Dauntless schreef:
De vrouw gilde het al uit nog voor hij haar ook maar met een vinger had aangeraakt. Al had Hunter ook geen enkele aanraking nodig om iemand van pijn te laten schreeuwen. "Als muziek in mijn oren." zei hij terwijl hij zich klaarmaakte om een eerste vlaag van pijn door haar lichaam te sturen.
"Zo is het wel weer genoeg?"
"Genoeg. Ik ben nog niet eens begonnen." Hunter had helemaal niet door dat er iemand achter hem stond. Hij ging er gewoon van uit dat dit een van de zovele stemmen was die hij wel vaker hoorde. Al spoorden deze hem meestal om geweld te plegen en niet om het te stoppen. Het was deze gedachte die hem zijn blik van zijn slachtoffer deed halen en waardoor hij zich omdraaide en oog in oog stond met Vayentha of zoals hij haar liever noemde zijn babysit. Hoe vaak had hij haar al niet in die stoel willen zetten. Ze moest ook echt altijd de pret komen bederven en wat kon hij er tegen doen, niks. Shai'tan was gesteld op haar en dat betekende dat hij haar met geen vinger mocht aanraken of anders zwaaide er wat.
Hij keek haar lang en doordringend aan. "Weet je. Ik kan angst voelen dus die zelfingenomen is nergens voor nodig." Hij haatte Vayentha maar langs de andere kant mocht hij haar ook wel. Ze was de enige die niet gillend wegkroop wanneer hij in de buurt kwam en hoewel ze ertoe gedwongen werd de enige die hem gezelschap hield. Hij draaide zich weer naar de gevangene in de stoel. "Het ziet er naar uit dat vandaag je geluksdag is. Als ik jou was zou ik haar daar heel erg dankbaar zijn." De vrouw prevelde tussen haar tranen door een bedankje. Hunter maakte haar polsen los en bracht haar terug naar haar cel. "Hopelijk heb je iets anders waar ik me mee bezig kan houden. Ik verveel me nogal snel en wanneer ik me verveel ben ik nogal onvoorspelbaar."
De vrouw gilde het al uit nog voor hij haar ook maar met een vinger had aangeraakt. Al had Hunter ook geen enkele aanraking nodig om iemand van pijn te laten schreeuwen. "Als muziek in mijn oren." zei hij terwijl hij zich klaarmaakte om een eerste vlaag van pijn door haar lichaam te sturen.
"Zo is het wel weer genoeg?"
"Genoeg. Ik ben nog niet eens begonnen." Hunter had helemaal niet door dat er iemand achter hem stond. Hij ging er gewoon van uit dat dit een van de zovele stemmen was die hij wel vaker hoorde. Al spoorden deze hem meestal om geweld te plegen en niet om het te stoppen. Het was deze gedachte die hem zijn blik van zijn slachtoffer deed halen en waardoor hij zich omdraaide en oog in oog stond met Vayentha of zoals hij haar liever noemde zijn babysit. Hoe vaak had hij haar al niet in die stoel willen zetten. Ze moest ook echt altijd de pret komen bederven en wat kon hij er tegen doen, niks. Shai'tan was gesteld op haar en dat betekende dat hij haar met geen vinger mocht aanraken of anders zwaaide er wat.
Hij keek haar lang en doordringend aan. "Weet je. Ik kan angst voelen dus die zelfingenomen is nergens voor nodig." Hij haatte Vayentha maar langs de andere kant mocht hij haar ook wel. Ze was de enige die niet gillend wegkroop wanneer hij in de buurt kwam en hoewel ze ertoe gedwongen werd de enige die hem gezelschap hield. Hij draaide zich weer naar de gevangene in de stoel. "Het ziet er naar uit dat vandaag je geluksdag is. Als ik jou was zou ik haar daar heel erg dankbaar zijn." De vrouw prevelde tussen haar tranen door een bedankje. Hunter maakte haar polsen los en bracht haar terug naar haar cel. "Hopelijk heb je iets anders waar ik me mee bezig kan houden. Ik verveel me nogal snel en wanneer ik me verveel ben ik nogal onvoorspelbaar."



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


18

