ladybambi schreef:
Ja, het was waar. Drew zijn grootste angst was uitgekomen. Een angst die hij als kind niet had, en nooit zou mogen laten merken. Een angst die niemand zou mogen zien. Hij was getrokken. Zijn naam was uit de bokaal gehaald. Normaal gesproken stelde een career zich vrijwillig op. Het probleem was alleen dat het nu niet mocht. Drew was de enige levende zoon van een overwinnaar. Het zou een schande voor hem en zijn vader zijn als een ander vrijwillig naar de spelen zou gaan. Een grotere schande zou er zelfs niet eens bestaan!
Drie jaar geleden was dit ook gebeurt. Met zijn broer, William. Beide werden op hun 15 jarige leeftijd getrokken. Niemand die het van ze over zou kunnen nemen, aangezien het gewoonweg een schande zou zijn. Op dat moment was Drew nog niet bang. William was tenslotte een kind van pap. Een overwinnaar. Hem kon niets gebeuren, toch? Stiekem was Drew mee geglipt naar het Capitool. Wat moest hij anders? Alleen achterblijven met zijn stiefvader tijdens de spelen? Nee bedankt zeg. Toen hij gevonden werd, was er geen weg meer terug. Ze waren het district al uit. Dus werd hij bij zijn broer in een kamer gezet. De hele reis naar het Capitool zaten ze te praten over de spelen. Hoe William hem zou winnen. Hoe William terug zou komen als een held. Wat een leugen, William kwam niet terug. Nooit meer zou hij met William kunnen lachen of dwaze broer dingen doen. Plezier maken.
Nu was het anders. Hij wist beter nu. Om te winnen moest je meer zijn dan alleen de zoon van een oude Victory. Je had talent nodig. Een talent dat zowel hij als William niet van hun vader hadden geërfd. Drew wilde niemand doden. Hij wilde gewoon zo onopvallend mogelijk blijven, wat behoorlijk lastig was in district 1 als zoon van een victory, maar toch lukte het hem aardig. Drew was een vriendelijke, maar verlegen jongen. Toch werd hij nu gedwongen iemand te zijn wie hij niet was.
Terwijl de trein vaart minderde en de grote, moderne, gebouwen van het Capitool door de ramen in zicht kwamen, dwaalden zijn gedachten af naar het moment tussen zijn trekking en het vertrek uit district 1 in. Zijn vader was dingen aan het regelen voor het vertrek. Zodat hem tijdens de reis niets te kort zou komen, maar zijn stiefvader kwam even bij hem langs. Zogenaamd om afscheid te nemen en hem succes te wensen. De laatste woorden waren echter niet zo succes wensend. “Je broer was een mislukkeling Drew, stel me niet teleur. Zet je vader niet zo voorschut als die nutteloze broer van je. Hij was het niet waard om zo eervol te sterven. Hij heeft de hele familie ten schande gemaakt. Het is aan jou om die schande goed te maken” even bleef hij vervolgens stil, terwijl Drew kookte van woede. Waar haalde zijn stiefvader het lef vandaan om zijn broer een schande te noemen? Wie dacht hij wel niet dat hij was, na alles wat hij hun had aangedaan sinds zijn kindertijd? Hij kon alleen maar aan plekjes op onze lichamen komen, waar hij niet aan hoorde te komen. Hij kon alleen maar schelden, mishandelen en ga zo maar door. Toch bleef Drew even rustig. Het had geen zin om iets te zeggen. Dan maakte hij zijn vader alleen maar kwaad en als hij wilde overleven, had hij zijn vader toch echt nodig om sponsoren te regelen. “Ach, wat zeg ik ook? Je broer en jij kunnen ons alleen maar teleurstellen. Jullie zijn nutteloos. Gefeliciteerd met je trekking” zei hij vervolgens en liep hoofdschuddend weg. Net op het moment dat Drew zijn stiefvader een klap wilde verkopen, een klap uit naam van alle opmerkingen en daden van de afgelopen jaren, ging de deur open. Een vredesbewaker trok Drew overeind en begeleidde hem naar de trein toe. De zelfde trein die nu het Capitool binnen reed, al had Drew niet gezien hoe de trein er uit zag, behalve zijn kamer dan. Hij wist het nog wel van de tijd met zijn broer hier.
Na een tijdje stond de trein helemaal stil en liep hij de kamer uit. Hij droeg nog steeds de kleren van de trekking. De kleren die zijn broer aanhad tijdens het interview voor de spelen. Een elegant pak, wat hij bij elke trekking droeg, ook al was hij vroeger wat te groot. Tegenwoordig paste hij als gegoten, al vond Drew het verschrikkelijk. Het pak deed hem denken aan de dood van zijn broer, en het stond ook al niet. Toch stond zijn vader erop dat hij hem droeg. Natuurlijk had de stylist van het Capitool hem een beetje aangepast toen William stierf, maar niet heel erg.
Zuchtend liep Drew naar de deur en wachtte daar tot ze open gingen. Zijn district genoot stond al te wachten. Ze droeg een vrolijk jurkje met vele diamanten sieraden. Haar naam was Diana, maar zelf noemde ze zich liever Diamant. Ze was hier wel vrijwillig in terecht gekomen. Ze had zichzelf vrijwillig opgesteld voor een meisje van 12, dat getrokken werd. Diana zelf was 18, dus haar laatste jaar om kans te maken was verkeken. Daarom ging ze vrijwillig. Langzaam liepen zij lang het publiek in de richting van de appartementen. Drew had gehoopt het gebouw van de tributen nooit meer te hoeven zien. Maar helaas, hij had niet alle touwtjes in handen. Toen hij eenmaal op hun verdieping was, verdieping 1, liep hij direct door naar de kamer die hij en William drie jaar geleden met elkaar hadden gedeeld. De kamer was nog niets veranderd. Nog altijd even chique als altijd. Iets waar hij van walgde.
Langzaam liet hij zich op het grote bed zakken. Het matras veerde een beetje onder zijn gewicht. De lakens voelden zacht, glad, maar vooral heerlijk warm aan. Zelfs al lag hij er nog niet onder. De kamer was groot. Net iets groter dan zijn kamer in de overwinnaarswijk. De badkamer grensde aan zijn nieuwe, tijdelijke kamer. In het midden, tegen de muur, stond een grote kast vol kleren. Drew wist wat erin zat. Normale kleren en trainingskleren. De kleren voor het interview en de parade zouden worden gebracht, maar waren er waarschijnlijk nog niet.
Na een tijdje werd Drew uit zijn gedachten getrokken door de bommende stem van zijn vader. “Drew, het is tijd om naar de stylisten te gaan. We hebben dit jaar nieuwe gekregen. Je zult ze vast aardig vinden” zei de stem van zijn vader, al betwijfelde hij of hij de stylisten ook echt aardig zou vinden. De vorige was een heks. Letterlijk. Een mooie, neppe heks als ze een bezem zou hebben gehad. Terwijl Drew naar de lift liep, vroeg hij zich af wat er zou gebeuren. Hij had de vorige keer niet mee naar binnen gemogen. William moest alleen, maar hij had William horen schreeuwen buiten op de gang. William was nooit iemand die schreeuwde, maar dat was duidelijk te horen. Zijn vader nam hem mee naar een kamertje. Diana was al in het kamertje ernaast. In de kamer stond een groot bad, een bed en allemaal vreemde apparaten, die je zogenaamd nog mooier zouden maken. In Drew zijn ogen waren het martelapparaten. Een speciaal dingetje met een rode diamant erin. Waarvoor zou die gebruikt worden? Eigenlijk betwijfelde Drew of hij het wilde weten. Langzaam kleedde hij zich uit en trok het soort jurkje aan. Rustig ging hij op het bed zitten en wachtte tot zijn stylisten kwamen, die hem klaar maakten voor zijn hoofd stylist.
De details van het klaarmaken zou hij jullie maar besparen. Drew wilde het er gewoon op houden dat het verschrikkelijk pijnlijk was. Hij had zich altijd goed verzorgd, maar dat was voor de stylisten niet genoeg, maar hij was allang blij dat er niets aan zijn zwart/witte haar werd gedaan. Dan zou hij echt flippen. Goed, het werd in model gebracht, maar gelukkig niet geverfd of wat dan ook. Naast zijn haar kreeg hij ook make-up op. Zijn ogenleden werden bijna zwart gemaakt, waarna er fel blauwe diamantjes op geplakt werden. Diamantjes die bij zijn paradeoutfit zouden moeten passen, volgens de stylisten. Toen kwam de hoofd stylist binnen, die Drew eens goed bekeek. “Maak je geen zorgen, we zullen die afstotende trekjes van je goed camoufleren. Je zult er straks geweldig uitzien” zei hij met een glimlach en ging aan het werk. De hoofd stylist had zich voorgesteld als Steele. Een aparte naam, zoals alles hier in het Capitool.