Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
O // Be aware of the choices you make
Rosalie33
YouTube-ster



Orpg met Dactyloscopie (hoop dat ik het goed schrijf, haha)

Ik: Maerlynn McLean - 19 jaar - steelt van de rijken en geeft het aan de armen (soort van Robin Hood dus) - goed in boogschieten - doet zich soms dapperder voor dan dat ze werkelijk is - de rest merk je nog wel c: 





Jij: Jongen + de eer om te beginnen (succes <33) 
Account verwijderd




Ik;

- Luke Shelton - 23 jaar - ridder in opleiding - redelijk gespierd in de bovenarmen - praat niet veel met vreemdelingen - zeer sterk - mysterieus - trouw - de geheimen van hem worden in het verhaal onthuld c: -


Account verwijderd




1 Mei 1475

Luke
Het is een mooie zonnige ochtend. Door enkele zonnenstralen in mijn gezicht, word ik gewekt. Het is erg rustig buiten, in het dorp. Dat mag ook wel, zo vroeg in de ochtend. Ik kom rechtovereind en realiseer me dat vandaag de dag is, dat ik voor het eerste tegen een gevorderde ridder mag vechten: dit mag ik écht niet verpesten. Toen ik al een kleine jongen was, ging ik graag met mijn vader naar area's om ridder gevechten te bekijken. Ook ging ik stiekem wel eens op oefenterreinen kijken, wat mij eigenlijk verboden was. Maar wat wil je als je enige droom is om ridder te worden, mensen op hun juiste plek te zetten, en allemaal vrouwen om je heen te hebben? Nouja, dat laatste... daar gaat het mij eigenlijk niet zo zeer om. Ik wil uit mijzelf halen wat erin zit. Ik wil geven wat ik kan. Ik wil het dorp verdedigen. Eerst ontbijt ik even met een simpel stukje brood, en wat water. Ons dorp is niet heel rijk, dat kun je wel merken aan de mensen hun kleding en leefgewoontes. Nadat ik klaar ben met eten ga ik meteen de deur uit, ik ben altijd iemand die op tijd komt. Vaak te vroeg zelfs. Ik trek de houten, krakende deur achter me dicht, en neem de rustige route door het bos naar mijn 'ridderschool'. Ik loop elke ochtend zo. Ik kijk even links opzij, naar het helder blauwe water in het meertje naast mij. Ik kan mijn weerspiegeling er in zien. Door de zonnenstralen glinstert het wat. Terwijl ik verder loop over het stenen paadje, hoor ik wat ritselen in de struiken. Ik kijk even opzij, snel zie ik in één honderste seconde wegduiken in de bosjes. Het leek wel een bruine... vacht. Mmh, dat zou vast wel gewoon een hert geweest zijn? Ik loop rustig door. Ik heb het altijd al fijn gevonden om buiten te zijn, in de natuur.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Al vroeg in de morgen zit ik verscholen in de schaduwen van het bos. Sinds ik gezocht word in het land, verschuil ik mij diep in het bos, samen met wat anderen waar ik mee werk. Niemand heeft problemen met het werk dat ik verricht, behalve de koning en de rijke mensen dan. Tja, ik had ook niet anders verwacht van ze. Ik steel hun geld en dierbare spullen, en geef het vervolgens aan de wat armere dorpen. Dit doe ik al jaren, sinds de dood van ouders eigenlijk. Ik was erg alleen en zwierf veel op straat rond. Niemand wilde mij in huis nemen, dus had ik geen andere keuze dan gewoon rond te dwalen en in stallen te slapen. Het stelen begon al met kleine dingen: wat brood, een glas water, nieuwe kleding, en zelfs een pijl en boog. Na een aantal jaar kwam ik erachter hoe ik slecht ik bezig was. Ik moest niet stelen van de mensen die arm waren, ik moest ze juist helpen. Langzaamaan begon ik met wat anderen te stelen van de wat rijkere. Het begon met graan, goudmunten, melk, en dat soort dingen. We brachten het naar de dorpen toe en maakten iedereen gelukkig. Iedereen, behalve alle rijke mensen. Hoe ouder ik werd, hoe wijzer ik ook werd. Ik begon steeds sneller te worden en wist ook steeds meer voor het volk te winnen, tot op een dag een aanplakbiljet mijn aandacht trok. Ik werd gezocht door de koning. In het begin schrok ik er wel van, maar uiteindelijk lachte ik er gewoon om. Niemand zal mij naar de koning toebrengen, het volk houdt nou eenmaal van mij. De enige mensen die mij echt naar de koning toe zullen brengen zijn zijn ridders. Dat is ook de reden dat ik hier nu zo verscholen zit. Ik houd al een tijdje een aantal mensen in de gaten uit een ander dorp, en ben erachter gekomen dat één van hen vandaag de eerste stap gaat zetten om een echte ridder te worden. Best gaaf als je er zo over nadenkt, maar het is niet gaaf als je je bedenkt dat de koning nieuwe ridders nodig heeft om míj op te sporen. Ik vind het soms al zo lastig om ze van mij af te schudden, laat staan als er nog een aantal bijkomen.
Mijn gedachtes worden ruw onderbroken wanneer ik wat voetstappen dichterbij hoor komen. Als ik opkijk zie ik dat het de jongen is. De jongen die vandaag zal trainen om een ridder te worden. Ik duik snel weg als hij dicht langs het struikgewas loopt en doe de capuchon van mijn cape weer over mijn hoofd heen, waardoor mijn gezicht geheel in een schaduw valt. Dat was op het nippertje. Straks had hij het nog door. Ik pak mijn boog wat steviger beet en zet nog wat stappen achteruit, waarna ik mij omdraai en weg ren. Ik zal zometeen nog wel richting de plek gaan waar hij les gaat krijgen, want uiteraard weet ik al waar dat is. Ik ben daar al te vaak geweest, zo vaak zelfs, dat ik de weg al blind kan afleggen.
Account verwijderd




Luke
Snel draai ik mij alert om, wanneer ik iets hoor wegrennen. Luke, maak je toch niet zo'n zorgen...er wonen óók dieren in het bos. Meteen besluit ik op de bosjes af te lopen, waar ik het geritsel hoorde. Voorzichtig trek ik de bosjes uit elkaar, met mijn handen, en kijk er tussenin, maar tot m'n verbazing zie ik niets. Er ligt wel iets. Langzaam buk ik om het van dichterbij te bekijken, en raap het op met de hand waar ik een leren handschoen overheen heb. Het is een pijl. Ik weet aardig wat van verschillende soorten wapens. Dit is een pijltje dat niet veel voorstelt, van een zelfgemaakt kruisboog, dat is bijna zeker. Ik stop hem in m'n broekzak. Het is wel wat vreemd... Sinds wanneer dragen dieren bogen bij zich? Luke! Waar zit je toch met je gedachten!? Het was natuurlijk van een jager, die het op een prooi gemunt had. Ben ik nu gewoon zenuwachtig voor mijn wedstrijd dat ik allemaal dingen aan het fantaseren ben? Ik haal een hand door m'n bruine lokken heen en zucht nuchter. Maandenlang heb ik hard getraind, dus ik moet me niet zo druk maken. Ik draai me om en loop nog een paar meter tot dat ik bij Devy aangekomen ben. Devy is mijn beste maatje, ook al sinds jongsafaan. We hebben nog nóóit ruzie gehad, zover ik mij het kan herinneren. Devy is wel een heel ander persoon dan mij: Hij is uitdagend en zoekt het juist óp. Tegenover hem ben ik een bescheidde jongen, en nogal wat 'verstandiger'. Maar het maakt hem geen slecht persoon, in tegendeel, hij is degene die mij altijd helpt met trainen. Ik zie Devy al op een afstandje uit de schuur komen lopen met Gizmo aan het touw vast. Gizmo is het paard dat ik krijg, als ik slaag in mijn ridder beproeving vandaag. 'Hey Luke!' Ik glimlach, en tik mijn gebalde vuist zachtjes tegen die van m'n vriend aan. 'En, zenuwachtig voor de wedstrijd?' Ik knik. -'Ja, wel n' beetje...' En haal m'n hand door het paard zijn manen heen. Ik weet dat ik vandaag tijdens de wedstrijd op Gizmo mag rijden. Zal ik daarom misschien een beetje nerveus zijn? 'Kom, laten we hem alvast opzadelen, we hebben nog 16 minuten.' Samen lopen we de grote bak in, waar je je paard kan opzadelen en rijden. Echt níemand mag mij in de weg zitten precies op deze dag. Ik wil echt niet falen in de test. Ik heb hier al zo hard voor getraind! Adem in.. adem uit. Ik hang het zadel over Gizmo heen, en pak hem bij het touw vast. We hebben nog zo'n 6 minuten voordat mijn tegenstander komt. Ik ben best benieuwd wie het zal zijn.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Voorzichtig hang ik de boog over mijn rug heen, waardoor het koord dus voor mij langsgaat. Dat was echt op het nippertje net. Ik loop weer richting een klein dorpje, nou ja, het is niet echt een dorp of zo, het zijn meer wat hutten voor mijn groep en mijzelf.
'Hey Lynn!' Hoor ik plots achter mij. Ik draai me met een ruk om en zie Arthur staan, mijn beste vriend. 'Man, laat me toch niet zo schrikken,' zeg ik lachend. Hier durf ik wel harder te praten, zelfs te schreeuwen. We zitten zo diep in het bos, dat niemand ons kan horen hier, echt niemand gewoon. Het is dan ook eventjes lopen, maar dan heb je ook wel wat als je het mij vraagt. 'Heb je nog een buit?' Vraagt hij, terwijl we het dorp in wandelen. 'Nee, ik was die jongen aan het achtervolgen totdat hij doorhad dat er iemand in de struiken zat,' zucht ik. Ik voel Arthur's hand op mijn schouder, wat hij meestal doet om mij te troosten. 'Zolang hij je niet heeft gezien is het niet erg Lynn, dat weet jij ook,' zegt hij met een zwak glimlachje. Ik knik even als antwoord en loop vervolgens naar het kampvuur toe, dat in het midden van alle hutten staat. Ik plof neer op een boomstronk en warm mijn handen even op. Ik ben niet de enige zo te zien, want de helft van onze groep zit hier. Met een zwakke glimlach kijk ik naar onze jongere leden, die volgens mij een jaar of twaalf zijn. Arthur en ik zijn de oudste van het hele stel. Hij is 20 en ik ben 19. De meeste hier zijn rond de 15 of 16 jaar, wat ook wel een mooie leeftijd is om dit te leren. Maar ach, het maakt niets uit hoe oud je bent, je bent namelijk nooit te oud om je bij ons aan te sluiten. 
Door een luid geklap worden mijn gedachtes onderbroken. Wanneer ik opkijk zie ik Felix en Sasha, een tweeling van 16 jaar, met een buit lopen. 'Wauw, netjes jongens,' zeg ik, diep onder de indruk. Ik kom overeind en loop naar ze toe. Nu ik wat dichterbij ze sta, merk ik dat ze wat buitenadem zijn. 'Werden jullie achtervolgd of zo?' Vraag ik wat lachend aan ze.
'Nou ja, een soort van,' zeggen ze tegelijk. 'We hebben ze op tijd afgeschud hoor, geen zorgen,' zegt Felix snel. Met een zwakke glimlach knik ik, en kijk ik vervolgens in de juten zak die ze bij zich hebben. Goudmunten, de beste buit voor het volk. 'Petje af hoor jongens, echt goed gedaan,' zeg ik met een glimlach die steeds breder wordt. 'Maar goed, jullie weten wat jullie nu te doen staat toch?' Ze kijken mij grijnzend aan en knikken beide als antwoord. 'Welk dorp?' Vraagt Sasha aan mij. 
'Het dorp dat ten westen ligt van de boerderij,' zegt Arthur, die plots bij ons is komen staan. Hij slaat zijn arm rond mijn schouders en glimlacht even naar mij. We kennen elkaar al sinds we klein zijn, en eigenlijk hebben we dit samen zo opgericht. Hij voelt echt als een grote broer voor mij, wat ook komt omdat hij mij heeft verzorgd toen ik bijna stierf van de honger. Sindsdien ben ik hem dan ook eeuwig dankbaar. Wanneer de tweeling weg loopt, kijk ik even naar Arthur. 'Niet te geloven hoe snel die twee leren,' zeg ik tegen hem. Ze zitten pas een maandje of twee in onze groep, maar hebben het al aardig onder de knie. Tja, dit is ook niet zo moeilijk om te doen. Iedereen kan dit wel, zolang je het, als je het aan mij vraagt, maar met goede bedoelingen doet.
Account verwijderd




Luke
Terwijl ik m'n ene been over de rug van het paard gooi, en mezelf omhoog hijs in t' zadel, zie ik een jongen, met blond, naar achter gekamd haar. In de verte komt hij aanlopen op zijn paard. Wie is dat? Zal hij degene worden, die ik moet verslaan in mijn beproeving?! Ik staar in de verte, en observeer hem. Een ding dat ik zeker weet is dat hij niet al te vrolijk vandaag, ik vind hem nogal opstandig kijken... alsof ik onder zijn niveau zit, ofzo. Devy kijkt omhoog, naar mij, en tikt me aan op m'n been. 'Luke, stop toch eens met onzeker zijn!' Stop toch eens met onzeker zijn, makkelijker gezegd dan gedaan. Pfoe. De jongen trekt aan de teugels van zijn paard, en gallopeerd in een rondje om mij heen, terwijl hij me van tóp tot teen bekijkt. Ik zie dat hij links naast me afremt. Devy trekt me zachtjes aan m'n arm, en fluistert zachtjes: Laat hem zien dat jij niet bang voor hem bent.
Ben ik dan werkelijk bang? Of meer onzeker? 'Hi, ik ben L...' maar mijn zin word al onderbroken, voordat ik mij heb kunnen voorstellen; ik krijg n' schouderduw, en val bijna van m'n paard af. Hij grijnst naar me, en fronst z'n wenkbrauwen. 'Bespaar je mijn praatjes. Laat maar zien wat je kan, tijdens de beproeving straks. Maar één kan de beste zijn, hehe.' Devy balt z'n vuisten meteen, maar met mijn arm hou ik hem tegen. 'Laat hem maar.' De jongen kromt zijn vinger een stukje en wijst hem naar beneden; Jij gaat down. Oké, om eerlijk te zijn ben ik nu nog meer nerveus, dan wat ik al dacht. Ik zie hem weglopen, opweg naar de area. Maar wat bedoeld hij met 'er kan maar één iemand de beste zijn?' Verwarrend kijk ik omlaag, naar mijn vriend, Devy. Hij kijkt met een vuile blik en een dicht geknepen oog tegen de zon in, naar de jongen. 'Wat zou hij van jou moeten?' Ik schud niets vermoedend mijn hoofd, en haal m'n schouders op. Ondertussen zijn er vele mensen uitgenodigd, die komen kijken bij de beproeving... nou ja, zeg maar eerder wedstrijd. Ze verzamelen allemaal bij de poort van de area, en het is érg druk. Ergens in de verte hoor ik iemand die mijn naam schreeuwt, en ik kijk die kant op. De man zwaait met z'n arm naar zijn kant toe, in het teken dat ik moet komen. Maar ik begrijp nog steeds niet wat die jongen van net bedoelde, 'er kan maar één iemand de beste zijn...' Misschien kan ik het beste even om duidelijkheid gaan vragen. 'Kom mee, het gaat zo beginnen!' Devy draait het touw van het halsster losjes op z'n hand heen, en trekt mij op t' paard mee naar de area. De tribune is al aardig gevuld met mensen, maar de meeste mensen die nog moeten komen staan nog buiten. Ik kijk rond, maar ik kan mijn leraar niet zo gauw vinden, tussen de hele menigte mensen. 'Pardon.' We lopen een beetje in de weg, wat mij op de zenuwen werkt. Ik hobbel wat in het zadel, en kijk om me heen, zoekend. Ik zie bij de poort van de bak, in de area, een man staan met het zelfde logo die de jongen op zijn gewaad had. Het is een gele cirkel met een geel kruis er in. Zal hij bij hem horen? Ik geef Devy een tik, en wijs de man aan die ik zie. 'Vraag aan hem of hij weet wie die jongen is?' Devy knikt, en zegt dat ik hier even moet blijven staan, bij de rand van de bak waarin straks alles zal gaan gebeuren. 'Meneer? Meneer? Exusseer mij, ja pardon. Wat doet die jongen hier, die met het zelfde logo als u?' Ik zie ze samen praten, de man lijkt mij ook niet al te vriendelijk... -'Mijn leerling bedoel je? Hey wacht eens... Jij bent de vriend van de  tegenstander van mijn leerling. Jou vriend maakt geen schijn van kans!'. Wat zouden ze allemaal zeggen? Ik zie de man in het rode gewaadje lachen, en een wild klopje op Devy's rug geven. 'Hoe bedoelt u precies, met tegenstander van mijn leerling ?' -'Hm ben je nu dom of doe je dom? Er kan natuurlijk maar één iemand ridder worden!' 
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn 
Samen met Arthur loop ik nog dieper het bos in. We kunnen het dorpje makkelijk alleen laten, aangezien iedereen zelfstandig genoeg is. Daarbij zorgt iedereen ook goed voor elkaar, wat natuurlijk heel fijn is. Het eten raakt op, en we gaan eens kijken of onze vallen gevuld zijn. Tja, we leven van wat we vangen. Een tijdje terug hebben Arthur en ik wat nieuwe vallen opgezet, op plekken waar best veel konijnen en zo rondlopen. Een lichte grijns vormt zich op mijn gezicht als ik vanaf hier al zie dat er een konijn in de val zit. 
'Bingo.' Met snelle passen loop ik richting de val, en ja hoor. Het beest kan geen kant op. Ergens vind ik het wel sneu om die dieren te doden, maar het is nou niet anders. Ik haal voorzichtig het beestje uit de val en stop hem in de zak die wij hebben meegenomen. Iedere val gaan we langs, en haast overal zit er wel iets in. Ik ben blij dat we zoveel winst hebben vandaag, aangezien we niet al te veel voedsel meer hadden. 
'Hé, hoor je dat?' Ik kijk op van de grond als Arthur plotseling tot stilstand komt. 'Wat moet ik horen?' Fluister ik, terwijl ik mij wat concentreer op de geluiden om ons heen. Ik hoor de wind zachtjes langs mij heengaan, ik hoor wat vogeltjes fluiten, stromend water, ritselende bladeren en... Juichende mensen. We zijn niet bij het dorp, en ook niet dicht bij de dorpen buiten het bos. 'Denk je dat dit-' 'Oh ja, dat denk ik zeker,' onderbreekt Arthur mij. Het gevecht tussen de beginnende ridders gaat beginnen. Met een lichte grijns kijk ik in de richting waar het geluid vandaan komt. 'Weet je wel hoe groot onze buit zal zijn als we daar nu heengaan?' Arthur knikt en drukt de zak, die al aardig gevuld is met dieren, in mijn handen. 'Breng het naar het dorp toe, dan ga ik daar wel heen,' zegt hij. 'Oh nee, zeker niet,' zeg ik lachend. 'Ik ga daar heen en jij brengt de zak naar het dorp toe.' Ik druk de zak in zijn handen, neem mijn handboog weer van mijn rug af en doe mijn capuchon vervolgens op. 'Goed, maar als het te lang duurt kom ik je halen,' zegt hij met een klein glimlachje. Ik geef hem nog gauw mijn pijlenkoker en boog, aangezien dat wel verdacht is straks. 'Is goed, tot zo!' Zeg ik nog voordat hij wegloopt.
Wat verscholen achter een boom kijk ik naar de hoeveelheid mensen die er staan. Dit is echt gevaarlijk, maar niemand zal mij herkennen als ik mijn capuchon ophoud. Ik loop langzaam naar voren toe, en merk dat niemand mij een blik gunt. Ik lijk erg op een arm, oud vrouwtje zo, wat ook komt doordat ik wat krommer en langzamer ben gaan lopen en steun op een houten stok die ik net heb gevonden. Langzaam loop ik naar voren toe, en vanaf hier zie ik al wat buideltjes met goudmunten aan wat riemen bungelen. Dit wordt misschien wel mijn grootste buit in tijden. Aangezien ik nogal snel ben met mijn handen, heb ik binnen een korte tijd al wat buideltjes in mijn schoudertas gegooid. Niemand heeft het tot nu toe opgemerkt. Af en toe kijk ik even richting het veld, waar twee jongemannen op staan. Zij gaan waarschijnlijk tegen elkaar vechten straks, en ik wil wel weg zijn voordat het gaat opvallen. Plotseling hoor ik een man, gelukkig wat verder bij mij vandaan, roepen dat zijn goudmunten weg zijn. Langzaam zet ik wat stappen achteruit, richting het begroeide gedeelte. De anderen komen er ook langzaam achter, dus draai ik mij om en ren ik zo hard ik kan weg van het veld.
Na een tijdje kom ik tot stilstand. Goddank, niemand is mij achterna gekomen. Ik heb toch altijd wel geluk dat mensen mij niet achterna komen, aangezien sommigen gewoon veel sneller en sterker zijn dan ik. Echter doet het mij wel goed als mensen zich beseffen dat ik de vermoedelijke dader ben. Het geeft mij een soort gevoel van trots merk ik, en ja, dat voelt best goed.
Account verwijderd




Luke
Het publiek is erg rumoerig, en luidruchtig. Ik weet niet precies wat er aan de hand is, en nog steeds wacht ik op Devy die de man is gaan aanspreken. Ik zit nog steeds op m'n paard, en kijk een beetje over de mensen heen. Ik ben benieuwd wat er aan de hand is, totdat ik opeens zachtjes aan m'n broekspijp gerukt word. Ik kijk omlaag, en zie dat er een jonge meid, van rond de 18 jaar met een betreurde blik naast me staat. 'Je moet mij helpen. Ik en mijn familie zijn mijn goudmunten verloren. Ze kijkt me met haar helder blauwe ogen aan, smekend. Of ik het wil of niet, langzaam begin ik te stotteren. Ze ziet dat ik niet echt reageer, en gaat verder. 'Het hele publiek is bestolen...Je moet iets doen! Jij word tenslotte dé nieuwe ridder toch... of laat je ons vallen?' Ik begin te aarzelen, want ik weet even niet wat ik moet doen. 'Waar is diegene heen gegaan?' Ze wijst naar de achterpoort van de area, en ik glimlach naar haar. 'Ik vind jullie munten wel!' Ik besef me niet dat ik middenin een belangrijke beproeving zit, maar focus me meer op de burgers: Ík ben degene die hun held zal worden! Ik trek tweemaal aan de teugels, en Gizmo begint te rennen. Ik ren langs Devy, die ik bij z'n arm pak en soepel achterop het paard trek. Ik ben aardig sterk, maar Devy is in tegenstelling ook best wel licht haha. 'LUKE! Wat in vredesnaam DOE JE?' -'Davey, we moeten een muntenrover achterna, die vent kan vast niet ver weg zijn!' Ik trek driemaal aan de teugels, en Gizmo rent op z'n hardst, terwijl Maerlynn al vele meters gemaakt heeft in het bos. Het meisje in de area grijnst, en loopt naar de man in het rode gewaad. 'Hi. Ik heb gehoord dat ridder Luke heeft opgegeven.' De man kijkt even verbaasd, en begint dan uitbundig hard te lachen. -'Dat dacht ik al!' Het meisje glimlacht lieflijk, en loopt naar de jongen in het rode gewaad. 'Ons plannetje is gelukt. Je wordt ridder. Wij zijn zo slim, die Luke zal die goudjatter vast nóóit vinden en iedereen denkt nu toch dat hij opgegeven heeft!' De jongen grijnst. '-Tsja, er zijn eigenlijk niet zo vaak dieven in dit dorp. Maar nu het een keer zo ver is, hebben we er mooi van kunnen profiteren. Als we diegene konden ontmoeten, zou ik er graag mee samengewerkt hebben, hehe. Iedereen denkt nu natuurlijk dat ík de echte held van de stad ben.'
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Nadat ik de goudmunten heb uitgedeeld aan de armere, loop ik weer rustig het bos in. Die rijke lui die net bij de wedstrijd stonden te kijken kunnen dat goud makkelijk missen. Dit is tenslotte niets voor hen. Het waren gemiddeld zeven munten per zakje, wat betekent dat ik gewoon twee arme dorpen heb kunnen helpen net. Met een tevreden glimlach op mijn gezicht loop ik weer tussen de bomen door. Het voelt heerlijk om de mensen weer zo blij te maken. Ze lijden namelijk teveel, en de koning is zo harteloos dat hij niks doet om dit te stoppen. Hij regeert met een harde hand, wat voor mij ook de reden is om door te gaan met dit werk. Het geeft mij een goed gevoel, zeker omdat ik tegen de regels van de koning in ga. Dan had hij het volk maar meer moeten helpen. Ik heb al een aantal keer een lid van onze groep huilend naar Arthur of mij zien komen omdat hun familie doodging. Tja, sommigen kinderen hebben zich bij ons gevoegd omdat ze hun volk trots willen maken. Ik geniet er alleen maar van, gewoon het feit dat kinderen zich zo in de kleren werken om hun dorp te redden. Vroeger heb ik geleerd dat stelen niet goed is, maar in dit geval wel. We hebben een keer gehad dat we te laat bij een dorp kwamen en alle inwoners waren gestorven. Het was toen hartje winter, en we hadden ontzettend veel moeite om zowel onszelf goed te verzorgen, als bij het zoeken naar goud voor het dorp. Het was verschrikkelijk, en ik neem de doden van toen mijzelf nog steeds kwalijk. 
Zuchtend plof ik neer op een omgevallen boomstronk, midden in het bos. Ik pak fles water en neem er een flinke slok uit. Ik loop nu al een tijdje door het bos heen, maar ben nog lang niet in de buurt van mijn kamp. Wat uitgeput staar ik voor mij uit. Hoe zou het gevecht gelopen zijn? Ergens ben ik wel benieuwd naar wie er heeft gewonnen, al weet ik wel dat diegene de taak krijgt om mij op te sporen. Het maakt mij niet uit, aangezien ik toch wel sneller ben als het erop aankomt, maar alsnog. Ik heb wel weer een persoon die achter mij aanzit, en dat aantal gaat steeds meer oplopen merk ik. 
Account verwijderd




Luke
Ik heb de keuze om het bos in te gaan, of het dorp. Lange beslistijd heb ik niet, want we gaan heel hard. Snel pak ik het touw vast, en trek er tweemaal aan, en leun een beetje naar links. Het tempo word nu iets verlaagd, want het lijkt mij geen goed idee om door het bos te gaan sprinten. Zo schrikken we alleen maar dieren af en hebben het risico om ongelukken te begaan, wat mij niet zo verstandig lijkt. Iets heel diep van binnen zegt mij dat ik hier in het bos moet zijn, dus kies ik ook voor het bos. We galloperen over het stenenpaadje, goed oplettend. Degene die de munten rooft, kan niet ver weg zijn, want het paard is tweemaal sneller dan een mens. Het is alleen wel lastig om vanaf een paard goed te kunnen zoeken. 'Devy, ik denk dat we beter te voet verder kunnen.' Ik laat mezelf van het paard afglijden, en mijn vriend volgt mijn voorbeeld. Hij pakt het touw van Gizmo vast in z'n dicht gevouwen hand, en samen met z'n drietjes lopen we het bos verder in. Over de beproeving maak ik me al helemáál geen zorgen meer, aangezien dat niet mijn grootste probleem was. De steentjes onder onze voeten knisperen, soms als Devy op een takje stapt, schiet m'n hoofd meteen omhoog. De wind blaast zachtjes door onze haren, en zorgt voor een lekkere koelte. We maken nu aardige meters maar we hebben nog steeds niks gevonden... 'Luke, m'n voeten doen pijn.' en ik hoor een diepe zucht uit zijn mond komen. -'We stoppen dan wel even om te pauzeren.' Ik zie een mooie boomstronk, en neem m'n vriend en Gizmo ermee naartoe. Ik plof neer, haal een hand door m'n bruine lokken die voor m'n gezicht hangen, en leun op m'n arm. Daarna volgt een lange stilte. M'n vriend is met Gizmo bezig, maar ik denk diep, diep, díep na. Vele gedachtes gaan door m'n hoofd, zelfs de kleinste details van dingen. Ik begrijp niet hoe ik mij zo goed op m'n gedachten kan concentreren terwijl we bezig zijn met een achtervolging. Een soort van afsluit-systeem? De bladeren in de bomen, inclusief takken, gaan heen en weer terwijl de wind wat harder in onze gezichten blaast. Ik zie achtereenvolgend drie druppels water op m'n arm uit elkaar spatten, m'n hoofd gaat omhoog en ik zie een grijze, grauwe, bewolkte lucht. Dit is dus het laatste waar ik nu op gewacht heb. Fijn, noodweer! In de verte zie ik een snelle flits, terwijl ik met m'n ogen knipper. Zo snel gaat het. 'Devy, we moeten nu echt ergens heen gaan. Vooral in het bos slaat de bliksem snel in, en dan zijn wij er zo geweest!' Ik pak Gizmo bij zijn halsster vast, maar hij schrikt, rukt zich los, en daarna sprint hij kei hard weg. -'Nee, nee, nee... Dit kan er ook wel bij! Devy, zoek een veillige schuilplaats, dan ga ik Gizmo achterna!' Ik sta op, en ren Gizmo achterna zo hard als ik kan, en schreeuw hard zijn naam, wat ik zo'n acht keer herhaal, terwijl ik af en toe over een boomstam spring of buk voor vallende takken. Gelukkig maar dat ik een goede conditie heb!
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Ondertussen loop ik alweer op een rustig tempo door het bos heen. Dat rusten deed mij even goed, want ik heb weer energie voor twee. Ik kijk omhoog als ik plots een paar druppels voel vallen op mijn armen. Nee toch, moet het nu echt gaan regenen? Zuchtend loop ik maar verder, maar wel op een iets sneller tempo. Ik moet nog best ver naar het kamp, dus ik ben sowieso niet voordat het losbarst weer daar. 
Plotseling hoor ik wat gerommel in de verte. Fijn, onweer kan er ook nog wel bij. Waarom moet er nu net noodweer komen als ik midden in het bos ben, waar zowat niemand mij kan horen als er straks iets gebeurd of zo? 'Goed bezig Maerlynn,' mompel ik zuchtend tegen mijzelf. Wat verward kijk ik achterom als ik iemand hoor schreeuwen in de verte. Wat is er daar nou weer aan de hand? Ik besluit maar om het geen aandacht te schenken en flink door te lopen, aangezien het steeds harder gaat regenen en het gerommel steeds dichterbij komt.
Plotseling hoor ik snelle voetstappen dichterbij komen. Nou ja, voetstappen, eerder het ritme van... Hoeven! Ik draai me met een ruk om en zie vanuit de verte een paard op mij afkomen. Met grote ogen kijk ik ernaar, en nog voordat ik kan wegspringen loopt het beest vol tegen mij aan. Ik slaak een kreet en kom met een harde klap tegen de grond terecht. Langzaam til ik mijn hoofd op en zie ik het paard wegrennen, dieper het bos in. Wanneer ik overeind probeer te komen, merk ik dat dat niet zonder slag of stoot gaat. Mijn rug doet ontzettende zeer van de klap merk ik, en ik zak ook gelijk weer in elkaar als ik op mijn knieën zit. Wie laat zijn paard nou in vredesnaam los lopen met dit weer?! Mijn capuchon is door de klap afgevallen en ik zit ook onder de viezigheid. Lekker is dat. Het noodweer komt steeds dichterbij en het begint ook steeds harder te waaien. Ik sleep mijzelf wat moeizaam naar de dichtstbijzijnde boom en ga daar met mijn rug tegenaan zitten. Ik zet mijn hand in mijn heup als steuntje, wat eigenlijk wel helpt. Ik moet zo snel mogelijk naar het dorp toe, aangezien het levensgevaarlijk is zo dichtbij de bomen.
Account verwijderd




Luke
Door het rennen begin ik te hijgen, ik ben meters verwijderd van Gizmo, en ik weet dat ik hem ook niet meer terug ga vinden op dit tempo. Ik wil niet opgeven, maar het gaat allemaal langzamer, mijn benen willen niet meer, mijn natte haren hangen voor m'n gezicht, ik ben helemaal doorweekt...Op gemiddeld tempo begin ik te lopen, gevolgd door een zucht. Druppeltjes water glijden van m'n haren, over m'n gezicht en vallen op de grond. Ik sop met m'n schoenen in de modder terwijl ik loop, door een drassige, modderige grond. Zo om de paar minuten hoor ik nog gerommel in de verte, ik hoop maar dat hij niet de juiste boom pakt precies waar ik bij in de buurt ben. Oké Luke, beproeving verpest, paard verloren, natte kleding... kan het nog erger worden soms? Ik heb een zwarte, lange jas aan van stof, die nu ook helemaal doorweekt is. Ik trek hem uit, en wring hem een beetje uit. Glazen water plenzen op de grond, na elke kneep in de jas. Ik trek m'n beetje opgedroogde jas weer aan, en loop langzaam verder. Het gesop onder m'n voeten irriteert mij mateloos, bah. M'n broekspijpen zitten ook onder de modder, en onder het mos. Ik denk niet meer dat dat er nog uit gaat. Gelukkig heb ik voldoende kleding in m'n huisje, allemaal zelf voor gewerkt. Ik heb eigenlijk niks te klagen op het gebied van kleding, er zijn mensen in mijn dorp die álleen met hetzelfde gewaad elke dag lopen. Dat is de schuld van onze 'gierige' koning. Die de meeste mensen lagen lonen geeft, en alleen mensen met belangrijke functies wekelijks beloont met een zak vol goudmunten. Eigenlijk ben ik best blij dat mijn familie niet zo groot is, anders was ik misschien ook zo arm... Ik ben alleen met mijn vader, en Devy die ik dan zowat elke dag zie. Zij zijn echt mensen waar ik letterlijk voor door het vuur wil gaan. Vuur? Dat zou ik graag willen op dit moment, om mij even bij op te warmen. Maar Luke, vergeet dat maar. Ik loop nog een stukje verder, terwijl ik wat met m'n natte haren schud. Ik mag God bedanken dat ik nog niet getroffen ben door de bliksem. Weer hoor ik wat gerommel, en een snelle flits. Ik stop m'n handen in m'n zakken, en probeer me er niet veel van aan te trekken, totdat ik een plotse, harde kraak hoor. Ik kijk op van de grond, en zie (zoals overal eigenlijk) mega-reuze bomen. Ik probeer te achterhalen waar de kraak vandaan komt, en zie het al vrij snel; het is een dikke stronk die dreigt af te breken. Plotseling valt het me op dat er iemand onder die boom zit. Ik denk dat het een jong meisje is.. Maar wat doet ze hier? Met m'n hand strijk ik mijn haren naar achteren, over m'n hoofd, en bekijk haar beter van een afstandje. Het lijkt wel alsof ze helemaal in haar eigen wereld is, en niks aantrekt van de omgeving buiten haar... net zoals ik. Nogmaals hoor ik de stronk verder afbreken, ik kijk van het meisje op, en kijk weer naar boven. Over zo'n 15 seconde, ongeveer breekt hij af, denk ik. Zonder na te denken, begin ik opeens te sprintten naar het meisje. Ik hoor de laatste kraak al, die het sein geeft dat de stronk losraakt. Ik laat mezelf vallen op de grond, en pak de schouders van het meisje, die ik mee opzij trek, terwijl de boomstronk na 0,3 miliseconden met een harde dreun neerknalt in het natte, modderige gras.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Het gerommel komt steeds dichterbij, en langzaamaan geef ik de moed al op. Ik ben gewoon te laat. Het wordt onmogelijk om het kamp nu nog te halen, en zeker door de hoeven van het paard die ik net in mijn rug kreeg. Kreunend leg ik mijn hoofd tegen de boom achter mij. Maar wacht, ik ga toch ook niet afwachten totdat ik dood wordt gedrukt onder een boomstronk? Ik slik even als mij besef dat dat waarschijnlijk gaat gebeuren, want wat verwacht je nou als je door zoveel bomen wordt omringt? 
Dan hoor ik opeens wat kraken. Mijn ogen schieten open en scannen iedere mogelijke boom die het zou kunnen zijn, alle bomen in mijn blikveld dus. Het gekraak wordt steeds luider en ik heb zomaar het gevoel dat het een boom hier in de buurt is. Wat moeizaam doe ik nog een poging om overeind te komen, maar net wanneer ik dat probeer, voel ik dat iemand mij aan mijn schouder meetrekt naar de grond. Ik slaak een kleine kreet en voel dan aan de trillende grond dat de boom is omgevallen. Een zachte kreun verlaat mijn mond als ik met mijn wang tegen de koude, natte grond aankom. Ik til mijn hoofd op en kijk over mijn schouder, waar de boom inderdaad op nog geen twee meter afstand van ons ligt. Ons... Met een ruk draai ik mij om naar degene die mij net tegen de grond trok en zie tot mijn grote schrik dat het de jongen is die ik al een tijdje in de gaten houd. De jongen die mij vanochtend al bijna had gezien, en die mij nu al te pakken heeft. Ik kijk hem met grote ogen aan en kruip wat achteruit. Shit, dat is waar ook. Hij is na zijn wedstrijd al gelijk op pad gestuurd. Wat paniekerig doe ik een poging om overeind te komen, maar mijn rug doet nu nog meer pijn dan net. Blijf rustig, je hebt nog altijd je mes in je laars zitten, Lynn. Precies, dus als hij wat wil doen, kan ik hem voor zijn. Nogmaals doe ik een poging om overeind te komen, en dit keer lukt. Leunend tegen de boom aan kijk ik naar de jongen. Ik kan een poging doen om nu nog weg te rennen, maar ik ben bang dat... Ach, waarom ook niet? Ik draai mij om op het moment dat we oog in oog staan met elkaar en ren zo hard weg als ik kan. Het gaat erg lastig met mijn rug nu, maar ik doe mijn best om overeind te blijven. Het is óf gepakt worden, óf nog meer pijn aan mijn rug krijgen.
Account verwijderd




Luke
Samen liggen we hier dus, in de drassige moddergrond. Ik ga met m'n hand over m'n wang heen, en voel een schram. Dan kijk ik op, naar het meisje, die rechtovereind krabbelt om te gaan zitten. Vanaf de grond kijk ik haar aan, en zeg niets, terwijl haar blik mij vasthoud. Ik weet niet echt wat ik moet zeggen, ook al ben ik heel rustig momenteel. Ik zie haar rustig opstaan, en ze smeert m'. Met een verbaasde blik kijk ik haar na. Dus, dit krijg ik er voor? Ik redt iemands leven, en ik krijg er een achterdochtige blik voor terug, waarna diegene keihard wegrent? Hmpff, als ik deze actie niet gemaakt had, was m'n kleding nog wat schoner, en had ik geen schaafwonden. Ik sta langzaam op, en met m'n blote hand schuif ik wat modder van m'n broek af. Ik heb nog steeds één leren handschoen aan, die ik eigenlijk altijd wel aanheb. Ik weet niet waarom, maar ik ben er gewoon érg gehecht aan. Terwijl ik een stapje achteruit zet, voel ik met m'n voet dat ik ergens opsta. Ik besluit te bukken om het te bekijken... Wacht eens? Voorzichtig raap ik het op met mijn hand, waar ik de handschoen omheen heb. Het is een klein, bruin zakje. Tsja, natuurlijk wil ik nu wel weten wat erin zit, met mijn nieuwschierigheid. Ik maak het touwtje los, en schrik. M'n ogen worden 3x zo groot, ook m'n mond valt een stukje open. 'Een heel zakje vol...goudmunten?' Ik praat hardop, ook al is er niemand hier die mij hoort. Al snel kom ik tot de conclusie, dat ik wéét wie de goudmunten rooft, en nee... het is geen man. Ik stop het zakje in m'n jaszak, kijk even over m'n schouder naar achteren, en ren de zelfde kant op, waar het meisje naartoe gerend is. Heb ik, Luke Shelton,  zojuist het leven gered van een dief? Het maakt me niet uit dat ik helemaal nat ben, en onder de schaafwonden zit, vooral op m'n schouders en borstkast. Er is maar een ding dat mij nu boeit: Dat dat meisje niet van mij ontsnapt! Ik begin zwaar adem te halen, maar ik kom steeds meer dichterbij.
Rosalie33
YouTube-ster



Maerlynn
Ik heb al een aardige afstand tussen de jongen en mij gecreëerd, wat voor mij erg voordelig is. Mijn tempo gaat steeds verder omlaag, hoe goed ik mijn best ook doe om nog hard te rennen. Als ik nou geen last van mijn rug had, dan was ik vele malen sneller geweest en was de jongen mij waarschijnlijk al kwijt. Ik kijk kort over mijn schouder heen om te kijken waar de jongen is, maar struikel vervolgens over een afgebroken tak. Zo snel als ik kan duw ik mijzelf overeind en ren ik half struikelend verder. De jongen heeft door mijn val de afstand tussen ons al aardig weten te verkleinen, waardoor het niet lang meer zal duren totdat hij vlak achter mij komt. 
Ondertussen ben ik zeiknat en kan ik alles, inclusief mijn haren, gewoon uitknijpen. Mij boeit het niets, maar het is toch vermoeiend omdat ik het al wat koud heb. Ik kijk gauw omhoog, tussen het bladerdak door en zie tot mijn grote ergernis dat de wolken nog steeds inktzwart zijn. Het onweer komt steeds dichterbij, en af en toe hoor ik het weergalmende geluid van omvallende bomen. Een fel witte flits verblind mij voor een moment, waardoor ik automatisch mijn ogen bescherm tegen het licht. Dan, nog geen tel later, begint een boom te kraken. Ik heb geen idee welke dus ren ik gewoon door. Ik wil weg hier, weg uit het dolhof en veilig bij mijn kamp zijn. Oké, daar ben je nu ook niet veilig, maar veiliger dan hier. Het kamp is op een open plek gebouwd, die best wel groot is. Het gekraak wordt steeds luider, en plots valt er een boom voor mijn neus op. Van schrik val ik achterover en kom ik op mijn ellebogen terecht. Ik staar met grote ogen naar de boom en merk dat ik buiten adem ben geraakt. Ik kan niet meer, en op een haar na ben ik gewoon bijna geplet door een boom. De voetstappen van de jongen komen steeds dichterbij, en ik weet gewoon dat vluchten nu echt geen optie meer is. Dan moet ik het maar op mij af laten komen en zien wat er gaat gebeuren. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste