Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Dazy
Fijne dagen 🎄
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG // First.
Anoniem
Landelijke ster



This game is just about to get serious.

Jij: meisje
Ik: Alex Miller {18}



Alex:
Moeizaam open ik mijn ogen. Pijn schiet door mijn hoofd. Wat is er gebeurd? Steunend op mijn handen ga ik overeind zitten. Ik moet een paar keer knipperen voordat het beeld voor mijn ogen scherp wordt. Met grote ogen kijk ik om me heen. Om me heen zie ik een stuk of 10 andere jongeren liggen. Zij zijn zo te zien nog niet wakker. Wat doe ik hier? Het laatste wat ik me herinner, is dat ik met mijn ouders ruzie had over school. Ik had voor de zoveelste keer weer gespijbeld. Dat deed ik vaker, aangezien ik school niet echt interessant vond. Ik kon wel in de lessen gaan zitten, maar ik zat toch nooit op te letten. Dus wat moest ik daar dan? Een beetje mijn schrift vol tekenen en wachten tot al die uren voorbij zouden gaan? Dat ging ik dus echt niet doen. Maar mijn ouders vonden die reden niet goed genoeg. Zij wilden dat ik goed mijn best ging doen en mijn diploma ging halen. Zodat ik naar een goede universiteit kon. Zelf wilde ik helemaal niet naar een universiteit. Van kleins af aan wilde ik al naar de kunstacademie. Zonder dat mijn ouders ervan wisten, sneakte ik 's avonds vaak het huis uit om graffiti te gaan spuiten. Er was een muur speciaal voor graffiti gemaakt niet ver van ons huis. Daar stond ik dan een kwartiertje te spuiten, en ging daarna snel weer terug zodat ik optijd weer thuis was. Mijn ouders hadden het tot nu toe nog nooit doorgehad. Het was echt een van de dingen die ik écht leuk vond om te doen, waar ik echt goed in was. Maar het zou er toch nooit van komen. Mijn ouders zijn nou eenmaal niet echt makkelijk over te halen.. Ik schrik weer even op uit mijn gedachten als ik een zoemer hoor afgaan. De anderen worden nu ook ineens wakker, en allemaal kijken we elkaar verward aan. Wat was er allemaal aan de hand? Ik kijk weer even rond en mijn blik valt op een luidspreker, die aan een van de takken van een boom hangt. Er klinkt een piepend geluid. Daarna hoor ik een mannenstem door de luidspreker. "Hallo kandidaten. Ik heet jullie van harte welkom bij de 20e Spelen!" Mijn adem stokte even. Ben ik nu... Moet ik nu... meedoen aan de spelen? "Zodra deze zoemer klinkt..." Er klinkt weer een hard geluid en mijn oren beginnen ervan pijn te doen. "Dan zijn de Spelen officieel begonnen. Ik wens jullie veel geluk!" De mannenstem verdwijnt, en er wordt afgeteld. Even kijk ik in paniek naar de andere jongeren. Waarom wist ik hier niets van? "3... 2... 1..." De zoemer klinkt weer, en galmt door het hele bos. Wat moet ik nu doen?  Nog helemaal in shock duw ik mezelf omhoog en ga ik staan. Waar moet ik heen? Ik kijk nog een keer rond. Het is overduidelijk dat de zij ook niet weten wat ze moeten doen. Ik keek nooit naar de Spelen, ik vond het altijd maar onzin. Wat vonden mensen er nou leuk aan om te kijken hoe anderen hun levens opofferden voor een spel? Ik moet hier weg.. Ik wil dit niet! Ik zucht even gefrustreerd en begin keihard het bos in te rennen.
First
Internationale ster



Hope: 19  ------------------------------->

De deur ging langzaam open en ik zag de voorste kandidaten zich door de poort iets wat een bos voor moest stellen inrennen. Ik stond een beetje in het midden van de menigte, dat deed ik altijd. Dat leek me het meest veilig. Ik keek naar mijn voeten en wachtte tot de poort verder openging. Ik had een erg stevig donkerblauw/zwart pak aan dat strak om mijn lichaam zat. Ik had er een zekere steun aan, maar toch kon ik me goed bewegen. De laarzen die ik aanhad sloten goed aan bij het pak, er kon niets in mijn laarzen komen. Alleen mijn nek, hoofd en handen waren niet bedekt. Toen ik opkeek begon degene voor me in beweging te komen. Ik volgde hem. Ik rende het ´bos´ in, zo hard als ik kon. Ik wist dat het eerste stuk een van de gevaarlijkste was. Hier kwam het gevaar van alle kanten. Vlak voor me hoorde ik een harde schreeuw. ´Shit,´ vloek ik in mezelf. Ik veranderde mijn richting ietwat naar rechts en vervolgde mijn tocht de helling af. Onderaan, helemaal aan het eind van deze baan was ik veilig. Ik stelde het me voor in mijn hoofd. De keren dat ik ´veilig´ beneden aankwam en alle mede ´overlevingskandidaten´ omhelsde. Ik verlangde naar de opluchting die keer op keer weer door me heen ging, maar ik wist heel goed dat dit zo maar de laatste keer zou kunnen zijn. Ik heb het er iedere keer nog met geluk van af weten brengen, maar wie weet, was dit geluk nu over. Ik probeerde de gedachten weg te stoppen en me weer te focussen op het spel, de doolhof waarin ik was beland. Ik zag een schutter staan en legde mezelf in een milliseconde op de grond. Vanaf hier tijgerde ik naar een gebied waarvan ik dacht dat het veilig was en stond ik op. Ik zag de rivier al liggen. Nog ongeveer honderd meter en ik had het eerste deel overleefd. Plotseling voelde ik een pijnscheut in mijn oor. Een pijl vloog in mijn richting en raakte mijn oor. *Scherp blijven Hope*, gonsde het door mijn hoofd. Eindelijk had ik de rivier bereikt. Hier was een veilige zone van ongeveer tien meter lang, oneindig breed. Ik zag verschillende nieuwkomers op de grond liggen. Dit was de plaats waar ze wakker werden en niets wisten. Wat was het toch gemeen eigenlijk. Ik stond even stil en dronk een slok water uit een flesje dat ik aan mijn pak had vastgemaakt.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Ik blijf maar rennen en rennen. Ik wilde hier helemaal niets mee te maken hebben! Ik snapte überhaupt niet eens hoe het spel werkte. Ik keek nooit tv, aangezien mijn ouders er niet genoeg geld voor hadden. Maar ik neem het ze niet kwalijk. Het leven was nou eenmaal hard hier. Vroeger vond ik dat schamend, dat ik achterliep op iedereen. Elke keer op school liet iedereen trots hun cadeau zien voor hun verjaardag. Ik moest altijd al blij zijn als ik al iéts kreeg. Maar door de jaren heen heb ik  me erbij neergelegd, en geleerd om blij te zijn met wat ik had. Ik had dan ook altijd een hekel gehad aan de 'populaire' mensen op mijn school. Ze waren altijd zo bezig met hoe ze eruit zagen en wat ze allemaal hadden. Zelf was ik totaal niet zo. Ik vond innerlijk veel belangrijker. Ik werd dan soms ook buitengesloten. Mensen op mijn school vonden me maar vreemd. Maar ik was nou eenmaal iemand die liever de dingen alleen deed. Alleen was ik toch veel beter af. En wie was er nou geïntresseerd in iemand als ik? Niemand dus. "Focus.." mompel ik tegen mezelf. Dit is nu niet het moment om weer weg te dromen zoals ik altijd op school doe. Ik moet me nu even op het spel concentreren. Het zweet staat al op mijn voorhoofd. Ik begin zwaarder te ademen en ik voel mijn benen bijna niet meer. Mijn hart klopte in mijn keel. Maar ik moet koste wat het kost door rennen. Ik zie dat ik richting een omgevallen boomstam aan het rennen ben, en spring er overheen. Gelukkig kom ik goed met mijn voeten terecht, en ik ren weer verder het bos in. Pff.. dat ging net goed. In de verte zie ik een soort rivier lopen. Het water zag er, voor zover ik dat kon zien, schoon uit. Ik zag er met grote letters 'Zone 2' staan. Wat zou dat betekenen? Ben ik daar veilig? Als ik daar nou een verstopplek ga zoeken. Misschien dat ik dan nog tenminste een overlevingskans heb hier. En dan kan ik vanzelf zien wat nou eigenlijk de bedoeling hiervan is. Ik sprint met de laatste kracht die ik nog in mijn benen heb naar de rivier. *Kom op, je bent er bijna!* gaat door mijn hoofd. *Nog even doorzetten..* Als ik bij de rivier ben, stop ik meteen met rennen. Hijgend sta ik daar dan, op een soort open plek midden in het bos. Zoekend kijk ik om me heen. Maar behalve bomen is hier niets. Een zucht verlaat mijn mond. En nu? Ik kan hier moeilijk in het zicht blijven staan. Zo ben ik een makkelijk doelwit voor de anderen. Zo gemakkelijk geef ik nou ook weer niet op. Ik besluit maar om in een boom te gaan klimmen en iedereen daarboven op te wachten. Niemand denkt er toch aan om naar boven te kijken of er iemand zit. Voorzichtig klim ik, tak voor tak, naar boven. In bomen klimmen was nooit echt mijn ding geweest. Net als survival. Maar nu moet dit maar. Ik heb geen andere keus. Wanneer ik na een tijdje op een van de hoogste takken zit, stop ik met klimmen. Ik kan nog nét tussen de bladeren doorkijken, en wacht rustig af. Mijn benen trek ik een beetje op in de poging om wat fijner te zitten. Maar veel helpt het niet. Waarom moet mij dit nou weer overkomen?
First
Internationale ster



Hope:

De rivier was zone 2. Een ander survivalparcours. Dit deel was dan misschien minder gevaarlijk, maar zeker niet minder eng. Ik maakte mijn flesje weer vast aan mijn pak na nog een laatste slok te hebben genomen. Daarna liep ik rustig naar de rivier. Ik zag de brug verschuiven. Voor zover je het een brug kon noemen dan. Het was belangrijk bij deze zone je evenwicht te houden. Behendigheid, dat is waar deze zone over gaat. Ik zet mijn voet op de eerste steen en zie de visjes mijn kant op komen. Op dat moment hoor ik geritsel vanuit de boom boven me. Van schrik trek ik mijn voet terug en laat ik me op de zachte aarde vallen. Als ik zie dat het geritsel van een andere speler is trekt de angst langzaam uit mijn lichaam weg. ´Rustig Hope. Je leeft nog. Adem door.´ Mompel ik mezelf toe. Voorzichtig sta ik op terwijl ik mijn omgeving bestudeer, maar ik kon geen schutters zien. Ik wende mijn blik weer tot de persoon in de boom. Waarom is hij die boom ingegaan? vraag ik me af. Het is toch juist de bedoeling naar het eind van het parcours, beneden in het dal te gaan? En wel zo snel mogelijk. Een twijfeling schiet door mijn hoofd. Misschien was er wat aan de hand.
Ik wist dat ik midden in het spel zat en ik wist dat anderen helpen alleen voor narigheid kon zorgen. Toch wilde ik wat doen. Er sneuvelden elke dag al te veel mensen aan dit gruwelijke spel. Ik herinnerde me mijn vriendin Katy. We kwamen tegelijk in deze nachtmerrie terecht en lagen bij elkaar in de slaapzaal. Ze was mijn maatje geworden. Maar nadat ze een keer voor me opgekomen is, heb ik haar niet meer gezien. Ik wist dat het gevaarlijk was, maar ik wilde wat doen. Ik wist dat Katy wat zou doen. Het spoorde me aan mijn mond te openen en wat te zeggen. ´Kan ik je ergens mee helpen misschien?´ Ik zei het niet te hard, maar hard genoeg om het de jongen te laten horen. Ik zag een schutter onze kant op komen en gebaarde dat hij stil moest zijn en keek naar de laagste tak van de boom. Hierna vervolgde ik mijn tocht de hoogte in. Met de hoop niet gepakt te worden. ´Oh god, je bent nieuw hè..´ Ik wende mijn blik van hem af. Hij was nog niet geprogrammeerd.Ik kon het niet geloven. Iedere dag werden er nieuwe levens toegevoegd aan deze doolhof. Iedere dag vielen er nieuwe slachtoffers. Welke zieke geesten hadden dit ooit bedacht. Deze jongen was amper volwassen...
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Ik blijf maar rondstaren. Waarom was ik hier? Ik snapte er echt helemaal niets meer van. Had ik iets gedaan waardoor ik hier kwam te zitten? Of hadden mijn ouders me hierheen gestuurd? Natuurlijk wist ik wel van de spelen, maar ik had nooit gedacht dat het er zó uit zou zien. Ik dacht altijd dat het ingestudeerd was, om de rijke mensen te vermaken en zo hoog mogelijke kijkcijfers te krijgen. Maar nooit had ik gedacht dat ik erin betrokken zou raken.. Tussen de bladeren door zag ik een meisje bij de rivier staan. Ze had een soort speciaal pak aan, het was haast een soort bescherming. En dan kom ik aan, met mijn joggingbroek, een wit t-shirt en een hoodie. Er valt een takje uit de boom, en ik vloek even binnendsmonds. Damned.. nu ben ik erbij. Ik zie dat ze omhoog kijkt, in mijn richting. Wat moet ik doen? Ik kan nu moeilijk uit de boom springen en haar gedag gaan zeggen ofzo. Maar ik weet gewoon echt niet meer wat ik moet doen. Ik weet niet eens wat dit spel inhoud. Laat staan waar ik heen moet of wat het doel hiervan is. Het enige wat ik weet is dat ik een hele waas in mijn gedachten heb, en me niet veel meer herinner over hoe ik hier gekomen ben. Ik kijk haar verbaasd aan als ze me vraagt of ze me ergens mee kan helpen. Ik wil net op haar vraag antwoorden, maar ze houdt haar hand voor haar mond. Gebaart ze me nou dat ik stil moet zijn? Voor de zekerheid houd ik maar mijn mond. Ik wil niet dat we beide gedood worden doordat ik niet naar haar luisterde. Het meisje klimt ook de boom in. Wat doet ze nou? Na een paar minuten zit ze naast me. Ben ik nieuw hier? Is dat hoe ze het noemen? "hmm.. ik denk het." mompel ik naar haar, waarna ik naar de rivier staar. Het zag er zo vredig uit. Je zou haast niet denken dat dit een spel van leven of dood was. Het deed me denken aan mijn oude huis. Ik woonde vroeger midden in het bos. Daar liep ook een klein riviertje doorheen, waar ik vaak zat als ik even alleen wilde zijn. Het maakte me op de een of andere manier rustig. Het was echt een van de enige plekken waar ik me echt thuisvoelde. Ik kijk weer naar het meisje. "Ben jij... een van hen?" vraag ik zacht. Ik wil niet dat iemand ons hoort. Dat kan onze dood betekenen. Ik herkende haar nergens van, en ergens was ik wel nieuwschierig naar wat zij hier deed. Ze zag er niet kwaadaardig of gevaarlijk uit. En iets in me zegt dat ik haar kan vertrouwen. 
First
Internationale ster



Hope:

Pas als de schutter ons voorbij loopt durf ik weer adem te halen, een diepe zucht ontsnapt uit mijn keel. Misschien had ik toch meteen door moeten lopen. Dan was ik al aan de andere kant geweest voordat de schutter deze kant op ging. Maar goed, nu zit ik in deze boom, met deze vreemde jongen. Omdat ik dus bedacht had deze jongen te helpen. ´Luister goed naar me.´ zei ik op een zachte toon bijna fluisterend, omdat niemand ons mocht horen. ´Ik leg het je uit. Dat beloof ik. Echt waar.´ Kort keek ik om me heen naar de grond. Het uitzicht vanuit deze boom was geweldig. Bovendien waren we goed beschut door de bladeren. Het moest een slimme jongen zijn, dat wist ik zeker. Al snel verbrak ik de stilte en vervolgde ik mijn woorden. ´Je moet me volgen en precies doen wat ik zeg. Niemand mag je zien, je moet je goed focussen. Het is een spel tussen leven en dood.´ Ik zag dat de jongen een beetje angstig uit zijn ogen keek. ´Je hoeft niet bang te zijn, geloof me. Maar je moet me volgen en doen wat ik zeg. Ik leg het je uit. Echt waar.´ Ik keek nog een laatste keer of er schutters in de buurt waren en sprong toen de boom uit. ´Blijf hier.´ Ik zette een stap op een steen aan het begin van de rivier die onmiddellijk naar beneden schoot. Snel zette ik mijn andere voet op de volgende dichtstbijzijnde steen een stukje verder de rivier in. Een zwerm van visjes bevonden zich om me heen. Ik zag hun tanden blinken in het water. Piranha´s, vertelde een vriend van Katy eens tegen mij. Behendig behaalde ik de overkant. Ik had dit immers al vaker gedaan. Ik wist dat het voor de eerste keer niet makkelijk was, maar ik de jongen niet ontmoedigen. ´Doe exact wat ik net deed.´ Riep ik naar de kant waar de jongen stond.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Ik zie het meisje met een vreemde blik naar de rivier kijken. Wat is er aan de hand? Dan zie ik tussen de bladeren door een man langslopen met een groot wapen bij zich. Daarom wilde ze dus dat ik stil was.. Ik luister aandachtig naar wat het meisje te zeggen heeft. Ze heeft het over dat het spel tussen leven en dood gaat, en mijn ogen worden groot. Natuurlijk had ik dat allang door gehad, maar alles kwam nu wat beter binnen als eerst. Eerst kon ik het nog niet geloven, en voelde het net alsof ik in een droom zat. Maar nu.. Nu merkte ik dat het echt was. Ik zou willen dat het maar een droom was.. Ik kijk haar na als ze de boom uitspringt en de rivier oversteekt. "Oke, ik moet dus voorzichtig over de stenen heen lopen. Ik moet het snel doen, maar ik mag niet met mijn voeten in het water komen.." gaat door mijn hoofd. Waarom, dat wist ik niet. Maar ik zag dat ze erg veel moeite deed om niet het in water te vallen. Dus ze zal er vast wel een goede reden voor hebben. Ik kijk nog even wat rond en wacht op haar sein dat ik naar haar toe moet komen. Ze schreeuwt naar me dat ik precies met doen wat zij deed, en ik spring de boom uit. Ik kom goed op de grond terecht, en ren naar de rivier toe. Even twijfel ik of ik het wel moet doen. Maar wat moet ik dan? Voor eeuwig in mijn eentje in die boom blijven zitten? Nee, dit was mijn beste kans om te overleven. En die moet ik pakken ook. Voorzichtig zet ik mijn voet op de eerste steen, maar die zakt al meteen het water in. Snel zet ik mijn andere voet op de volgende steen. Ik moet nu niet in het water vallen.. Zo ga ik door, en ik ben al een heel stuk op weg. Het einde van de rivier is al in zicht. Halverwege verlies ik bijna mijn evenwicht, maar ik weet me nog staande te houden. Dan kijk ik even om me heen. Waar is de volgende steen gebleven? Ik raak een beetje in paniek. De dichtstbijzijnde steen is iets meer dan een meter van deze vandaan! Maar ik heb geen keus. "Kom op, je kan het" moedig ik mezelf aan in mijn hoofd. Ik strek mijn been en ik kan met mijn voet nét de steen aanraken. Ik val bijna, maar ik krijg het gelukkig voor elkaar om mijn voet op de steen neer te zetten. Ik loop verder over de stenen die verspreid liggen over het water, en weet de overkant te halen. Ik zucht even opgelucht. Ik heb het gehaald! Ik loop naar het meisje toe en kijk haar vragend aan. "En nu?" fluister ik naar haar. Zo te zien heeft ze deze weg al vaker gevolgd, aangezien ze erg zelfverzekerd lijkt en precies weet wat ze moet doen. Dat kan ik niet van mezelf zeggen..
First
Internationale ster



Hope;

Ik zie hoe de jongen aarzelend mijn pad volgt. Hoewel verschillende stenen niet meer op dezelfde plek liggen, kiest de jongen toch de makkelijkste route. Als het halverwege bijna fout gaat, voel ik mijn hart in mijn keel bonken. Bang om hem af te leiden zeg ik daarom maar niets. Na nog enkele seconde beweegt de jongen zich in enkele stijve bewegingen naar de overkant. Ik merk aan een klein zuchtje dat hij erg opgelucht is. Ik heb me een aantal meter van het riviertje opgesteld en zie hoe de jongen naar me toe komt. Onder een onverzorgde laag zand en viezigheid zie ik twee sprekende, maar toch angstige ogen. Hij had wat van mijn ex, Jason. Al zag deze jongen er minder macho uit. Lang om nog over hem na te denken had ik niet. Ik moest door. Voor het eindsein klonk en we te laat waren. Dat we veel tijd verloren doordat we samen waren, was logisch. We moesten ons daarom extra haasten. Kort kijk ik hem in zijn ogen aan. 'Kom,' we hadden geen tijd te verliezen. Ik zou hem wel een andere keer alles uitleggen. 'Volg me.' We liepen een droog gebied in. Voor zover we de helling af konden kijken zagen we zand liggen. Er waren niet veel mensen te bekennen. Een zwarte stip stond aan de horizon. Een andere bevond zich ten oosten van ons. Het was een droge dorre boel. 'Deel 3' luidde een bordje. Deel 3 was een geval apart. Elke dag van de week was hier een ander gevaar. Zo had ik al eens meegemaakt dat er giftige padden rondsprongen die je absoluut niet wilde raken. Vandaag was het Donderdag. Tijd voor donder dus. Het werd donker boven onze hoofden en ik voelde dat hij naar me keek. Ik wilde hem niet bang maken dus leek het me het meest verstandig zo min mogelijk te zeggen. In de verte zag ik de donder inslaan. De zwarte stip was nog net dicht bij genoeg om te kunnen zien dat de persoon een sprong opzij maakte. Net op tijd.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Het meisje bekijkt me even. Ik glimlach klein naar haar. Zij zag er ook niet slecht uit. Een mooi figuur, blond stijl haar dat glanst in het zonlicht. Haar lach was betoverend, en ze heeft echt de mooiste ogen. Ik kon er zo in wegdromen. Ik wend mijn blik weer af als ik merk dat ik een beetje aan het staren ben. Ik wil haar niet ongemakkelijk laten voelen. Dat was het laatste wat ik nu nodig had. En het was er nu ook niet het moment voor. Ik moet me concentreren op het spel als ik hier levend uit wil komen. Ik loop haar achterna en we komen in een soort woestijn gebied terecht. Hoe kan dit? Een paar minuten geleden liepen we nog in groot bos dat helemaal vol stond met planten en bomen. Er stroomde zelfs een rivier doorheen. En nu.. Nu zijn we in een grote zandbak beland, met geen plantje te bekennen. Een klein bordje met 'Deel 3' staat in het zand geplaatst. Dus de Spelen bestonden uit verschillende delen.. Vandaar dat er 'Zone 2' stond bij de rivier waar ik in de boom zat. Betekent dat dan dat ik tot nu toe 2 delen heb overleefd? Ik begin steeds meer van het spel te snappen. Maar nog steeds niet genoeg om te weten waar we heen moeten, of wat ik nou moet doen. Het is en blijft een vaag en stom spel. Ik hoop maar dat het meisje me meer kan vertellen.. Ik staar even naar de lucht, die langzamerhand erg donker wordt. Het was net nog stralend weer! Er was geen wolk in de lucht te bekennen. Een keiharde donder klinkt in mijn oren, en verschrikt kijk ik rond om te zien waar het had ingeslagen. Waarschijnlijk niet ver van ons vandaan. In de verte verschijnt er nog een bliksem Snel denk ik terug aan een natuurkunde les. Een paar maanden geleden hadden we het ook gehad over blikseminslagen. Het was zo'n beetje een van de enige lessen die ik mee had gekregen. Ik begin te tellen, om zo te kunnen bepalen hoe ver het van ons vandaan was ingeslagen. Na 5 seconden hoor ik de donder pas. Ik begin te rekenen in mijn hoofd. '5x325=..'       "1625 meter" mompel ik. "Het is 1625 meter van ons vandaan." Dat was niet erg ver meer. Een bliksem bewoog vaak erg snel naar je toe, en als het maar iets meer als anderhalve kilometer van je vandaan is.. Dan ben je dus in de gevarenzone. "We moeten nu gaan rennen, voordat het te laat is" Ik trek het meisje met me mee en begin zo hard mogelijk door het zand te rennen. Er klonk weer een donder, dit keer veel dichterbij. Ik wist het zeker, de volgende bliksem zal bij ons terecht komen. "Liggen, nu!" roep ik, waarna ik op de grond duik. Een fel licht verschijnt voor ons. Een oorverdovend geluid klinkt in mijn oren. Mijn ogen knijp ik dicht, als voorbereiding op de pijn die komen gaat. Maar seconden gaan voorbij en ik voel niets raars. Het licht verdwijnt langzaam, en het is weer donker. Voorzichtig open ik mijn ogen en kijk naast me. Het meisje ligt er nog, levend en al. Ze was volgensmij net zo erg geschrokken als ik. "Gaat het?" vraag ik bezorgd. 
First
Internationale ster



Hope; 

Ik voel de verbazing van de nieuweling. Het was eenzelfde reactie die ik had toen ik voor het eerst in dit spel rondliep. Het was ook erg gek om te zien hoe snel het weer kan omslaan, of de omgeving. Het was allemaal geprogrammeerd. Het duurde enkele dagen voor ik dat besefte. '5x325=... 1624 meter'.  Waar had deze jongen het toch over?'Maar voor ik erover na kon denken voelde ik een por aan mijn arm. Rennen, ja, dat was een slim idee. Maar we moesten oppassen. Door het rulle zand kwamen we veel langzamer vooruit dan dat we gedacht hadden. De donder verplaatste zich in tegenstelling tot ons veel sneller. 'Liggen nu!' Ik dook als een speer naar de grond. Moest ik eigenlijk wel naar hem luisteren? Schoot het door me heen. Wie zegt dat hij te vertrouwen is? Toch nam ik het zekere voor het onzekere. Ik lag immers al op de grond. Het werd dan ook wel erg gevaarlijk met de bliksem zo dicht bij ons. Binnen een seconde dat de jongen geopperd had te gaan liggen verscheen er een fel wit licht voor mijn ogen. Ik sloot ze snel waarna ik een harde klap hoorde en de aarde onder me voelde trillen. Ik had het weer geflikt., dacht ik bij mezelf. Weer ben ik op tijd naar de grond gedoken en heb ik de bliksem weten te ontwijken. Er ging een warm gevoel door mijn lichaam. Ik open mijn ogen en staar in het verbaasde gezicht van de jongen. 'Hope,' zeg ik terwijl ik rechtop ga zitten en hem een hand geef. 'Maar we moeten door, echt we hebben geen tijd te verliezen.' Ik sprak met angst en dwangmatigheid. Ik ging ervan uit dat de jongen wilde doorgaan en overleven, zo niet zou ik hem hier achterlaten. Ik stond op en keek naar mijn pak dat van top tot teen bedekt was met zand. Toen ik om me heen keek zag ik enkele meters van ons vandaan een zwart gat met een scheur in de grond. Daar was de bliksem ongetwijfeld ingeslagen. We hadden onwijs veel geluk gehad. Ik keek de jongen enkele seconde aan, waarna ik mijn blik naar boven richtte. De bliksem was nog niet voorbij. Achter ons zag ik een andere kandidaat aankomen, die wilde vast gebruik maken van ons. Dat had ik zelf ook al vaker gedaan, andere kandidaten als afleiding gebruikt. Door het volgen van een andere kandidaat had je zelf meer overlevingskansen. Die kandidaat lokte dan de vijanden naar zich toe, zodat jij vrijuit je weg kon vervolgen. De bliksem had op ons ingeslagen. De kandidaat achter ons had hierdoor genoeg tijd om een heel stuk dichter bij te komen. Ik wierp een blik omhoog, maar wist al snel genoeg.  'Liggen!' Riep ik deze keer. Gelukkig dook de jongen meteen op de grond. Deze knal was iets minder dicht bij, maar nog steeds in de buurt. Ik stond op en keek naar de plek waar de bliksem in had moeten slaan. Een lichaam lag beweegloos op de grond. 'Ren!' Riep ik toen. We renden van het lichaam weg, de helling af, richting het einde van deel 3, het einde van het spel. De bliksem vervolgde zijn weg de andere kant uit, maar dat maakte niet dat we minder hard wegrenden. 
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Het meisje keek me met een beetje vreemde blik aan. Wat was er? Ze steekt haar hand uit en zegt haar naam. Hope heette ze dus. Het is een mooie naam, en eigenlijk paste het wel bij haar. "Alex" antwoord ik, en schud haar hand. Ik weet niet wat ik had gedaan als ze me niet had gevonden bij de rivier. Dan zat ik daar waarschijnlijk nu nog steeds, niet wetende wat ik moest doen. Het spel is ook zo onduidelijk.. En ik had de spelen nog nooit gezien, dus hoe moest ik nou weten wat de bedoeling hiervan was? Ik zucht onhoorbaar en kijk Hope weer aan. Moeizaam weet ik mezelf weer overeind te krijgen. Mijn shirt zat helemaal onder de vieze vegen, en mijn broek was onderhand al een beetje gescheurd bij mijn knieën. Ik ben vast ergens vast blijven zitten toen ik in de boom aan het klimmen was. Ik kijk rond, en zie iemand naar ons toe rennen. Waarom achtervolgt hij ons? Hope roept ineens naar me dat ik moet gaan liggen, en ik duik weer op de grond. Er klonk een harde knal, en verschrikt kijk ik achter me. Er lag iemand op de grond. Moeten we hem niet helpen? Hope begon weg te rennen, en zo snel als ik kan sprint ik achter haar aan. Nee, ik kan nu niets meer doen om die persoon te helpen. Het was hem of ik. Een grote zandhelling komt steeds dichterbij. Hope rent er hard op af. Zakken we dan niet door het zand als we daarover heen rennen? Nee, ik had nu geen tijd voor dit soort gedachtes. 'Niet nadenken en gewoon rennen sukkel' zegt een stemmetje in mijn hoofd. Ik ren van de helling af, wat nogal moeilijk gaat. Door het zand was het erg zwaar rennen en je komt haast niet vooruit. Ik merk dat Hope net zoveel moeite heeft met het vooruit komen als ik, en pak haar arm snel vast. Ik was inmiddels al een paar meter voor haar, en kon haar moeilijk achterlaten. Zij was mijn enigste kans om hier levend uit te komen. Ik trek haar achter me aan, en ren verder. Hijgend staan we onderaan de helling. Ik laat haar weer los en veeg een klein beetje zweet van mijn voorhoofd af. Dat ging maar net goed.. Mijn hart klopte in mijn keel, en ik sta helemaal te trillen van de adrenaline. Ik haal even diep adem. Voor ons staat een bordje met 'Deel 4'. "We hebben het gehaald" Weet ik nog uit te brengen. Het is ons gewoon gelukt! Een grote grijns verschijnt op mijn gezicht.
First
Internationale ster



Hope;

Ik voelde een kneepje in mijn arm, maar trok hem niet terug. Het voelde dwingend, maar tegelijk ook zorgelijk. De jongen die zich Alex noemde pakte mijn arm stevig beet en trok me achter zich aan richting het einde van deel 3. Het zand voelde zwaar aan en hoe hard we ook probeerden vooruit te gaan. Het leek alsof het losse zand wilde dat we hier bleven. Plotseling begon het enorm hard te waaien. Ik voelde wat zand in mijn ogen komen en kneep ze dicht tot op een kiertje na, zodat ik toch nog wat kon zien. Nog steeds bij elkaar renden we deel 3 uit. Richting het volgende deel. Na enkele minuten van zwijgen bereikten we de laatste korrels zand. Ik zag het bordje deel 4 al hangen. 'We hebben het gehaald!' Riep Alex. Maar voor hij zijn zin af had, veranderde de omgeving om ons heen. Zo ver we konden kijken was het wit voor onze neus. Ik zag Alex verschrikt achter zich kijken. Hij zou wel denken.. 'Kom, we moeten snel zijn.' Ik rende voor hem uit een kleine helling op en keek in de verte. Ik zag de grot al liggen. Verder was er niets te zien dan ijs en sneeuw. Van kou was geen sprake. Bij mij in ieder geval niet. De adrenaline raasde door mijn lijf. Bovendien was ik nog aan het hijgen van het rennen voor de bliksem. Dat was in ieder geval één ding aan dit spel. Wanneer je overleefde, en bleef overleven, kreeg je een topconditie. Telkens weer gaan, telkens weer alles geven. In deze goede lichamelijke conditie was ik nog nooit geweest. Het was dan ook niet heel gek dat ik merkte dat Alex meer moeite had met op adem komen dan ik. 'Houd nog even vol, we kunnen dit..' Ik probeerde Alex gerust te stellen maar tegelijk ook te motiveren. We moesten meer ons best doen wilden we op tijd zijn. 'Let's go!' Riep ik waarna ik mijn weg vervolgde in de richting van de ijsgrot enkele honderden meters verderop. 'Pas op dat je niet in het water valt.' Ik sprong over een gat in het ijs heen dat meer leek op een plas water. In werkelijkheid lag hieronder de oceaan. Ik had van medekandidaten begrepen dat wanneer je eenmaal in het water viel, je er niet meer uitkwam. Het zou ijzig koud zijn, wat ik gelukkig nog nooit heb hoeven ondervinden.
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Lang bleef de grijns niet op mijn gezicht. Alles om ons heen werd wit. Verschrikt kijk ik naar Hope. Hoe kon dat dan ineens? Ik heb nog nooit zulke omstandigheden meegemaakt.. Sneeuw en ijs, dat was alles wat er hier te bekennen was. Geen planten of bomen meer, geen zandheuvels en de brandende zon die net nog in mijn gezicht scheen. Ik kon mijn adem al zien in de lucht. Ik voel hoe ik zit te beven van de kou. De kleding die ik aanhad was niet bestemd voor dit weer. Kippelvel verschijnt op mijn blote huid, die steeds bleker leek te worden. Mijn adem was intussen al zichtbaar geworden. De temperatuur was ineens wel héél erg gedaald.. Nog steeds een beetje in paniek ren ik achter Hope aan die lijkt te weten wat we moeten doen. Ik begin onderhand al wat zwaarder te ademen. Mijn conditie was nooit slecht geweest, maar ik had me dan ook nooit voorbereid op iets als dit. Maar dat was nu het laatste waar ik me nu druk over maakte. Overleven, ik moet dit zien te overleven.. Ik knik dankbaar naar Hope die me een beetje probeert te motiveren. Veel hielp het niet, maar ik waardeer het dat ze haar best doet. Ze had me ook gewoon in die boom kunnen laten zitten. Dan was ik misschien al wel dood geweest. "Let's go" hoor ik Hope nog roepen, en ik sprint weer achter haar aan. Ik probeer alle kracht en energie die ik nog over heb te gebruiken. Mijn benen voel ik al bijna niet meer, maar niets kan me nu nog tegenhouden. Als het aankomt op doorzettingsvermogen, dan kom ik niets tekort. Zo snel mogelijk achtervolg ik Hope, terwijl ik probeer om niet in het water te vallen. Mijn voeten glijden steeds weg over het ijs. Gelukkig red ik het telkens nét om staande te blijven. De gaten in het ijs zagen er niet al te diep uit, het leken net gewone waterplassen. 'Focus' zeg ik steeds over en over tegen mezelf. Ik moet mijn aandacht hier nu bijhouden als ik niet dood wil. Hope heeft er niet al te veel moeite mee, gezien haar handigheid waarmee ze over het ijs loopt. Op het nippertje ontwijk ik een groot gat in het ijs. 'Shit, dat ging maar net goed' Ik bijt op mijn lip en knijp mijn ogen een beetje samen om nog goed te kunnen zien. Het was erg mistig, en veel meer dan een paar meter voor me kon ik niet zien.
First
Internationale ster



Hope:

Ik rende met hoge snelheid richting de ijsgrot. Ik ontweek de plassen aan mijn linker en rechter zijdes en vervolgde mijn weg zigzaggend vooruit. Behendig sprong ik over een smalle, maar tevens diepe spleet van stromend water. De spleet liep zo ver door als je maar kijken kon, wat door de mist niet heel ver was. Toch was deze smalle gleuf oneindig lang. Elke kandidaat in het spel moet over deze lijn heen. Ik nam dan wel vaak dezelfde route, toch moest ik de keren dat ik een andere route nam ook over deze gleuf heen. De spleet was een soort grens. Vanaf dit moment was er nieuw gevaar. Meteen toen mijn voeten neerkwamen op de harde ijs grond hoorde ik een soort brul. *Snel, snel, snel* maalde het door mijn hoofd. Ze hadden ons gehoord en kwamen eraan. We moesten rennen. Een seconde wierp ik mijn blik achter me om te kijken waar Alex bleef. Mijn hart sloeg over. 'Dat ging inderdaad maar net goed!' zeg ik met een opgelucht zuchtje als ik zie dat Alex zich nog net staande heeft weten te houden. Hij moest voorzichtiger zijn, anders haalden we het einde nooit. En de kans dat we hier dan ooit levend uitkwamen, was dan nog minder groot dan dat de kans al was..
Anoniem
Landelijke ster



Alex:
Hope was niet ver voor me. Ik heb haar dus nog aardig bij kunnen houden, gelukkig. Ze ging met gemak over het ijs heen. Ik snap niet hoe ze dat voor elkaar krijgt, ik zit hier een beetje te stuntelen in de hoop om maar niet door het ijs te zakken. Maar je hoort me niet klagen, ik heb flink geluk dat ik haar ben tegengekomen. Ik ren naar haar toe en stap over een grote gleuf. Tot grote opluchting houdt hier het ijs op. We hebben dit stuk ook weer overleefd.. Er klinkt een keiharde brul en ik kijk geschrokken om me heen. Waar kwam dat dan weer vandaan? Lang hoefde ik daar niet over na te denken. Er komt een groot beest vanuit de grot tevoorschijn. Hij keek ons woedend aan, en ik twijfel niet over wat zijn bedoeling was. Het kwam om ons te vermoorden.. Ik kijk naar Hope die ook met grote ogen naar het beest loopt te staren. Ze stond compleet stil en hield haar adem in. We moeten iets doen, voordat het te laat is. Ik kijk rond en mijn blik valt op een grote naaldboom een paar meter van ons vandaan. Voor de rest hebben we geen wapens, en meer dan deze boom was hier niet te vinden. Dit was onze enige kans op iets om ons mee te verdedigen. Zo snel als ik kan sprint ik erheen over het ijs. Mijn voeten glijden steeds meer weg over het gladde oppervlak. "Verdomme" mompel ik gefrustreerd. Waarom werkte er nou niets in mijn voordeel? Met veel geluk weet ik de boom te halen. Met volle kracht trek ik aan een tak, die in één keer afbreekt. Dan moesten we dit maar als wapen gebruiken. Iets beters viel hier toch niet te vinden. Ik klem de tak in mijn handen en richt mijn blik weer op het beest. Zonder ook maar weg te kijken loop ik voorzichtig terug naar Hope, die nog steeds niet lijkt te weten wat ze moest doen. We moeten nu niet te plotselinge bewegingen maken, dat kan onze dood betekenen. "Niet bewegen" sis ik bijna onhoorbaar. Ik houd de tak voor me en kijk het beest met een felle blik aan. "Kom maar op" mompel ik dreigend. Het aarzelde geen moment en kwam met een grote snelheid op me af rennen. Ik ga voor Hope staan en wacht op het goede moment om aan te vallen. Binnen een paar seconden is het beest al bijna bij ons. Ik sla met de stok op zijn kop, maar dat deed hem verder niets. Nog even strijdlustig bleef het overeind en kwam nog dichterbij. 'Laat dit alsjeblieft werken..' denk ik bij mezelf. Ik ben niet van plan om vandaag dood te gaan.' Hij zette zijn tanden in mijn been en ik kreun van de pijn. Dit overkwam mij ook weer.. Ik houd de stok zo dat de scherpe kant naar beneden is gericht, en haal een paar keer uit in de poging om het te doden.
First
Internationale ster



Hope:

Terwijl ik me zorgen begon te maken over het feit dat de tweede brul die te horen was nadat Alex de gleuf overging ineens een stuk dichterbij klonk, keek ik over mijn schouder in de richting van de grot. Daar stond het dan. Het beest van de dood. Een donkerbruine stip aan het begin van de grot. De grot waar deel 5 begon. De grot die ik normaliter al bereikt had in de tijd dat ik over de gleuf heen was gesprongen tot nu. Geen enkele speler die ik ooit gesproken had, wist hoe het beest, of beter gezegd monster dat de brul gaf wanneer je de gleuf gepasseerd had, eruit zag. Dat moest geweest zijn, omdat iedereen die het monster te zien kreeg, niet eens de kans had dit na te vertellen. Vanaf dat moment ging alles heel snel. In de verte kwam er een soort wolf beerachtig wezen op vier poten met een enorme vaart naar ons toe gesprint. Alex' reactie was niet het vluchten naar de grot die nu een stuk dichterbij was, in plaats daarvan liep hij naar de rand van het ijs, waar de naaldbomen begonnen. Nog steeds verlamd van schrik staarde ik in de richting van het monster dat als maar dichterbij kwam en voor ik ook maar kon beseffen wat Alex van plan was, was hij al terug met een spitse tak in zijn hand. Het beest minderde vaart, maar bleef op ons afkomen. Binnen enkele seconden was het dood. Alex' tweede actie moest zijn hart geraakt hebben. Het beest gaf geen kik en viel met een doffe bons op de harde ijsvloer. Een flinke lading bloed kleurde het ijs om het monster rood. Een golf van opluchting overspoelde mijn lichaam. Ik wilde aanstalten maken om Alex om de hals te vliegen, maar het moment dat ik in zijn ogen keek, wist ik dat dit niet het einde was. Langzaam draaide ik mijn hoofd in de richting waar de ogen van Alex naartoe keken. Daar zag ik wat ik al gevreesd had. Een tweede monster kwam ons met grote vaart tegemoet. Ik stapte in de richting van Alex terwijl ik het monster met mijn ogen in de gaten hield. We moedigden elkaar niet aan, we zeiden elkaar geen vaarwel. De eerste keer had Alex geluk, maar de kans dat het dit keer anders was, was de meest voorde hand liggende. In een razend tempo begonnen mijn hersenen te malen. Er moest een uitweg zijn. We moesten dit overleven. Toen zette ik het op een lopen. Ik rende weg van Alex zo hard ik kon terwijl ik afboog richting de grot. Het monster focuste zich op mij, zoals ik gehoopt had. 'Zorg dat het onverwacht komt!' Riep ik naar Alex op hoop van zegen.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste