een tengere jongen in haar val hangen. Het was niet dat hij haar nou per sé heel bekend voorkwam, maar dat gebeurde snel als iemand op de kop hing en schreeuwde om hulp. Héloïse raakte in lichte paniek en schoot een rookbompijl af , die drie meter voor de jongen afging, zodat hij afgeschermd werd voor zijn eigen team. "Stil jij!" riep ze naar de gevangen jongen. Als ze dit nu zouden verpesten door één jongen, zou ze nooit meer de taak van de verdediging meer op zich kunnen nemen, iets wat zij best belangrijk vond.
Om eerlijk te zijn vond Julian dat er iets miste met Capture the Flag. Hij mocht niet op zijn geliefde paard rijden en er waren voor zijn idee net iets te veel medespelers, waardoor de kans op glorie een stuk kleiner werd. Elke medespeler was een concurrent voor hem. In al de jaren dat hij hier zat, had hij nog nooit de vlag van de tegenstander gepakt en als zijn vader ongeveer elke wedstrijd als jockey kon winnen, dan kon hij echt wel een keer die vlag gaan veroveren. Hij was verdomme de zoon van de godin van de overwinning, hoe kon het dat hij nog nooit voor de overwinning had gezorgd? Het lag waarschijnlijk aan het feit dat hij geen paard mocht gaan gebruiken. Dan was het spel sowieso binnen vijf minuten afgelopen, want, al zei hij het zelf, er waren maar weinig die beter paard konden rijden dan Julian. Maar, in afwezigheid van zijn grootste skills, was hij maar met zijn zwaard en schild gaan vechten. En hij had de instructie gekregen om te gaan scouten, kijken waar de focus van het rode team zou liggen en kijken hoe succesvol hun team was. Dat was de saaiste rol die er bestond. Je hoefde niet te vechten, je hoefde niet te gaan rennen voor de vlag. Je moest alleen maar toekijken hoe anderen dat deden. Maar er leek een buitenkansje te komen voor hem. Hij hoorde geschreeuw van één van zijn teamgenoten, die schreeuwde dat de vlag er was. Julian bedacht zich geen moment en rende naar het geschreeuw toe. Hij zag al voor zich dat hij voor de overwinning kon zorgen. Hij rende, maar op een punt kwam er een rookgordijn tevoorschijn. Shit, dat zou vast van één van die Hephaestus-kinderen zijn. Het was belachelijk dat hij niet een paard mocht gebruiken, maar de kinderen van Hephaestus wel hun technische snufjes. Hij klemde zijn zwaard nog steviger vast en zwaaide met zijn schild rond, om een idee te krijgen van de directe omgeving. Hij voelde op één punt een boom, op een ander punt een struik en toen leek hij tegen een persoon op te botsen. "Zwak hoor, als je zo je gevechten moet gaan winnen!" riep hij naar het rode team, omdat hij niemand kon zien door het rookgordijn. "Kom in het open veld, dan gaan we duelleren!" Toen pas herkende hij de stem van Hadrian. "Hadrian! Waar is de vlag!?!" De vlag was op dat punt net iets belangrijker dan het welzijn van Hadrian. Er kon hen toch niets overkomen en het was tijd dat hij een keer de held van de avond zou zijn.