Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Ik wens jullie allemaal een hele fijne en veilige jaarwisseling toe
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
15 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
O) Vampires vs Werewolfs
Account verwijderd




Ik: Dane Zuabée - weerwolf - 18 jaar
Jij: meisje + begin

*alleen Capitol en ik
*onthouden mag, niet te vaak

Capitol
Straatmuzikant



Alissa - moroi vampier - 370 jaar oud (16 jaar) - rmjw.

Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Ik word wakker door het zonlicht. Het verbrand me huid en het doet erg pijn. Als een malloot ging ik uit de zon. Vampieren zijn heel snel binnen 1 seconden kunnen ze al op een andere plek zijn of achter je om je te bijten. Vandaag was het zover ik moest weer jagen het stomste wat er was. Ik was erg zwak s'ochtends en smidags dus het was een risico om het bos in te gaan.
Account verwijderd




Dane

De wereld is een hel sinds de oorlog begon. Het was lang geleden begonnen, voordat ik geboren was. Mijn grootouders en ouders hadden het meegemaakt. Ik ook. Zij zijn dood. Ik niet.
Het is vroeg in de morgen, de perfecte tijd om de vampieren aan te vallen. Overdag zijn ze het zwakst, maar wij, de weerwolven, ook. Maar ik ben geen soldaat, gelukkig niet. Alle mannen moeten meevechten in het leger, of tenminste: iets nuttigs doen. Ik ben afgekeurd als soldaat, omdat ik in mijn mensenvorm zeer slechte ogen heb. Vroeger droeg ik een bril, waardoor ik veel gepest werd. Nu draag ik lenzen. Enkel zodat mensen mijn zwakheid niet zien. Iedereen heeft zwakheden en in de oorlog is het belangrijk deze te verbergen. Mijn taak in de oorlog is het bespioneren van de vampiers. Ik ben stil, zwijgend. Altijd stil. Ik praat niet. Niet meer. Ook help ik mee met de strategie. Elke zondagavond zit ik om de ronde tafel met de generaals. Onze strategie is niet goed, ik zal het zelfs bitterslecht kunnen noemen. Maar zelf heb ik een idee. Ik weet niet of ik het moet delen of niet, want stel.. Stel dat dit tegen mij gebruikt gaat worden? In de oorlog kan je niemand vertrouwen. Niemand van je eigen soort. De enige die ik vertrouw is mijzelf. Vertrouwen.. heb ik nooit gehad.
''Dane, vriend, ben je eindelijk wakker?'' vraagt mijn vriend, Ilas. Ik heb net een dutje gedaan, vier uurtjes slaap, heerlijk. Hij was mijn tent, mijn overnachtingsplek binnengekomen om me weer eens lastig te vallen. Ik knik als reactie. Dan sta ik op en ik rek me uit. Vragend kijk ik naar Ilas. Woorden gebruik ik niet, maar zwaar overdreven emoties wel. Of ik schrijf, als het niet duidelijk wordt wat ik wil vertellen. Maar daarna verbrandt ik direct mijn briefjes.
''Het is.. Hylias wil je spreken.'' Hylias is de leider van het leger, de vader van Ilas. Hij is een zeer machtige man. Ik knik. Daarna loop ik langs Ilas heen op weg naar de tent van Hylias. Ik ben benieuwd wat hij me te vertellen heeft. Of dat het nutteloos was, dat ik gekomen was.
Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Altijd als ik het bos inga kijk ik stiekem naar de weerwolven plek. Wat natuurlijk super dom van mij is. Omdat weerwolven sterker zijn dan vampieren overdag en s'ochtends. Maar het was het risico zeker waard al eeuwen besluip ik ze om te kijken wat ze daar doen. En wat ze ons ''vampieren'' willen aandoen. Ik ga wat jagen en ik zie een groot konijn ik steek mijn tanden in zijn vacht en ik zuig al het bloed op. En daarna eet ik het vlees ook nog op. Ik laat een bloedspoor achter maar ik probeer het zoveel mogelijk te verbergen. Want niemand mag weten dat ik hier ben geweest en aangezien weerwolven een hele goeie neus hebben moet ik oppassen.
Account verwijderd




Dane

Ik loop in de grote rode tent naar binnen. Daar tref ik Hylias aan zijn bureau. Hij zit op bureaustoel waarop hij niet kan stilzitten. Hij draait rondjes en daarna legt hij zijn voeten weer op het bureau voor zich. Hylias zag me niet aankomen, was ik weer eens te stil? Ik schuifel naar voren, nog steeds heeft 'ie me niet opgemerkt. Als hij halverwege zijn rondje is en met de rug naar mij toe zit, sla ik hard op de tafel.
''Holy fuck!'' Hylias draait zich met een ruk om. ''Ik zag je niet aankomen, laat me niet zo schrikken!'' Geen vraag, een bevel. Als reactie haal ik mijn schouders op en ik trek een grijns. Ik pak het kleine schrijfschriftje uit mijn borstzak en met een vulpen schrijf ik: ''En.. Waarom moest ik hier komen? Je verpestte mijn dutje.''
''Je had al vier uur geslapen, Dane. Dat is lang genoeg. Je moest hier komen, omdat ik je dingen moet vertellen. Je bent onze beste spion en je bent ook nog eens heel erg strategisch.''
Ik haal mijn schouders weer op. Ik haat het als ik complimentjes krijg. Dat is een teken dat mensen, of wezens, je hebben bekeken, je kennen, je goede eigenschappen kennen. Dat vind ik niet fijn, want ik wil onzichtbaar zijn. In het rondsluipen, praten, ademen, maar ook in het verschuilen van mijn eigenschappen. Dat is al aardig gelukt, want niemand hier kent mijn ware ik.
Hylias gaat verder met zijn verhaal: ''Deze oorlog duurt nu al jaren, ik wil winnen voordat het eeuwen worden. Overdag zijn wij sterker dan de vampieren. Vind jij dat we ze nu moeten aanvallen? Onze strategie heeft nooit gewerkt en ik wil jou om je mening vragen. Je bent stil, maar slim. Ik heb het gevoel dat jouw advies ons kan helpen.''
Ik pak mijn schriftje weer. ''Nee, val niet overdag aan. Zoek hun zwakke plek. Misschien een persoon die we kunnen ontvoeren of een belangrijke plaats die we in brand kunnen steken. Zorg dat ze afgeleid zijn als je dat doet. Overdag zijn ze ook zwak, ja. Maar wij ook.''
''Ja, daar heb je een punt. Ik zal kijken en rondvragen wat we het beste kunnen doen. Of ze daadwerkelijk 'die zwakke plek' die jij benoemde hebben. Bedankt, ga maar weer.'' Ik knik en daarna loop ik, net zo stil als ik gekomen was, de tent weer uit. Vuur, ik heb vuur nodig. In het midden van ons kamp is een groot kampvuur, dat overdag brandt. 's Nachts is het uit, want het schrikt onszelf af. Eenmaal aangekomen in het midden van het kamp, scheur ik mijn beschreven papieren uit mijn schriftje. Ik houd het boven het vuur, laat de vlammen aan het oppervlak likken. Vuur is de vijand van de wolf, maar ik heb er nooit last van gehad. Als mens niet, als wolf niet. Er zijn natuurlijk verschillende rassen weerwolven, maar de meeste.. De meesten kunnen niet tegen vuur.
''Hey, Dane!'' Ilas komt aangerend. ''Hoe ging het gesprek?'' Ik geef hem een slinkse blik, zodat hij ophoudt met vragen.
''O, dat vertel je niet. Juist, ja. Waarom deel je nooit iets met mij als vriend?'' Mijn ogen kijken in de zijne en waarschijnlijk begrijpt hij me enkel aan het zien van mijn gezicht. Ik heb mijn blikken zo goed geoefend, dat het lijkt of mijn gedachten van mijn gezicht af te lezen zijn -dat zijn ze niet.
''Juist ja,'' zegt Ilas. Samen met mij kijkt hij naar het papier dat ik in het vuur heb gegooid dat nu langzaam aan het verschroeien is.
''Ik heb nu niets te doen. Laten we gaan eten.'' Ik knik, dat is een goed idee van Ilas. Nu pas merk ik op dat ik erge honger heb. We gaan naar de open tent, waarvan de geur van gebakken vlees al meters van te voren te ruiken is. Beide bestellen we een gevulde haas. De buitenste laag van de haas is er nog, maar de rest is eruit gehaald voor andere gerechten. Erin zit vlees van andere dieren: vogels, varkens, koeien.. Ilas en ik lopen weer terug naar het kampvuur, omdat dat een mooie plek is om te genieten van het eten.
''Zo, heerlijk dit,'' zegt Ilas. Ik kijk naar hem, mijn vriend. Ook vertrouw ik hem niet, maar ik weet dat hij mij wel vertrouwt. Zo naïef. Ilas is ook geen soldaat, daar is hij te stuntelig voor. Ilas is een uitvinder, een goede uitvinder. Hij weet hoe hij vallen moet maken en waar hij die het beste kan plaatsen. Bommen, vliegtuigen, tenten; hij kan alles maken. Het is goed om een vriend te hebben die zich erg nuttig maakt in het leger. Misschien zal ik hem ooit nog nodig hebben. Ik weet dat hij daar hetzelfde over denkt als bij mij. Ik neem een laatste hap van het vlees en daarna lik ik mijn vingers af. Zo.. Ik kijk naar Ilas die niet zo snel eet als mij. Ik schrok het vlees -stilletjes- naar binnen, hij.. Verspilt minuten met het eten. Mijn blik glijdt naar het vuur en ik glimlach. Hier zit ik, in het gras, naast mijn twee vrienden.
Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Als ik ondertussen weer richting het kasteel loop. Denk ik na over de oorlog. Je weet nooit wat de weerwolven of wij ''vampieren'' gaan doen. Ik kon me nog van vroeger herinneren dat ik altijd een hele goeie weerwolf vriend had. En waar ik elke avond stiekem mee afsprak. We waren gewoon super goeie vrienden en als het nodig was nam ik het ook voor hem op. Tot dat er op een dag oorlog was. Niet zomaar een oorlog maar best een hevige. Max werd door een vampier gebeten. En als een gek rende ik naar mn aller beste vriend toe en ik stak de vampier neer met een dolk. Ik had een schuldgevoel. Van mijn ouders mocht ik nooit mensen van mn eigen ras doden. Ik ging met max naar een grot en daar geneesde ik hem met mijn vampierenbloed. En sindsdien hebben we elkaar nooit meer gezien..... ik weet ook niet of hij nu nog leeft of niet. Als ik bij het kasteel ben kom mijn moeder ongerust binnen en zegt '' ALISSA WAAR WAS JE? JE WAS ZO LANG WEG'' Ik glimlach naar mn moeder en ik zeg ''mam, ik ben een oude vampier kom op ik was gewoon aan het jagen voor mijzelf en voor jullie'' en ik leg een zak met konijnen op de tafel.
Account verwijderd




Dane

Langzaamaan begint het middag te worden. Nog steeds zit ik op het gras met mijn vriend.
''Dane.. Eigenlijk wil ik je iets vragen...'' hij kijkt me twijfelachtig aan. ''Mijn familieleden leven nog allemaal. Mijn grootouders, papa, mama en mijn lieve kleine zusje...'' Ik wist niet dat Ilas een zusje had, dat had hij me eerder nooit verteld. Hij is als een open boek, dus ik dacht dat hij alles over zichzelf wel aan me verteld had. Dus niet.
''Maar jouw familie is dood, jij bent de enige die nog leeft. Hoe.. hoe is dat?'' Ik krijg een brok in mijn keel. Dit is een moment dat ik wil praten, zeggen wat mij dwars zit. Maar dat doe ik niet. In plaats daarvan pak ik mijn boekje.
''Ja, ik mis mijn familie. Mijn grootouders waren al dood voordat ik geboren was, dus die mis ik niet. Mijn ouders mis ik ook niet, want ze hebben me niet opgevoed. Mijn vader zat in het leger, zover ik weet, en hij was een soldaat. Ik had hem een paar keer gezien, maar niet vaak. Ik leefde met mijn moeder en mijn broer in een hutje. Mijn moeder was altijd bang en erg depressief. Depressief omdat haar man niet bij haar leefde. Ze zorgde niet voor ons; mijn broer en ik. Wij deden alles samen. Op een dag kwam een boodschapper die vertelde dat vader dood was. Moeder had kort daarna zelfmoord gepleegd. Dat deed mij niet pijn, want eindelijk was ik van dat mens af. Mijn broer en ik bleven alleen over. Op een dag vertrok mijn broer om mee te helpen in het leger. Het was me verteld dat hij over was gelopen en vrienden was met een vampier. Ik weet niet of hij nog leeft, of dat hij dood is. Ik leefde bij mijn oudtante en ik kwam er later achter dat het helemaal niet mijn oudtante was. Het was gewoon een oude vrouw, die geen familie was, die voor me zorgde. Al snel werd ik ouder. Toen ik vijftien was, kwam ik hier in het leger. Het is goed om zonder mijn familie te leven. Ik heb ze niet nodig.'' Dit is vrijwel het langste stuk dat ik ooit heb geschreven. Ik laat het aan Ilas zien en hij leest het. Het is niet goed om zoiets over mijzelf te vertellen, want ik wéét dat het tegen me gaat worden gebruikt.
''Dat.. is best heftig,'' zegt Ilas. Ik haal mijn schouders weer eens onverschillig op. Het is goed zo, zeg ik met mijn blik. Ik pak het papiertje af van Ilas. Ik verscheur het vier keer en daarna gooi ik het in het vuur.
''Waarom gooi je altijd je papieren weg? Wil je niet dat er iets van je bewaart blijft... Als je ons zeg maar... Ooit gaat verlaten?''
''Dat is het niet. Het is oorlog, Ilas. Ik ben één weerwolf tussen alle anderen. Ik moet mezelf zien te beschermen. Te overleven.'' Ik laat hem het papier niet lezen, maar gooi het voordat hij het af probeert te pakken, in het vuur. Ilas begrijpt me niet en hij schudt zijn hoofd.
''Waarom schrijf je iets zonder dat iemand het ziet?'' Ik beantwoord zijn vraag niet en ik kijk naar boven. Een kraai vliegt boven onze hoofden. Zijn gekras klinkt angstaanjagend, omdat het voor de rest stil is. Stil, heerlijk. Afgezien van de voetstappen en het gelach van soldaten verderop. Voorzichtig sta ik op en ik rek me uit. Ik gebaar aan Ilas dat hij niet mee moet komen.
''Is goed, ik blijf wel hier. Ik ga wel naar mijn tent.. Om weer eens dingen uit te vinden. Ik zie je later wel weer, Dane. Doei,'' hij staat op en loopt weg. Ik loop de andere kant op, richting het bos.
Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Ik haat hem soms echt mijn moeder is de koningin van de vampieren. En ze wilt me altijd beschermen ik snap het ook wel want je wilt natuurlijk niet dat je dochter doodgaat in de oorlog. Opeens komt mijn vader binnen en zegt tegen me ''Alissa, kun jij misschien even naar het bos gaan? we willen vanavond een diner houden en aangezien jij de enigste bent die nog redelijk goed kan jagen'' Ik kijk mn vader aan en ik zeg ''Pap, er ligt daar een zak vol konijnen wat wil je wat ik nog meer meebreng?'' mn vader kijkt me aan en zegt ''Oke, laat maar lieve schat ik stuur wel wat andere jagers'' en hij gaat weer weg. Ik ga naar buiten en ik ga op een bankje zitten in het bos. Ik denk nog steeds aan Max. Max en ik waren zo close... we speelden elke dag als kleine vampier en kleine weerwolf. Soms beet ik hem wel eens en hij mij. Ik loop weer wat verder richting het weerwolven kamp en daar zie ik onze boomhut nog van vroeger. Een traan loopt over mn wang. Ik moet gewoon uitvinden waar Max is.
Account verwijderd




Dane

Ik weet niet waar ik heen ga, maar ik wil weg van het kamp. Alleen, dat wil ik zijn. Ik loop het bos in, het vredige bos. De natuur lijkt zo mooi, het laat haar duistere kanten op dit ogenblik niet zien. Ik zie twee vlinders de liefde met elkaar bedrijven, rondjes en rondjes draaien ze om elkaar heen. De stralen van de zon lijken groen door het dikke bladerdak. Ik kom onderweg geen soldaten tegen, waarschijnlijk hebben ze weer eens een pauze met vechten. Een wapenstilstand voor een paar uur. Ik zie een dikke spin op een steen zitten, als ik langsloop, rent hij gauw de bosjes in. Bangerd. Ik snap niet dat sommige mensen, weerwolven, whatever, bang zijn voor spinnen. Het zijn prachtige beesten. En ze zijn banger voor ons dan wij voor hen, maar niemand beseft dat behalve de spin zelf. Ik mis mijn broer, hij had dit bos nu moeten zien. Hij is een liefhebber van de natuur, wat ik erg bewonder aan hem.
''M.. Max, waarom heb je me verlaten?'' De woorden die ik voor het eerst in maanden heb gezegd. Ik voel zoute tranen over mijn wangen lopen, ik mis hem zo. Broertje.. Kameraad, vriend. Het enige wezen dat ik in mijn leven heb vertrouwd. Ik loop verder het bos in en ik kom bij een meertje. Ik vouw een kommetje van mijn handen en ik drink het koude water op. Een paar druppels glijden via mijn mondhoeken naar beneden, rollen over mijn hals richting mijn borstkas. Een siddering door mijn lichaam. Het komt niet door het water, het is geen fijne siddering. Onprettig. Ik ben onvoorzichtig geweest. Ik heb gepraat. Waarschijnlijk heeft niemand dat gehoord, maar nu begluurd wel iemand mij. Ik ruik hem. Met een ruk draai ik me om en ik ren naar de bosjes. Weerwolven hebben een goed reukvermogen, ook in de mensenvorm. En rennen kan ik ook snel in mijn mensenvorm, maar als wolf ben ik nog sneller. Ik stop met rennen als ik voor een wezen sta. Het is een meisje, geen weerwolf. Hoe kon ik ooit zo onvoorzichtig zijn en haar mij te laten begluren?
Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Ik hoor wat geritsel in de bosjes maar ik negeer het. Het zijn vast van die stomme beesten die altijd zoveel geluid maken. Ik loop en loop tot dat ik bij een open plek kom. De plek waar Max en ik vroeger veel afspraken. Ik zeg zachtjes in mezelf ''max waa..waarom ben je nou niet hier'' Ik wil max zo graag terug hebben maar niemand weet waar hij is. En het is ook nog gevaarlijk als een vampier en een weerwolf met elkaar omgaan. Je kan uit je huis worden gezet of nog erger je word gewoon dood gemaakt door je eigen soort. Ik probeer sterk te blijven. Ik loop weer richting het bos en weer hoor ik een geluidje. Nu vraag ik me echt af wat het is.
Account verwijderd




Dane
 
Misschien heeft ze me toch niet gezien, begluurd. Ik kijk naar haar en ik weet dat ik me niet moet laten zien. Ik weet dat ik -en zij ook- gevaar loop als we elkaar treffen. Maar ik kan de verleiding niet weerstaan. Ik loop, stiller als normaal, achter de bosjes waar ik schuilde vandaan en ik ga in haar schaduw staan. Nog steeds heeft ze me niet gezien, maar wel gehoord toen ik aan het rennen was. Ze loopt naar de bosjes waar ik een minuut geleden zat. Voorzichtig zal ik proberen haar aandacht te trekken -ik ben dom bezig. Ik tik op haar schouder, maar voordat ze zich omgedraaid heeft, sta ik aan de andere kant van haar. Ze draait haar hoofd weer. Ik sta recht voor haar. Ze ziet me, ik zie haar.
Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Als ik opeens een jongen zie. Kijk ik hem verschrikt aan en ik neem een stapje achteruit ik zeg bang "e..en wie..b...ben j..jij?" Ik ben normaal niet zo bang maar ik raak liever niet weer in contact met een jongen ook al weet ik niet wat hij is een vampier of een weerwolf. Ik ken niet alle vanpieren dus het kan ook een kleine opduiker zijn of het is een weerwolf.
Account verwijderd




Dane

Ik pak mijn schriftje en pen uit mijn zak. ''Wees niet bang, ik doe je niets. Ik kan niet praten, dus ik schrijf. Mijn naam is Dane, wij ben jij?" Het meisje kijkt me verbaasd aan als ik zit te schrijven, maar als ik de letters op het witte papier laat zien, begrijpt ze waarom ik niet praatte als reactie. Het meisje heeft lang blond haar, groene neus, slanke neus.. Ik prent haar gezicht in mijn hoofd. 1.67 lang, ik gok 60 kg zwaar. Hoektanden, vampier. Blanke huid. Mijn weerwolfinstinct zorgt ervoor dat ik mensen bestudeer, zonder iets van ze te vinden. Ik onthou gezichten, daardoor ken ik alle soldaten in het kamp. Als er een indringer is en je vraagt aan mij waar hij is, kan ik hem zo van de anderen onderscheiden. Ik weet nog dat er een indringer in het kamp was. Ik zag het meteen en ik vertelde het met geschreven woorden aan Ilas.
"Nee, dat verbeeld je je, Dane," had hij gezegd. Ik schudde mijn hoofd, want ik was zeker dat hij hier hoorde. Ilas was daarna bezig gegaan met het maken van een computer om iedereen te indentificeren. Daaruit bleek dat hij echt een indringer was, haha. Het meisje haalt me met haar woorden uit mijn gedachtes. Mijn aandacht is weer gericht op haar, op ons.


Capitol
Straatmuzikant



Alissa.

Als hij zegt dat hij Dane heet geef ik hem een hand en ik zeg ''ik ben Alissa'' en ik glimlach lief naar hem. Hij is best wel knap. Maar ik moet me weer concentreren. Ik weer stapje vooruit en ik zeg ''ben jij een vampier?'' dat leek mij het verstandigst om eerst te vragen ik ken niet alle vampieren dus dit kon ook gewoon een vampier zijn die zich zelf niet liet zien. Als ik toch een beetje naar zn uiterlijk kijk schrik ik toch wel. Waarschijnlijk is het geen vampier maar een weerwolf. Ik blijf rustig want ik mag geen angst laten zien.
Account verwijderd




Dane

Weifelend neem ik haar hand aan en schud deze. Ze verraadt zichzelf door te vragen of ik een vampier ben, hoewel ik allang weet dat zij er één is. Niet alleen haar huidskleur en hoektanden verraden dat -ook haar ogen. Tussen het groen zie ik duidelijke rode slierten, alsof er bloedvaten door haar irissen lopen. Als reactie op haar vraag schud ik mijn hoofd. ''Weerwolf,'' schrijf ik in het schriftje die ik nog steeds in mijn handen vasthoud. Ik twijfelde of ik zou gaan liegen en zeggen dat ik een vampier ben, maar dat leek me toch geen slimme zet. Ze zou dan toch wel achter de waarheid komen, want ik kan mijn ras niet zo goed verschuilen.
''Ik doe je op dit ogenblik niets.'' Ik grimas als ik de woorden op papier zet. ''Ga jij mij ook niet bijten? Wapenstilstand?'' Ik draai het schriftje om en ik laat het haar lezen. Terwijl ze het leest, scan ik de omgeving af. Ik ben op mijn hoede, want stel.. Stel dat ze een list is. Ik ruik nog eens in de lucht en ik twijfel of de kust wel veilig is.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste