Acnologia schreef:Jupiler schreef:
oke maar is dit dan iets dat ze in een bepaalde regio veel puuzel zeggen of waar komt dit verschil vandaan?
Waarom zoveel mensen âpuuzelenâ zeggenPuzzelen. Daarin zit in mijn eigen Nederlands de u-klank van huppelen en van lummelen, van dus en van kut. En dat is goed, zegtÂ
Onze Taal â afgaande op boeken die er iets over zeggen. Bovendien is het wel logisch, gezien de spelling: de u klinkt âgeslotenâ door de dubbele medeklinker die erna komt.Toch zeggen heel veel mensen geen [puzzelen], maar [puuzelen]. Met de âopenâ u-klank van jubelenen van kukelen, van uw en van nu. En daar hebben vele decennia van onderwijs en woordenboekenwijsheid blijkbaar maar weinig aan veranderd.TheorieHoe komt dat? Dat lees je bij Onze Taal niet. DeÂ
Taalunie zwijgt over de uitspraak van puzzelen, en taaladviesboeken schenken geen aandacht aan deze uitspraakkwestie.Ik heb een theorie. Zomaar op een dinsdagavond bedacht, maar ik wou âm toch even delen. Hier komt-ie.Toen puzzle (nog in die vorm) uit het Engels in het Nederlands terechtkwam,Â
eind negentiende eeuw, spraken veel Nederlands nog helemaal geen Engels. Maar ze lazen wel kranten, waar niet zo heel veel later de puzzel (hetÂ
kruiswoordraadsel, doorgaans) een heel gebruikelijk fenomeen werd. Of ze vermaakten zich met legpuzzels. En voor allebei gebruikten ze dat Engelse leenwoord.
Nu is puzzel voor Nederlandstaligen een raar woord. Dat komt doordat wij geen woorden met -uzz- hebben, of in elk geval toen niet hadden. WĂ©l hadden we woorden met de klank [uuz], dus met de u in een open lettergreep. Denk maar aan ruzie, fusie, muziek, muze, museum en huzaar. Het lijkt me aannemelijk dat mensen ruim een eeuw geleden puzzle makkelijk in datzelfde hokje plaatsten, met een klank die ze kenden. En omdat puzzels al vroeg nogal populair werden, werd puzzel een heel gewoon woord â waarbij zoveel mensen [puuzel] zeiden, dat ze dat makkelijk ongestraft konden blijven doen.KinderachtigGeneraties later is dat nog steeds zo. Kom je uit een [puuzel]-nest, dan ga je niet zo heel snel [puzzel] zeggen, tenzij je in kringen terechtkomt waarin iedereen dat doet en je er bovendien gevoelig voor bent. De uitspraak [puuzel] geldt als onbeschaafd of zelfs kinderachtig â als je het althans aan de [puzzel]-zeggers vraagt, die zich gesteund voelen door de spelling en door wat woordenboeken zeggen. Misschien hebben hun voorouders goed naar het Engels geluisterd of spreken ze precies uit wat ze lezen.Maar [puuzel] past, als je het goed bekijkt, misschien wel beter in het klankenassortiment van het Nederlands. Ik moest ook denken aanÂ
cornedbeef, waarvan niemand het in zân hoofd haalt om dat op zân Engels uit te spreken. En aanÂ
notulen, waarvan lang is gezegd dat [nĂłtulen] de nette uitspraak is â terwijl [notĂșlen] beter bij het Nederlands past, en inmiddels heel gewoon wordt gevonden (het is toevallig ook een hoofdstuk in mijnÂ
nieuwe boek).Een uurtje geleden was ik nog een trotse [puzzel]-zegger. Nu ik alles zo op een rijtje heb gezet, vind ik mijn eigen afkeer van [puuzel] onzin geworden. Tijd voor emancipatie van de puuzelaar.
Ik heb de eerste zin gelezen.Â