Laryanue schreef:
Voor de mensen met interesse in wat ik heb geschreven. (Ik ga er vanuit dat er niet veel mensen zijn die het willen lezen, maar oké
Voor de mensen met interesse in wat ik heb geschreven. (Ik ga er vanuit dat er niet veel mensen zijn die het willen lezen, maar oké

De maan liet de wereld baden in een mysterieus, zilverachtig licht, verlichtte al dat in haar bereik lag in een zwak schijnsel. Schaduwen leken te bewegen in deze verminkte duisternis. Het weinige, zwakke licht ontsierde de duisternis. Uit de schaduwen kwam een in mantel gehulde figuur tevoorschijn. Waar de schaduw hem in zijn greep had gehad, nam het maanlicht over en liet hem baden in zwak licht. De kap die de figuur ophad, verhulde niet zijn complete gezicht, een gezicht dat bleek leek in het licht en haar zo zwart als de diepten van de duisterste poelen. Enkele lokken hingen in zijn zicht, maar dat weerhield hem niet om zijn doel te vinden. Vrijwel geluidloos bewoog hij zich voort over de keien die als straatstenen fungeerden. Waar hij ging, volgde de mantel van zwarte stof hem met iedere beweging, wapperend in de wind.
Hij schoot tussen gebouwen door, als een schaduw die over straten en door stegen voortgleed. Zijn donkere ogen zochten naar iets wat voor omstanders onbekend zou zijn, maar op dit nachtelijk uur was er niemand om dit te aanschouwen. De figuur leek zich zonder moeite tussen kratten en andere rommel te kunnen manoeuvreren. Ratten schrokken van zijn plotselinge bewegingen en vluchtten uit zijn weg, maar hij leek ze niet te zien.
Na vele gebouwen te zijn gepasseerd stond hij voor een eikenhouten deur. Na een korte inspectie hield de gedaante een bleke hand op voor het slot. Duisternis verspreidde zich rond zijn hand, als een mist gemaakt van inkt. Het drong zich in het slot, liet het een zacht klikkend geluid maken. De mist verdween en de hand duwde de deur open. Krakend in de stilte, klonk het als een schreeuw. Krakende planken waarschuwden de inwonenden van het huis, maar het was al te laat. Pijn was onderweg, als het niet meer was dan enkel pijn.
Kloppende geluiden verplaatsten zich over de trap, bereikten de overloop en schoven naar de slaapkamerdeur. Hij had het zich al meerdere keren voorgesteld, had het plan meerdere keren doorgenomen. Dit was hoe het zou moeten gaan. Een hand schoof naar het heft van een dolk die onder zijn riem verborgen was. Vingers krulden zich eromheen, en trokken het uit zijn leren gevangenis. Vanaf nu had hij geen tijd meer voor langzame stappen, hij moest snel zijn.
De deur barstte open en zwaaide tegen de muur, de gedaante drong binnen. Voor hem stond de man, zijn doel. De man had niks om hem mee te verdedigen, maar de gedaante rekende er niet op dat hij mee zou werken. Hij keek hem in de ogen, een blik van vastberadenheid tegen een blik vol angst. Angst kon rare dingen doen, maar haat nog veel meer. Met de dolk in zijn hand schoot de gedaante naar voren, drukte hij de man tegen de kast. De man verzette, duwde de gedaante van zich af. Maar waar de gedaante weg werd geduwd en naar achteren leek te tuimelen, hervatte hij zichzelf en schoot hij weer terug. Een uithaal naar zijn gezicht ontwijkend drukte de gedaante het mes in de borstkas van de man. Stuiptrekkingen en verwoede pogingen om het mes uit zijn borst te krijgen waren hopeloos, hij krom ineen van de pijn, meer schade aanrichtend. 'Ik neem aan dat je geen tijd hebt voor enkele laatste woorden?' sprak de gedaante met een sadistische ondertoon in zijn stem. 'Dit is wat er gebeurt met verraders.' Een glimlach verscheen toen hij zijn dolk uit het lichaam trok en het toekomstige lijk in elkaar liet zakken. De man werd aan zijn lot overgelaten terwijl de gedaante in de nachtelijke duisternis verdween.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


19