Dauntless schreef:
De andere meermensen hadden Llyr verplicht bij het eiland te blijven. Blijkbaar had een groep piraten de schat gevonden van Redskin, die hem dan weer van hen had gestolen. Ook deze piraat hadden ze achtervolgd, maar hij had op tijd La Kabara bereikt, een eiland dat al sinds het begin der tijden ontoegankelijk was voor het meervolk. Zijn broeders en zusters hadden dag en nacht rond het eiland gecirkeld. Hij kon er niet eeuwig overleven, dat eiland zou zijn laatste rustplaats worden. Op de schat zouden ze moeten wachten. Mensen waren hebzuchtige wezens, ooit zou hun soort op zoek gaan naar deze schat. Ze zouden hen het goud en de juwelen laten meenemen en daarna het schip aanvallen. Vanop het eiland Alabasta keek Llyr toen naar de vernietiging van het schip. Krakens haalde met hun lange tentakels de masten naar beneden. Het geluid van versplinterend hout en het geschreeuw van mensen klonk hem als muziek in de oren. Eindelijk zouden ze terugkrijgen wat altijd al van hen was geweest. Oh, wat wilde hij graag gaan helpen. De anderen zeiden dat hij er niet geschikt voor was, dat zijn hart te week was om een mens te doden, maar daar dacht Llyr anders over. Hij zou gaan helpen, hij zou mensen gaan vermoorden, hij zou hen laten zien wat voor een meedogenloos monster hij kon zijn. Met een sierlijke duik sprong hij het water in en zwom in de richting van zijn soortgenoten, toen zijn aandacht getrokken werd door een rode vlek onder hem. Was dat een mens? Hij had er nog nooit een van zo dichtbij gezien. Wat leken ze erg op hen. De anderen zouden het vast niet erg vinden als hij haar meenam en van dichterbij observeerde, daarna zou hij haar zeker vermoorden.
"Je moet zwemmen." zei hij in hun taal, maar ze leek niet te reageren. Als ze zo verder bleef doen zou ze nog verdrinken. Mensen konden niet zo lang onder water bleven als ze wilden. Hij nam haar hand vast en trok haar naar de oppervlakte. Nog altijd vertoonde ze geen enkel teken van leven. Hij trok haar op het eiland en wachtte tot zijn staart was opgedroogd en veranderde in een paar benen. Voorzichtig porde hij haar met een stok. Hij wou niet te dichtbij komen, want de anderen vertelden de meest gruwelijke verhalen over mensen.